name van de grond van Fbfyzathe besloten is om dit plan te laten vervallen. Hij zegt
dat dat besluit echter niet genomen is. Men zou moreel kunnen zeggen, dat de gemeente
daar iets aan zou kunnen doen. Zuiver formeel vindt hij dat men ook rekening moet
houden met particulieren, die later in Oost zoude willen gaan bouwen.. Staat het bouwplan
de gemeente niet aan, dan kan de rekening van het architectenbureau worden
gepresenteerd. Hij zegt dat dit te ver gaat en zijn fractie zal daarom tegen dit
voorstel stemmen.
De voorzitter zegt dat het nu blijkt dat de raadsleden eigenlijk vinden dat het
plan er toch moet komen. Men blijft dan met de rekening van het architectenbureau
zitten. Er is echter altijd door het college verondersteld dat men het plan om te
bouwen aan de Kerkring, Edvard Griegstraat, zag als een noodsprong. Hij zegt dat
men blij was dat men in Oost kon bouwen. Men moet de zaak gewoon met elkaar onder
ogen zien en niet gaan kijken wat het college fout heeft gedaan of wat een bepaald
raadslid over deze zaak heeft gezegd. Hij zegt dat de raad destijds een voorbereidings—
besluit heeft genomen. De raad heeft daarmee aangegeven dat het college met de
woningbouwvereniging in contact kon treden. Hij vraagt of er met deze zaak gekozen is
voorlopig niet bouwen aan de Kerkring 'of dat men vindt dat men er nu toch aan de
Kerkring gebouwd moet gaan worden volgend jaar. Hij zegt dat het college heeft
begrepen dat er voorlopig niet aan de Kerkring gebouwd moet gaan worden. Hij vindt
dat als er dan toch nog een keer gebouwd moet gaan worden, men altijd de plannen
kan gebruiken die de architect al heeft gemaakt.
Uiteraard worden dan de kosten niet nog een keer in rekening gebracht.
Graag zou hij van de fracties een antwoord vernemen op de vraag of er nu wel of
niet gebouwd moet gaan worden aan de Kerkring, Edvard Griegstraat, alvorens hij
verder op een en ander ingaat.
De heer Kannekens merkt op dat alle vragen van zijn fractie leiden tot de zaak die de
voorzitter zojuist heeft aangegeven.
Zijn fractie heeft niet gepraat over het bouwplan aan de Kerkring, maar over wat
de architect hier nu doet.
De heer Koevoets deelt mede dat wanneer zijn fractie vóór een voorbereidingsbesluit
stemt, dit betekent dat zij wenst dat er op de betreffende grond gebouwd gaat
worden.
Er wordt met bouw op die betreffende grond ingestemd.
Indertijd was zijn fractie daarom tegen het voorbereidingsbesluit in de Appelaarseweg.
De bestemming die in de Appel cw^g zou komen, achtte zijn fractie in die
omgeving niet correct.
Een bestemming woni-0en aan de Kerkring en Edvard-Griegstraat acht zijn fractie
correct. De bow mag daarom volgens zijn fractie gewoon doorgaan.
De heer w'. rtaluersn onderschrijft de mening van het college dat het nemen van het
vo^v'jfc^-eldingsbesluit voor de Kerkring, Edvard— Griegstraat indertijd een nood—
s -ong was. Hij spreekt zeer duidelijk uit, dat wanneer er een andere mogelijkheid
is gekomen, dat hem dat zeer verheugd. Zijn fractie wenst de mening te handhaven dat
het enige plekje onbebouwde grond in het centrum, Kerkring, Edvard-Griegstraat, dan
maar onbebouwd moet blijven.
De heer de Vos merkt op dat zijn fractie destijds heeft ingestemd met het betreffende
voorbereidings-besluitZij wist toen exact wat voor bouw er zou komen. Hij meent
zich te nerinneren dat bij het nemen van het voorbereidingsbesluit er al schets- en
gevelontwerpen in de raadsportefeuille lagen.
Over bouw in de toekomst aan de Kerkring, Edvard Griegstraat zegt hij dat wanneer
de Woningbouwvereniging meedeelt dat het daar niet wenst te bouwen, het een zaak
betreft van de Woningbouwvereniging zelf. Of er dan iets anders moet komen op de
betreffende grond, is een vraag die nu niet terzake is.
Het plan dat er nu ligt, mag er wat zijn fractie betreft, nog steeds komen.
Het behoeft niet opgeschoven te worden naar plan Oost.
De heer Bos wenst ten aanzien van de raadsleden duidelijk te zijn en merkt op dat
de Woningbouwvereniging er nog steeds wenst te bouwen.
Van de zijde van de gemeente is gevraagd of de Woningbouwvereniging ervan af wilde
zien. De bedoelingen waarom heeft men van de voorzitter kunnen vernemen.
De Woningbouwvereniging heeft accoord gezegd, maar wel gevraagd: Wie betaalt dan
de veerman
Cf—
