-4-
Hij denkt zelfs dat men moet helpen bevorderen dat er standplaatsen komen in
de gemeenten, Willemstad, Nieuw Vossemeer en Halsteren, waar nog geen standplaatsen
zijn. De situatie van Roosendaal is heel anders omdat daar van de zijde van
het Ministerie een zig-zag beleid is gevoerd. De situatie is daar nu zo dat
men het grote kamp Groenendaal gaat opbreken om her en der verspreid kleinere
kampen te plaatsen. Dit is in Bergen op Zoom al aan de gang. Hij zegt dat het
enige waar de heer de Witte zich zorgen over zou kunnen maken is, dat er namelijk
extra financiële middelen worden uitgetrokken boven de standaardkosten woonwagen
standplaats. De standaardtosten liggen per woonwagenstandplaats op 70.000,-
en als men boven deze kosten uitkomt in dit geval ongeveer 7.000,per
standplaats dan vindt hij dat men zich wel af kan gaan vragen of dit nu echt
op deze manier moet. Het aanleggen van zo'n standplaats wordt voor 95 gesub
sidieerd door het Ministerie van WVC. Komt men echter boven de aanvaardbare
kosten, dan wordt het niet door het Ministerie gesubsidieerd. Het geld moet
dan over de andere gemeenten die meedoen worden uitgespreid.
De heer de Witte zegt dat dit inderdaad zijn grootste angst is. Hij denkt dat
er - de wethouder horende- de nodige aandacht aan deze zaak moet worden besteed.
De heer Koevoets gaat in op punt m, een brief van de F.N.V. afdeling Fijnaart
en Heijningen waarin om subsidie wordt verzocht ten behoeve van scholings- en
vormingswerk voor volwassenen, seizoen 1984-1985. Hij zegt dat hij het ontwerp- a
antwoord van het college heeft gekregen en hij is blij dat het college nog ge-
poogd heeft om wat extra geld los te krijgen. Verder vermeldt het college in
zijn antwoord dat het bedrag dat door het Ministerie is toegekend in zijn geheel
is besteed en het Ministerie niet bereid is om dat bedrag verder te
verhogen. De kernvraag is of de gemeente nu subsidie zou moeten toekennen los
van de rijksbijdrage subsidieregeling sociaal-cultureel werk. Hij zegt dat alle
subsidies die hier in het kader van welzijn gegeven worden-op twee
na- in geen enkele verhouding staan tot het ontvangen bedrag.
Dit kan men in de gemeentebegroting lezen. Hij zegt dat de kernvraag die gesteld
wordt er nu weinig toe doet. Volgens de rijksbijdrage regeling is het een te
subsidiëren activiteit. Volgens hem is het dan de vraag of de raad bereid is
subsidie te verlenen. Ingeval van bereidheid kan gekeken worden of de subsidie
dan wel zo hoog moet zijn. Hij zegt echter dat zijn fractie absoluut niet van
plan is om 6.000,beschikbaar te stellen voor mensen die nog niet eens alle
maal uit Fijnaart komen. Fijnaart is aangewezen als centrum-gemeente van FNV-
district 17. Hij vraagt zich af of dat Fijnaart dan als centrumgemeente er blij
mee moet zijn dat hier een vakbondschool is. Hij denkt echter niet aan een sub
sidiëring, maar aan een eenmalige bijdrage aan de vakbondschool op zich. Hij
denkt dat het college met het antwoord op deze brief in de problemen komt. Hij M
zegt dat de gemeente geen enkele vereniging op grond van de rijksbijdrageregeling
sociaal cultureel werk subsidieert. De gemeente heeft zijn eigen subsidieregelingen.
Dat er dan een bijdrage van het rijk tegenover staat is mooi meegenomen. Dit
staat echter in geen enkele verhouding tot de subsidiebedragen. Deze vereniging
heeft in dit geval evenveel recht op subsidie als alle andere verenigingen met
vormings- en scholingsactiviteiten.
De heer de Vos zegt dat zijn fractie ook niet zo gelukkig is met het antwoord
dat het college geeft op dit verzoek. Als men de laatste alinea van deze brief
bekijkt, dan kan men stellen, als men het strikt leest, dat de scholingsactivi
teiten van de vakbond nooit gesubsidieerd kunnen worden.
De voorzitter antwoordt dat dit klopt en dat dit de opvatting van het college
is
De heer Koevoets heeft opgemerkt, dat het subsidiëren van een gemeente los staat
van het subsidiëren van het Rijk. Hij zegt echter dat hij het eerste stuk van
de laatste alinea van de brief ook niet zo erg goed geformuleerd vindt.
De heer de Vos zegt dat zijn fractie zeker niet zo ver wil gaan om dit op voor-
hand allemaal uit te sluiten. Hij neemt aan dat het college met zijn tussenantwoord dit
ook een beetje voor ogen staat. Hij zegt dat het punt nu is of de raad in wil
gaan op het subsidie verzoek. Het antwoord op deze vraag is ook negatief. Dit
op grond van wat de heer Koevoets zegt dat alle onderwijs-subsidies voor volwassenen
voor mensen moeten zijn die ook werkelijk in Fijnaart wonen. Hij zegt dat zijn
fractie het wel eens is met het eindantwoord van de brief, maar niet met de
motivatie