randvoorwaarden stelt. De raad geeft het vertrouwen voor uitvoering aan de betreffende wethouder. Deze wethouder zit daar uiteindelijk namens de raad en het hele college heeft uiteraard de verantwoording. Omdat het college zo open werkt naar de raad toe, komt het voor dat der raad tegen dingen aanloopt waar hij anders niet tegenaan zou lopen in geval het besloten werd behandeld. Dit betekent dat men als raad moet leren om met bepaalde zaken geconfronteerd te worden. Hij zegt dat het een feit is dat niet alles vlekkeloos verloopt. Hij vraagt de PLF- fractie vervolgens of er nog een reden is om zich tegen het voorstel te verzetten. De heer Nachtzaam zegt dat het college zijn fractie belooft, dat er op korte termijn een overzicht komt van de gemaakte kosten op de post onvoorzien, zijn fractie dan geen problemen heeft. De voorzitter antwoordt dat de raad uiteraard inzicht krijgt. Hij zegt dat het zo is bij onvoorzien, dat men altijd achteraf geconfronteerd wordt met de kosten die gemaakt zijn. Het college kan twee dingen doen. Ten eerste kan men van te voren vragen of het college, als het nodig blijkt te zijn, zaken mag doen. Hij zegt dat de raad dan weet dat het gevraagd is. Als dat geld niet nodig is zal het niet besteed worden. De raadsleden1 krijgen dan achteraf uiteraard overzicht wat er mee gedaan is. Ten tweede kan men zeggen dat het college dat bedrag niet krijgt. Dan weet het college van te voren dat het dit niet meer aan de raad kan vragen. Er wordt dan achteraf aan de raad gevraagd om hun goedkeuring te geven. Hij zegt dat dit het dilemma is. De heer Koevoets zegt dat zijn fractie het eigenlijk zo bedoelt dat er een meevaller was van ƒ48.000,De raad heeft de vorige keer gezegd dat hij niet moeilijk zou doen over een aanvullend krediet. De meerkosten bedragen 60.000,netto dus 12.000,Er wordt in de oorspronkelijke begroting al een post onvoorzien opgenomen en nu denkt men Het is maar 12.000,we zullen maar wat extra's vragen". Hij zegt dat het zo op zijn fractie overkwam. Zijn fractie vindt dan:" Sorry, we geven je wel een vinger maar je pakt gelijk de hele hand De voorzitter zegt dat de heer Kannekens er op gewezen heeft dat de post onvoorzien te laag was. Ook de heer van der Werf heeft dit gedaan De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders 7. Voorstel tot verkoop grond aan Bouwbedrijf Jos Jansen B.V. 40e wijziging gemeente begroting 1984 en 4e wijziging begroting grondbedrijf 1984. Volgnr. 84 -VIII-94. De heer de Witte vraagt wie de rente betaald als Jos Jansen besluit om na 11 maanden dit stukje grond weer te verkopen. Moet de koper dan die rente betalen of de ver koper De voorzitter antwoordt dat degene die het koopt deze rente moet betalen. De heer de Witte zegt dat hij er uit begrijpt dat de heer Jansen kan zeggen: Ik heb een koper voor deze grond gevonden en deze wil het kopen". Dit omdat er koper(s) staat. Hij merkt op dat dit wil zeggen dat niet de optant koopt maar de koper van het perceel. Dit wil weer zeggen.dat de optant geen rente betaalt. De voorzitter antwoordt dat de gemeente alleen met de koper heeft te maken en verder met niemand. De heer de Witte zegt dat hij niet kan begrijpen waarom men dan niet gewoon over een koper 'spreekt in het voorstel in plaats van kopers. De voorzitter antwoordt dat men in een bepaald voorstel een bepaalde formule handhaaft. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 8. Voorstel tot het aanvaarden van een schenking door de Rabostreekbank Noord-Westhoek" 41 e wijziging gemeentebegroting 1984 Volgnr. 84-VI11-92 De heer Bos zegt dat de gemeente de Rabostreekbank dankbaar mag zijn voor dit gebaar.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 133