-3-
Wethcuder Fbltkeis antwoordt dat misschien het beste toch weer een brief geschreven kan worden,
waarin gevraagd wordt aan het Woonwagenschap om toch eens concreet op de bezwaren,
geuit door de raad,te antwoorden.
De voorzitter denkt dat dit toch wel dezelfde conclusie is, als die in het college aanwezig
was. Op een gegeven moment kan toch worden besloten om voor te stellen: We zullen
het toch maar eens een keer voor kennisgeving aan nemen.
Men kan niet blijven corresponderen. Dit neemt echter niet weg, dat de gemeente zeker
middels de vertegenwoordiger nog eens op een en ander zal wijzen.
Misschien dat er ook nog wel eens een keer schriftelijk gereageerd kan worden.
De laatste tijd is er nogal wat beroering ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen.
Men zal elkaar toch moeten vinden, omdat menzakertzalrroeten oplossen, welke men als
gemeente alleen niet kan oplossen. Men zal dan niet altijd zijn zin krijgen, als
gemeente apart. Doordat de inkomsten uit het gemeentefonds teruglopen, zullen de
gemeenten kritischer gaan kijken bij de deelname aan gemeenschappelijke regelingen.
Iedere gemeente gaat kijken welke punten bij de gemeenschappelijke regelingen voor de
eigen gemeente nadelig zijn. Men kan het probleem krijgen dat men als kleinere
gemeente in een moeilijke positie terecht komt. Wil hierover niet steeds een wrevelige
stemming over ontstaan binnen de gemeenschappelijke regelingen, dan zal hierover
gesproken moeten worden. Er zijn gewoon momenteel een aantal regelingen, waar dan die
gemeente problemen heeft en dan die gemeente. Er komt dan op een gegeven moment een
situatie waarbij regelingen niet meer werkelijk leven bij de gemeenten en niet meer
werkelijk geaccepteerd worden. Dit vindt hij toch eigenlijk wel een kwalijke zaak,
daar de gemeenten elkaar toch nodig hebben. Het Woonwagenschap is dan een regeling die
afgebouwd moet worden, maar er zijn ook regelingen waar gemeenten elkaar absoluut
moeten vinden en blijven vinden.
Het college is wat dit betreft waakzaam Een kritische geest kan ook zo doorslaan,
dat men op een gegeven moment niet meer naar je luistert. Men dient dus steeds tussen
alles te balanceren.
De heer Kannekens zegt dat het allemaal niet zo erg zou zijn, als de stemverhouding
van een kleine gemeente als de gemeente Fijnaart en Heijningen niet zo terug slaat.
Hij zegt dat dit punt juist datgene is geweest, waar de gemeente zo op heeft gehamerd
bij het samengaan met het Streekgewest. Hij zegt dat een kleine gemeente niets heeft
in te brengen omdat deze altijd verliest met het stemmen.
De voorzitter merkt op dat hij dat net ook al heeft gezegd. Er moet tussen de deelnemers
over gemeenschappelijke regelingen gesproken worden. Men moet met elkaar proberen de
zaak te runnen. Hij zegt dat als het op stemmen aankomt, en men alleen naar het voordeel
van de eigen gemeente kijkt, gemeenschappelijk regelingen gedoemd zijn te mislukken.
Dan krijgt men de situatie dat alleen het recht van de sterkste geldt. Hij vindt dat
een twijfelachtige democratie.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat hij toch blij is dat hij kan constateren dat
het college meent dat sommige zaken nu eenmaal niet per gemeente een diepere uitwerking
kunnen krijgen. Maar als er dan moet worden gestemd, moet men een duidelijk standpunt
hebben en dit standpunt duidelijk onderstrepen, ook al wordt het standpunt weggestemd.
Hij zegt dat de gemeente Fijnaart en Heijningen daarmee toch zeker bezig moet blijven.
De voorzitter zegt dat hij denkt dat dit juist is. Hij zegt dat het geen kwaad kan
dat er in de raad een beetje over uitgewijd is. Dit omdat men er in de toekomst nog
vaak mee geconfronteerd gaat worden.Hij denkt dat men toch met elkaar moet proberen er
de weg in te vinden.
De beer Koevoets gaat in op punt f, een brief van de gemeente Wormer inzake de
plaatsing van kruisraketten in Nederland. Hij merkt op dat er aan de gemeenten wordt
gevraagd om een standpuntbepaling. Zijn fractie heeft tijdens een raadsvergadering
al eens meer een motie ingediend, die geen meerderheid kon behalen in de raad. Ook in het
cdlege werd en wellicht wordt verdeeltd gedacht over deze materie.
Inhoudelijk is in de raad eigenlijk nooit dicussie gevoerd, over waarom men vóór of
tegen plaatsing van kruisraketten is, en waarom men vindt of het wel of geen taak van
de lokale overheid is.
Zijn fractie vraagt of hierover een agendapunt gemaakt kan worden^in de vorm van een
discussiestuk. De raad kan er zich dan over buigen. Zijn fractie denkt aan een termijn
van 6 maanden, om de discussie dan te laten plaatsvinden.
Hij vraagt of het college of de raad hier iets voor voelen.