-7- De heer Koevoets zegt dat hij alleen de annuïteit bij de berekening heeft gewijzigd. Verder is het allemaal hetzelfde gebleven. De voorzitter zegt dat het er om gaat of er misschien nog wat kosten bijkomen. Hij denkt dat er misschien vanuit is gegaan, dat een en ander in het gewone onderhoud wordt meegenomen. Wethouder Fakkers zegt dat het gewoon gaat om het boren van wat gaten. De heer de Vos antwoordt dat juist het boren van leidinggaten schade op kan leveren. Het boren kan toch zeerzeker kosten met zich meebrengen. De voorzitter verneemt dat de radiatoren gespoten worden geleverd en dat de leidingen blank blijven. Hij zegt dat in elk geval wordt nagegaan of er nog wat kosten zijn. De voorzitter zegt dat het andere natuurlijk een principiële zaak is,die al eerder in de raad ter discussie is gesteld. Hier is steeds een duidelijk antwoord op geweest. Er is een keuze gedaan Men mag van het college niet verwachten dat het ineens met een heel andere keuze op tafel komt Dit is niet in de lijn van de besluitvorming die er tot op heden is geweest .Dit neemt echter niet-weg dat met een bepaald idee in de raad mag presenteren. Wethouder van Dis zegt dat dit probleem niet voor de eerste keer in de raad Komt. Hij zegt dat het zo is dat als er een huurverhoging komt, dit gebeurt omdat er een waardedaling van het geld is. Zodra de inflatie in Nederland voorbij is zal ook de 3 huurverhoging van de baan zijn. Hij zegt dat de berekening van de heer Koe voets niet klopt omdat over 25 jaar de reële woonlasten, uitgaande van een 3 inflatie, even hoog zijn dan nu. Hij heeft er met zijn oud- collega van de Merbel ook wel eens over gediscussieerd en denkt dat dit een fundamentele fout is.dieook in de dynamische kostprijsberekening gemaakt wordt. Hij zegt dat nu de inflatie afneemt, ook de problemen blijken te komen met de dynamische kostprijsberekening. De voorzitter zegt dat hij deze discussie toch niet verder wil aanzwengelen. Hij merkt op dat er nog bijkomt dat Gedeputeerde Staten het ook niet met deze kostprijsberekening eens zijn. De heer Koevoets zegt dat de mensen die 15 jaar geleden centrale verwarming aan hebben laten leggen, toch geen geld terug hebben gekregen in verband met de inflatie. Dit betreft geld dat de gemeente eigenlijk heeft overgehouden. Wethouder van Dis vraagt aan de heer Koevoets hoe het volgens hem komt dat men met negatieve onderhoudsfondsen zit te werken. Hij zegt dat er geen geld voor groot onderhoud in de pot zit. In de redenering van de heer Koevoets zou deze pot over moeten vloeien. De heer Koevoets antwoordt dat dat heel iéts anders tot grondslag heeft gehad. Hij zegt dat de annuïteiten, die er toen bij de realisering en de stichting van deze woningen aan te pas kwamen, helenaal los staan van al het andere dat later aan de woningen wordt veranderd. Hij zegt dat men dit daarom ook niet uit de huur kan halen. Wethouder van Dis antwoordt dat de huur nu toch ook omhoog gaat. Hij zegt dat door die huurverhoging de pot toch erg vol zou moeten komen en men geld over zou moeten houden. De heer Kannekens vraagt wie er na die vijfentwintig jaar vervangt, indien nodig. De heer van der Werf zegt dat hij vindt dat de wethouder de zaak door de war zit te halen. Als men-kijkt naar het onderhoud dat men aan de verwarmingskachel heeft en naar het feit dat men over 10 jaar de verwarmingskachel moet gaan vervangen, dan wil hij opmerken dat dit geheel los staat van het groot onderhoud. Het komt niet door de verwarming dat de pot altijd leeg is. Dat komt volgens hem zuiver door het groot onderhoud. De heer Koevoets zegt dat zijn fractie de onderhoudsnorm volledig intakt heeft gehouden. Hij zegt dat alles wat verteld wordt niet opgaat, omdat de onderhoudsnorm met de geldontwaarding omhoog gaat. Van dit geld moet men de centrale verwarming onderhouden en als men geen centrale verwarming heeft moet men dit geld reserveren. Hij zegt dat zijn fractie het over de annuïteit heeft. De heer van der Werf zegt dat er 100,gereserveerd is voor onderhoud van de verwarming over heel de looptijd. De voorzitter zegt dat deze zaak misschien wel in een commissie besproken kan worden. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 152