-4- Dit merkt hij op met het oog op de luxaflex en zonneschermen die na het groot onderhoud wel eens te groot kunnen zijn. Hij is bang dat deze brief aan gevochten gaat worden. Men had beter in de brief kunnen stellen dat er wel wat schade kan worden berokkend, maar dat er geen huurverhoging komt, omdat er groot onderhoud wordt gepleegd. Dit komt omdat er voor 65 achterstallig onder houd aan deze huizen is en voor 35 verbetering aan de woning. Hij zegt dat men dan veel duidelijker was geweest tegenover de huurdersvereniging en tegen de huur ders., Wethouder Fakkers ontkent dat de huurdersvereniging niet betrokken is bij het groot onderhoud, waar men nu aan bezig is. Hij zegt dat bij een openbare vergadering de huurders, de commissie en de huurders vereniging uitgenodigd waren. In die vergadering is de aard van het werk besproken en gezegd dat er geen vergoeding zou worden verstrekt Ook is er toen aan de orde gesteld of men aluminium of houten kozijnen wilde. Hij zegt dat op 1 oktober zaken zijn besproken die uitsluitendde huurders aan gingen en men gemeend heeft dat de huurdersvereniging er niet zo nodig bij hoefde te zijn. Hij merkt op dat deze vereniging in eerste instantie toch duidelijk bij deze zaak betrokken was. Eventuele schade die zal kunnen worden berokkend, zal erg klein zijn. Het zou wel voor kunnen komen dat, zoals de heer van der Werf opmerkt, de luxaflex A niet meer past. Slechts één bewoner heeft zijn luxaflex door de fabriek moeten laten veranderen. De prijs hiervan is echter maar 70, De heer van der Werf zegt dat het hem er om gaat dat de brief die naar de huurdersvereniging verstuurd wordt, verkeerd gelezen kan worden. Er staat namelijk dat er bijna geen enkele schade aan de huizen zal worden toegebracht. Wethouder Fakkers zegt dat het kleiner maken van luxaflex geen schade betreft. Onder schade wordt verstaan, het beschadigen van eigendommen van de bewoner van het pand. De heer van der Werf zegt dat de aannemer van dit werk voor dit soort schade verzekerd is. Ook de gemeente kan hiervoor verzekerd zijn. Hij merkt op dat het gaat om schade die door het groot onderhoud aan de mensen wordt berokkend. De kans is groot dat men de bewuste brief gaat aanvechten en dat de gemeente dan voor de bijl gaat. De heer de Witte zegt dat hij het met de heer van der Werf eens is. Men heeft een grote som geld voor onvoorziene uitgaven vrijgelaten. Hij denkt dat het verstandig is dat men in de brief een mogelijkheid open laat voor de huurders, om aanpassing die men moet doen ten aanzien van het groot onderhoud, te kunnen claimen bij de gemeente. Hij vindt dat men zoiets niet direct kan afwijzen. Verder zegt hij dat het verstandiger was geweest, wanneer er toch een vertegenwoor-^ diger van de huurdersvereniging bij elke bespreking aanwezig was geweest. Dit om problemen te voorkomen. Deze kan dan ook de huurders bijstaan als dit nodig blijkt te zijn. Ten aanzien van de datum van uiterste inzending van de brieven wil hij zeggen dat het hem toch verstandig lijkt om deze zaak nog eens in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden te bespreken. Hij vindt de eerste van de maand namelijk toch rijkelijk vroeg. De voorzitter antwoordt dat de datum wel meevalt. Er zijn andere gemeenten waarbij de datum nog vroeger gesteld is. Hij zegt dat een en ander echter best wel eens bekeken kan worden. Feit is dat het nodig is dat bepaalde zaken op een vaste manier geregeld zijn. De eerste van de maand lijkt hem een redelijke datum. Als er dan toch zaken blijken te zijn, die met spoed afgehandeld moeten worden, dan kan dit altijd nog door burgemeester en wethouders gebeuren. Deze zijn namelijk door de raad benoemd als dagelijks bestuur. Verder wil hij nog in zijn algemeenheid stellen dat als men op een redelijke manier groot onderhoud wil doen en op een zo goed mogelijke manier wil werken, er van beide kanten een bepaalde soepelheid moet zijn. Hij denkt dat als er iets verbeterd wordt, men altijd met bepaalde probleempjes blijft zitten. Verder zegt hij uitdrukkelijk dat er overleg is geweest met de huurdersversiiging, maar dat men natuurlijk niet over elk keukenkastje met de huurdersvereniging kan gaan overleggen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 149