Wethouder Fakkers zegt dat, toen deze zaak ooit werd ingevoerd, er ook landelijk
nogal wat discussie gevoerd is over de voors en tegens van een dergelijke onder
zoek. Hij zegt dat hij tot diegenen behoort die vinden dat dit onderzoek, op
basis van principiële gronden, niet op deze wijze moet plaatsvinden.
De heer van Halderen zegt, dat zijn fractie natuurlijk niet de indruk wil wekken,
dat zij het continueren van het onderzoek op deze wijze niet voorstaat.
Haar interesse werd alleen gewekt door het woord methodiek. Zijn fractie wil
het college gaarne steunen en zich aansluiten bij de mening van andere fracties.
Deze mening luidt dat dit onderzoek per jaar dient door te gaan en aan de raad
wordt voorgelegd.
De heer de Vos zegt dat ook zijn fractie er vóór is om dit onderzoek op dezelfde
wijze voort te zetten. Zijn fractie zit echter niet te wachten op een landelijke
regeling. Vooral als men kijkt naar de prijsverschillen die optreden als een
huisarts deze onderzoeken gaat doen. Hij vraagt zich af waar men dan mee bezig is.
Hij zegt dat men momenteel een goed lopend onderzoek heeft. Er is een opkomst
percentage van 90% en hoger. Dit percentage kan volgens hem niet verbeterd worden,
omdat men 100% toch niet kan halen.
Hij zegt dat de gemeente per inwoner 1,kwijt is. Volgens hem wijzen de reken
sommetjes van het Streekgewest uit, dat hoemeer je er een huisarts in betrekt, hoe
duurder het onderzoek wordt. Volgens hem wordt het dan niet alleen duurder, maar
ook slechter. Hij denkt dat juist de gekozen opzet van het onderzoek centraal
met oproepingskaart-niet verbeterd kan worden door het onderzoek door huisartsen
te laten doen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
Wethouder Fakkers wenst de aantekening geacht te worden te hebben tegen gestemd.
Voorstel inzake rijkslening voor grond-en bouwkosten en jaarlijkse bijdrage voor
4 woningwetwoningen en 9 bejaardenwoningen in Fijnaart Volgnr 84-VII-83
De heer van Halderen vindt het een verheugend voorstel. Hij is blij dat er weer
zoiets gebouwd kan gaan worden. Hij verwijst in dit verband toch naar een eerder
genomen besluit door de raad. Zijn fractie vraagt of het college eventueel medede
lingen kan doen over het stuk grond dat ligt tussen busstation en Edvard Grieg-
straat, waarover de raad kort geleden een voorbereidingsbesluit heeft genomen.
De voorzitter is blij dat de heer van Halderen dit punt even in het midden brengt.
Het college komt in de volgende raad met dit punt terug om de raad er een besluit
over te laten nemen. Hij zegt dat het college op dit moment geen gebruik zal 4
maken van het voorbereidingsbesluit, omdat het college dan in feite min of meer
een oneigenlijk gebruik van het besluit zou maken. Er is immers medewerking gegeven
door de raad, door middel van het nemen van een voorbereidingsbesluit, met in
het achterhoofd dat er niet gebouwd kon worden in Oost. Nu dit echter wel kan
vindt het college dat de raad opnieuw de kans moet hebben om zich uit te spreken
over wat er ten aanzien van de grond wel of niet zou moeten.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders.
Voorstel tot het nemen van een algemeen besluit, waarin het college wordt gemachtigd
gemeentegaranties te verlenen m.b.t. geldleningen bij woningaanpassingen ten
behoeve van gehandicapten. Volgnr. 84-VII-78
De voorzitter zegt dat dit feitelijk een hiaat is in de regeling bij delegaties.
De heer de Vos zegt dat er in zijn fractie over dit voorstel een vraag is gerezen.
Het blijkt volgens hem dac er sinds 1978 geen gebruik meer van deze regeling is ge
maakt. Dit blijkt volgens hem uit het feit dat men nu pas ontdekt heeft dat het
delegatiebesluit niet goed is. Hij zegt dat er misschien toch wel gebruik van is
gemaakt, maar dat dit langs de raad heen is gegaan.
De voorzitter zegt dat dit laatste met het geval is. Hij zegt dat als er zoiets voor
komt men de regelingen nagaat. Hij zegt dat nu blijkt dat er een hiaat aanwezig was.