-2- Hij verzoekt aan het college om deze zaak nauwlettend in de gaten te houden. Als blijkt dat deze dienstverlening onvoldoende is,dan moet men volgens hem bereid zijn om iets aan deze zaak te doen. Eventueel met een bijdrage. Hij zegt dat dit werkelijk om een zaak van leven en dood gaat. De heer Nachtzaam zegt, dat hij weinig toe te voegen heeft aan het betoog van collega de Vos. Zijn fractie spreekt ook de verontrusting uit dat er maar matig wordt voldaan aan de aanrijtijden. Hij zegt dat de raad had gevraagd om een cijfermatige onderbouwing van minstens een jaar. Men heeft echter een cijfer matige onderbouwing gekregen van een maand. Zijn fractie vindt dit geen cijfer matige onderbouwing. Ook zijn fractie spreekt zijn vrees uit over het ambulance vervoer in de toekomst. De voorzitter zegt, dat het zo is, dat momenteel de huisartsen van mening zijn dat er geen problemen zijn. Vanuit de Gewestelijke Gezondheidsdienst vindt de directie dat het geen probleem voor de gemeente Fijnaart en Heijningen is. Hij heeft dit onlangs nog uit de mond van een van de directieleden vernomen. Niettemin is het college van mening dat de gemeente Fijnaart en Heijningen in een randgebied zit. Het blijkt ook uit summiere gegevens dat men daar ook niet tevreden over kan zijn. Het college zal deze zaak dan ook nauwlettend in de gaten houden.Ook zal men nieuw cijfermateriaal over een langere periode opvragen. Wethouder Fakkers zal dit op bestemde plaatsen ter sprake brengen. De heer van der Werf gaat in op punt q, een ontwerp-begroting 1985 en investerings-^^ plan 1985 van het Werkvoorzieningsschap West-Noord-Brabant. Hij zegt dat hij de ontwerp-begroting heeft bekeken van 1985 van het Werkvoorzienings schap en ook het investeringspleinHet is hem opgevallen dat de gemeente er ruim 7.000,minder aan uit hoeft te geven in 1985 dan in 1984. Hij vraagt zich af of er minder werk verzet wordt of dat de investering niet zo groot is bij het Werkvoorzieningsschap. Hij vraagt of het misschien ook kan zijn dat de gemeente wat terug krijgt van de 250.000,die het Werkvoorzieningsschap terug krijgt van de omzetbelasting. Hij dacht dat dit van te voren in de begroting meegenomen was. Wethouder Fakkers antwoordt hierop dat het feit dat de ontwerp-begroting minder duur uitvalt, komt omdat er erg kosten-bewust gehandeld wordt op het Werkvoor zieningsschap. Men heeft daar toch gedurende een drietal jaren aanzet gegeven om de begroting en de uitgaven zodanig op peil te krijgen dat het beter uitkomt. Ten aanzien van de omzetbelasting kan hij de heer van der Werf mededelen dat die kwestie zeer verheugend is afgelopen voor het Werkvoorzieningsschap. Die vordering is inmiddels van tafel. De heer van der Werf wil er nog een klein vraagje aan toevoegen, zodat hij misschien een volledig antwoord kan krijgen. Hij vraagt of die omzetbelasting is meegenomen in de begroting van 1976 tot en met 1981 en of de gemeente er straks nog iets van terug krijgt. Wethouder Fakkers zegt dat het een naheffing is geweest. Het is namelijk zo dat het Werkvoorzieningsschap zelf nimmer met de omzetbelasting rekening heeft gehouden omdat er toezeggingen waren van de zijde van de Inspectie. Hij zegt dat het schap in een keer door een ommezwaai alsnog een vordering op dat grote bedrag krijgt. Toen is er een gesteggel over geweest tussen het schap en de inspectie en daar zijn wat bezwaren aangetekend. Het schap heeft het uiteindelijk gewonnen. Hij denkt dat het uit de boeken is gebleven en dat men geen navordering krijgt. De voorzitter zegt dat men hier verheugd over kan zijn. Dit neemt echter niet weg dat er ten aanzien van het Werkvoorzieningsschap net zo goed gekeken moet worden als ten aanzien van andere regelingen waar de gemeente mee te maken heeft. Men zal in de toekomst met meerdere kosten komen te zitten, omdat er in de toekomst kosten zullen zijn waarvan het ministerie eist dat die door de gemeente betaald moeten worden. Hij zegt dit even, omdat de raad later misschien op zou merken dat het college dit ook wel eens eerder had mogen zeggen. De heer Nachtzaam gaat in op punt v, een rapportering van Sportfondsen Nederland N.V. inzake vergelijkend exploitatieonderzoek. Hij zegt dat in een commissievergadering van Cultuur, Onderwijs en Sport en Welzijn werdj-gezegd: In opdracht van de raad is dat rapport er gekomen en we zullen er dan ook mee terug gaan naar de raad". Hij zegt dat men dit onderwerp nu in de ingekomen stukken terug kan vinden. Hij vraagt of deze zaak hiermee dan is afgedaan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1984 | | pagina 107