De voorzitter antwoordt dat hij hier weinig over durft te zeggen. Hij zegt dat er heel
weinig financiën voor beschikbaar gesteld worden*Men kan er op een gegeven moment niet omheen
zodat er toch financieel iets moet gaan gebeuren.
Hij vindt dat dit eigenlijk ook moet gaan spelen bij de invoering van de Basisschool,
hoewel hij vindt dat de raad zich moet bezinnen over het totale onderwijs.
Hij zegt dat er in augustus 1985 een totaal andere wijze van financieren gaat ontstaan.
Het college heeft daar een circulaire over ontvangen. Hieruit blijkt echter dat het
ministerie er ook nog niet uit is. In deze circulaire zijn een aantal voorlopige zaken
genoemd. Hij denkt dat mar tot vrij ingewikkelde formules moet komen om bij de nieuwe
begroting en ook naar de schoolbesturen toe, enige duidelijkheid te hebben over wat de
bedoeling is. Hij zegt dat men er wel van kan uitgaan dat op papier de basisschool
wordt ingevoerd en dat er vanuit gegaan wordt dat de basisschool tot een sterke
individualisering overgaat, maar dat er geen faciliteiten tegenover staan.
Het aantal leerlingen per leerkracht zal meer worden.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders
Voorstel tot vaststelling van een afvloeiingsregelingvoor het openbaar
kleuter-en lager onderwijs. Volgnr. 84-VII-72.
De voorzitter zegt dat de regeling conform is aan de tot heden gehanteerde regeling.
Het college had geen officiële afvloeiingsregeling. Het is ook de regeling die in
overeenstemming met die van de VNG is. Hij zegt dat de ABOP nog gereageerd heeft. Het
college vond de reaktie van de ABOP zinvol en heeft deze regeling zo aangepast. Hij zegt
dat anders de ABOP in een moeilijke positie had kunnen komen. Zij zou dan niet voor
haar leden op kunnen komen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester
en wethouders.
Voorstel inzake verzoek van het Bestuur van de Tennisvereniging Fijnaart en Heijningen
om een eenmalige subsidie in de kosten van de aanleg van tennisverlichting. Volgnr
84-VII-80.
De heer van der Werf vraagt of de raad nu wel zo gemakkelijk over de vraag om een een
malige subsidie heen kan stappen. Hij zegt dat men in het verleden ook al eenmalige
subsidies heeft gegeven. Hij zegt dat deze vereniging 350 leden telt Hij vraagt of de
raad ook het ledental in ogenschouw heeft genomen, toen men een eenmalige subsidie
toekende voor verlichting van het voetbalveld van de Kaaise Boys. Verder vraagt hij of
de raad toen ook gevraagd heeft of die vereniging finandèël draagkrachtig was. Hij zeg
dat er nog wel meer verenigingen zijn die door subsidies geholpen zijn.
Hij zegt dat het onmogelijk is dat een vereniging met 350 leden in de maanden april
tot oktober in het daglicht kan tennissen. Hij vindt een subsidie hier op zijn plaats.
De voorzitter antwoordt hierop dat,toen de tennisbanen zijn aangelegd, besloten is,
om geen verlichting aan te laten brengen. Men kon in het totale kostenpakket toen
geen verlichting aanvaarden. Hij zegt dat wel bij een aantal banen aansluitpunten
zijn aangebracht. Er is toen ook nog gevraagd of de vereniging bij de resterende
banen ook aansluiting3puntenwii,3e hebben, maar dan zou ze zelf de aanlegkosten moeten
betalen. De tennisvereniging heefttoen besloten om dit niet te doen.
Hij vindt dat de zelfwerkzaamheid van de tennisvereniging geen reden is, om maar sub
sidie te moeten verlenen. Wat de Kaaise Boys betreft, wil hij opmerken.dat deze zelf
acht lichtmasten bij het hoofdveld hebben geplaatst.
Deze lichtmasten hebben ze bekostigd zonder enige bijdrage van de gemeente.
Hij zegt dat de oefenverlichting is aangelegd in 1962 en dat deze eigendom is van de
gemeente. Dit is dus een geheel andere zaak. Hij zegt dat de P.N.E.M. in het voorjaar 1980
deze oefenverlichting volledig heeft afgekeurd. Toen zou er nieuwe verlichting komen.
De gemeente heeft toen echter alleen de materiaal-kosten betaald. Het onderhoud en het
beheer van de lichtinstallatie is geheel voor rekening van Kaaise Boys. Ditzelfde geldt
voor Oudemolen.Hij zegt dat ook meetelt dat de tijden zijn veranderd. Men moet nu op een