—14—
St. Rochuspaviljoen:
De heer de Vos zegt dat het antwoord zeer duidelijk is. Men weet nu tenminste
waar men aan toe is.
Schade door wateroverlast aanleg riolering Heijningen).
De voorzitter vraagt of de heer Bos accoord gaat.
De heer Bos antwoordt dat hij accoord gaat met het antwoord, maar niet zozeer met
de oplossing.
Straatverlichting
De voorzitter merkt op dat de heer Evers hierover een vraag heeft gesteld en dat dit
onderwerp bij de begroting ter sprake zal komen.
De heer Evers gaat accoord met het antwoord.
De voorzitter merkt nog op dat hij over deze zaak al een advies binnen heeft van de
politie
Helling bij Rabo-Streekbank in de Voorstraat
De heren de Witte en Koevoets gaan accoord met het antwoord.
Mogelijke vervuiling van Dekabo:
De voorzitter merkt op dat de raadsleden deze vraag hedenavond hebben gekregen.
De heer de Witte zegt dat hij nu niet inhoudelijk op het antwoord kan ingaan, omdat
hij de brief inderdaad zojuist heeft gekregen.
Hij wil toch nog wel even zeggen dat hij het zeer op prijs stelt dat het college
op deze manier vragen van raadsleden beantwoordt Het wordt door hem zeer
gewaardeerd.
De voorzitter antwoordt dat het college steeds tracht om de vragen zo goed mogelijk
te beantwoorden. Wanneer de raad de regel die hij zojuist heeft aangegeven zoveel
mogelijk in acht neemt, dan zal het college met alle plezier vragen, die gesteld
worden, zo goed mogelijk beantwoorden.
Hij gaat vervolgens over tot de rondvraag, waarbij alleen actuele zaken aan de orde
mogen worden gesteld.
De heer Kannekens zegt dat er al veel over het fietspad bij de Parallelweg is gezegd.
Hij gaat hier nu niet over spreken. Wel wil hij graag ingaan op de driesprong bij
Oudemolen Bij deze T-kruising heeft hij gezien dat er een obstakel gepaatst is
op de pad. Dit zorgt voor verschrikkelijk veel last aan iedereen.
De fietsers worden door dit obstakel erg gehinderd. Geen enkele grote wagen kan er
gedraaid komen zonder dat er in de modder terecht wordt gekomen of dat er
met de achterwielen de zaak stuk wordt gereden. Hij denkt dat dit een zaak is,
die hoognodig aangekaart zal moeten worden bij Rijkswaterstaat.
Het moet volgens hem op een zo'n kort mogelijke tijd gebeuren, want hij denkt
dat er misschien wel ongelukken gaan gebeuren.
De voorzitter antwoordt dat het college goede nota zal nemen van deze opmerkingen.
Intern zal deze zaak worden bekeken.
De heer de Witte zegt dat het obstakel al stuk is. Hij wil tevens aan het
verhaal toevoegen, dat er in de raad ook ooit nog eens gepraat zou worden over
de aansluiting met het fietspad. Hij vraagt of het college dit misschien meteen
kan meenemen.
De voorzitter antwoordt dat dit in een andere discussie al weer aan de orde is.
Het is in behandeling, maar hij zal de raad hier op dit moment niet verder mee
vermoeien
13.Afscheid raadslid, de heer B. van Dueren den Hollander.
De voorzitter wenst graag een aantal weerden aan dit afscheid te wijden en merkt op
dat er misschien meerderen zijn, die iecs cot de heer van Dueren den Hollander wensen
te zeggen.
Hij zegt dat het de laatste dagen in zijn kamer leek alsof hij het erg druk had.
In zijn kamer lagen allemaal stapels van dossiers, daar hij had gevraagd om informatie
uit het verleden inzake de persoon van Dueren den Hollander.
Raadslid B. van Dueren den Hollander; vanaf 1962 tot 1984. Dat is toch een hele
tijd. Daar nog een gehele periode wethouder bij, namelijk vanaf 1974 tot 1978.
De eerste begrotingsbehandeling, die U als raadslid meemaakte betrof de begroting
1963. U zei daar onder andere: Al het oude is voorbijgegaan, zie het nieuwe komt."
U zei dat vanuit een hoop en een wil om verstarring te doorbreken. U vond, dat
partijbelang wel richting mag geven, maar ondergeschikt moet zijn aan het gemeente
belang. U sprak zelfs over een vertrouwensopdracht