-17-
worden door een juridisch goed geformuleerd schrijven. Hij zegt dat individueel
nog in gegaan wordt op vragen naar aanleiding van het laatste schrijven. Er zijn
nog een paar moeilijkheden blijven liggen wat echter logisch is in deze zaak. Aan
het eind van deze week worden de laatste dingen hiervan afgehandeld.
Er zijn mensen die brieven schrijven, waarin gekomen wordt met dezelfde verhalen.
Het college reageert hier niet meer op. Over deze zaken hebben de betrokken mensen
al een brief gehad. Ten aanzien van een aantal gevallen wordt nu de zaak voorgelegd.
Er zal een procedure volgen, hetgeen precies is, wat er afgesproken is. Aanstaande
vrijdag of maandag worden de laatste paar zaken opgesteld en afgehandeld. Het
college wacht daarna af.
Volgens hem is er volkomen gehandeld overeenkomstig hetgeen de raad gewenst heeft.
Hij zegt dat de reden, waarom er niet meer op deze zaak ingegaan wordt, is, dat
het college niet meer gefrustreerd wil worden door allerlei zaken die erbij worden
gehaald
Hij zegt dat de heer Koevoets dit wel kan willen, maar hij merkt op dat het college
dat niet doet. Een plezierige zaak wordt het zeerzeker niet. Wat de uitslag ook mag
zijn, deze zal altijd teleurstellend zijn. Het enige is, dat het gehele pak papier
straks weg is en dat de gemeente van de zaak af is. Een overwinnaar kan men in deze
zaak moeilijk vinden. Het betreft hier een nare situatie voor iedereen.
De heer van der Werf dankt het college voor de brief, waarin antwoord wordt gegeven
op de door hem gestelde vragen inzake het bruggetje in plan Oost. Het bruggetje zal
stroever worden gemaakt. Hij merkt op dat er echter nog meer moeilijkheden aan
kleven. Neemt men de talud van het weggedeelte, dan ligt het bruggetje zeker 60
centimeter lager dan de weg. Hij merkt op dat de gemeente eigenlijk ook de weg wat
moet ophogen voor het gemak van de mensen die over het bruggetje gaan.
Er zijn thans al drie ongelukken gebeurd, waaronder een ongeluk waarbij een vrouw een
knieschijf heeft gebroken, riij wil het college toch wel vragen om de nodige aandacht
aan het bruggetje te schenken.
De voorzitter dacht dat het college in zijn antwoord heel duidelijk is geweest.
Het college vindt ook dat er wat dient te gebeuren. Dit zal ook gebeuren.
Hij denkt dat de wethouder er ook van overtuigd is, dat een en ander zo snel mogelijk
dient te geschieden.
De heer Bos merkt op dat het leggen van nieuwe rioleringen mooi werk is.
Weken aan een stuk straten open, vindt hij echter niet zo prettig.
Hij heeft begrepen dat dit te wijten is aan één van de nutsbedrijven. Hij zou
het college met klem willen verzoeken om hierop invloed uit te oefenen, zodat een
en ander zo snel mogelijk gebeurt.
De heer Kannekens komt terug op de notulen van 28 juni j.l. Op pagina 12 is door
de voorzitter een toezegging gedaan inzake de Witte Roos.
De raad zou over de stand van zaken op een zo'n kort mogelijke termijn worden
geïnformeerd. Toegezegd is dat hij een antwoord zou krijgen.
Hij zegt dat hij tot op heden nog geen antwoord heeft gehad.
Hij heeft in het verslag van de commissie Financiën gezien dat er momenteel wel
stukken zijn inzake de stand van zaken van de Witte Roos.
Hij heeft 28 juni j.l. deze stukken gevraagd, waarbij hij heeft gezegd dat hij het
heus niet scherp wilde stellen. Hij heeft het toen gevraagd en het er verder bij
gelaten, omdat hij vond dat hij er niet elke keer op terug hoefde te komen.
Nu moet hij er echter weer op terugkomen en om vragen.
Feit is dat de stukken er inmiddels zijn. Ze zijn behandeld in de commissie Financiën.
De raad heeft ze thans nog niet in zijn bezit, althans hijzelf nog niet.
De voorzitter antwoordt dat de heer Kannekens gelijk heeft. Er is geen enkele reden
aanwezig om deze stukken niet ter inzage te leggen.
De heer Kannekens merkt op dat de raadsleden de stukken zelfs in hun bezit zouden
krijgen.
De voorzitter zegt dat hij dat niet wist. Hij vindt dit erg vertroetelend.
Hij merkt op dat dit ook best wel mag. Iets wat toegezegd is, moet gebeuren.
De stukken zullen onverwijld worden toegestuurd.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat er indertijd een commissie ad-hoc benoemd
is inzake het fietspad Parallelweg. Hij merkt op dat het wat lang gaat duren voordat
de notulen zijn uitgewerkt.
De voorzitter zegt dat het verslag al 14 dagen klaar is. Het is echter aan één van
de medewerkers meegegeven. Deze zou het aan de heer van Dueren den Hollander aan het