-5- le en 2e kwartaal 1984 en controle financiële verantwoording instructiebad, le halfjaar 1984. Hij zegt dat onder stuk 1459 R de controle van de administratie van het grondbedrijf staat. Hij merkt op dat hier nogal een groot bedrag te vorderen is. Hij vraagt wat het college hier aan gaat doen. De voorzitter antwoordt dat het college tracht er alles aan te doen wat noodzakelijk is. Hij zegt dat het zover kan gaan, dat men gerechtelijke maatregelen moet gaan nemen. De heer Kannekens vraagt hoe het college de invordering van de huurachterstand gaat doen. Hij zegt dat er een huurachterstand van woningen is van een bedrag van 45.989,11. De voorzitter antwoordt dat het tot nu toe is gelukt om de achterstanden in te vorderen. Hij zegt dat het nu zo ver is gekomen dat er hardnekkige gevallen bij zijn. Daarbij is het zo, dat wanneer de deurwaarder heeft geïnd, de huurachterstand al weer net zo groot is. Hij zegt dat de gemeente dicht aan uitzetting toe is. Het gaat hier niet om gevallen, waarbij het gaat om het niet kunnen betalen. Het zijn personen die niet bereid zijn ergens aan mee te werken. Hij zegt dat men in zo'n situatie toch zover kan komen, dat men tot uitzetting moet overgaan. De heer de Witte zegt dat zijn vraag al beantwoord is. De heer Koevoets merkt op dat er naar de mening van zijn fractie toch wel een belangrijk verschil bestaat over invorderen. Bij de huurders ziet zijn fractie een hardere aanpak en bij bedrijven ziet ze eigenlijk geen invorderingsbeleid. Een en ander blijkt uit de verificatierapporten. De huurders hebben een totale achterstand van 45.000,hetgeen hij beslist niet goed wenst te praten. Hij begrijpt de problematiek. De achterstand van bedrijven loopt in de tonnen./ 15.000,heeft de gemeente eigenlijk laten varen ten aanzien van een bedrijf. Hierover heeft de raad het al een vorige keer gehad. Hij vraagt of dit bedrag alsnog wordt nagevorderd. Het college begrijpt over welk bedrijf hij het heeft, welk bedrijf hij uit privacyoverwegingen nu beslist niet zal noemen. De voorzitter antwoordt dat wanneer de heer Koevoets spreekt over tonnen, hij eigenlij] een verkeerd beeld geeft. De heer Koevoets spreekt dan zuiver over een bekende situatie, waarover hij en de andere raadsleden uitvoerig zijn ingelicht. Getracht is om tot een zo juist mogelijke oplossing te komen. Door een en ander krijgt men toch eigenlijk een scheef beeld. Hij merkt op dat op de agenda een voorstel staat inzake de machtiging aan het college tot het voeren van rechtsgedingen. Hij merkt op dat het schijnt dat" men tegenwoordig niet meer zonder rechtsgeding kan, wil men geld binnenkrijgen. Hieraan valt niet te ontkomen. Ook helaas ten aanzien van een aantal bedrijven. De heer Koevoets zegt dat hij ook een vraag heeft gesteld met betrekking tot het bedrag van 15.000,Misschien dat de voorzitter hier nu niet direct op kan antwoorden, maar misschien dat hij hier later een antwoord op kan krijgen. De vorige raadsvergadering is 104.000,van het desbetreffende bedrijf afgeboekt. Er is een schuld van 119.000,Hij vraagt of het verschil van 15.000,alsnog wordt nagevorderd. De voorzitter zegt dat hij hier zo geen antwoord op kan geven. Het college zal nagaan hoe het zit. De heer Koevoets gaat in op punt 1_, overzichten huurachterstanden, 2e kwartaal 1984. Hij zegt dat er een opmerking achten een post staat. Deze opmerking komt er op neer dat de deurwaarder de zaak niet in behandeling wil nemen. Hij vraagt zich af waardoor dat komt. De voorzitter antwoordt dat het er een beetje onjuist staat. Hij zegt dat het zuiver om de garagehuur gaat. De heer de Witte gaat in op punt m, planningslijsten nieuwbouw, verbouw en verbetering. Hij zegt dat hij in deze planningslijsten geen opgaven van verbouw op de lange termijn heeft gezien. Hij dacht dat er in de toekomst aan de Westkreek nog iets aan verbouw zou worden gedaan. Wethouder Fakkers antwoordt dat er rond die planningslijsten een hele toestand is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 128