De heer de Witte geeft als voorbeeld artikel 4, inzake de niet-ontvankelijkverklaring.
Hij vraagt of men ingeval van niet-ontvankelijkverklaring kan protesteren en in beroep
kan gaan.
De voorzitter antwoordt als men aan een eindbeslissing toe is dat dit altijd
mogelijk is.
De heer Koevoets vraagt of het zo is, dat als de raad besluit de centrale antenne
mast op grond van iemand anders te plaatsen deze procedure gaat spelen, en of
dat er dan een commissie of een bureau van schadevergoeding moet komen.
De voorzitter zegt dat het zo niet is. Hij zegt dat er een aantal artikelen zijn,
waarbij een rechtmatige overheidsdaad kan spelen en waarbij het dan vrijwel direct
een ingewikkelde zaak kan worden. Een voorbeeld is de planschade bij de ruimtelijke
ordening. Je hebt dan inderdaad een bureau nodig, dat in zulk soort zaken gespeci
aliseerd is, om vast te stellen en te argumenteren of er inderdaad sprake is van
planschade enzovoorts. Hij zegt dat planschade een zaak is die vaak geclaimd wordt,
maar vrijwel nooit toegekend wordt. Het is veel beter dat er een procedureverordening
ligt, als er zulk soort zaken gaan spelen. Er is volgens hem anders geen duidelijk
beleid. Verder zegt hij dat het college het veel verstandiger vindt om een
gespecialiseerd bureau bij deze zaken te vragen in plaats van een commissie die
niet ter zake kundig is.
De heer Koevoets zegt dat dit dan in het voorstel had moeten staan. Nu gaat de raad I
iets aannemen. Hij gaat dan op het moment zelf pas beslissen of een ad-hoc-
commissie of een bureau voor schadezaken. Hij vraagt wanneer er dan een commissie
benoemd wordt, het dan steeds dezelfde leden blijven die beslissen in dergelijke
zaken of niet.
De voorzitter antwoordt dat het in de eerste plaats over zaken gaat, die niet vaak
voor zullen komen. Als zo'n zaak wel voor komt dan zal men in de raad moeten beslissen
of het zinvol is om zoiets met een commissie vanuit de raad op te lossen. Het college
vindt het het verstandigste om een bureau voor dit soort zaken te
raadplegen maar heeft echter de mogelijkheid opengelaten om bij eenvoudigere zaken
een commissie in te stellen.
De raad besluit hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Voorstel tot het vaststellen van een inspraakverordening voor de gemeente Fijnaart
en Heijningen. Volgnr. 84-X-116
De voorzitter zegt dat de wet op stads- en dorpsvernieuwing een inspraakverordening
eist. Deze verordening kan in de toekomst ook bij andere zaken gebruikt worden. I
Een vervelende kant aan deze zaak is dat het bedrag dat de gemeente krijgt veel
lager is, dan wat men vorige jaren altijd kreeg voor de gewone vervallen regelingen.
Het is voor de gemeente eigenlijk alleen maar een achteruitgang.
De heer de Vos vraagt wanneer de gemeentelijke subsidieverordening en milieuverorde
ning komen' die aangekondigd worden in de brief die bij de stukken lag.
De voorzitter antwoordt dat aankondigen gemakkelijk is, maar uitvoeren een andere
zaa1* betreft. Het gemeentehuis heeft op topsnelheid gewerkt, maar kon echter niet
meer produceren. Eigenlijk zou volgens het schema, dat binnen het gemeentehuis
gehanteerd wordt, alles binnen twee maanden geregeld moeten zijn. Dit, terwijl
nog niet eens bekend is, hoe de provincie de gelden gaat verdelen. Gedeputeerde Staten
zijn het er nog niet over eens. Ook is niet bekend of een en ander allemaal in
eigen huis geregeld kan worden. Hij zegt dat hij de raad niets toe kan zeggen.
Deze zaak zal echter wel op de een of andere manier in de werkzaamheden ingepast
moeten worden. De gemeente krijgt decentralisatie, waarbij men tot regulering moet
komen en krijgt daar minder geld voor.
De heer de Vos zegt dat hij zijn vraag met name stelde voor de subsidieverordening,
hij vraagt of, als er 2 januari a.s. een subsidieverzoek binnen komt, dit subsidie
verzoek moet wachten tot de subsidieverordening er is, of dat het via een overgangs
regeling gaat.
De voorzitter antwoordt dat er al heel wat bladzijden gewijd zijn aan het feit dat
er op enige soepele wijze gehandeld moet kunnen worden met behulp van een soort over-
gangs- regeling.
i