- 21 -
In de laatste regel van het voorstel wordt gesproken over suggesties.
Graag zou hij de volgende suggestie willen overbrengen. In een krant
heeft hij gelezen, dat de gemeente Papendrecht een bepaalde vacature
bank bij de gemeente zelf heeft ingericht. Het betreffende kranten
artikel heeft hij uitgeknipt en wil hij het college graag toespelen.
Misschien zou in contact met de gemeente Papendrecht kunnen worden
getreden, teneinde te vernemen hoe die vacaturebank eigenlijk werkt.
Het voorstel in zijn totaliteit spreekt zijn fractie wel aan, maar
graag zou ze zien dat het college bekijkt of een en ander meer
plaatselijk geregeld kan worden. Hij kan het college nu alleen
nog verder succes toewensen en hij deelt mede, dat zijn fractie
verder voorstellen met belangstelling tegemoet ziet, hopelijk op
niet al te lange termijn.
Wethouder Fakkers concludeert, dat alle sprekers de voorkeur uit
spreken voor een plaatselijke werkgroep en niet voor 't Hoekske.
Hij zegt, dat het college in contact is getreden met 't Hoekske
omdat het niet de deskundigheid in huis heeft en ook niet de man
kracht heeft op sociale zaken om een dergelijke groep jongelui
te gaan begeleiden en zodanig te begeleiden, dat er ook wat
uit gaat komen. Alles geschiedt op basis van vrijwilligheid, hetgeen
betekent dat alles van de jongelui zelf af moet komen. Het betreft
groepsprocessen, waarvoor - wanneer men een groep personen voor
zich krijgt - men moet zijn ingesteld. Als er in de gemeente zelf
deskundigheid aanwezig is, dan is dat hem en hij denkt ook het
college, best. Het college is in ieder geval in eerste instantie bij
't Hoekske terecht gekomen, omdat dit een instelling is, die op
het betreffende terrein werkzaam is en als zodanig ook ervaring
heeft, met name door jongeren bij elkaar te brengen in Zevenbergen.
Het college is in zee gegaan met 't Hoekske, zonder overigens al
direct bindende afspraken te maken. Het college heeft het wensen
pakket naar voren gebracht, met daarbij de vraag aan 't Hoekske
om aan te geven in hoeverre het daarvoor is uitgerust. Het kosten
aspect is daarbij ook gevraagd.
Hij merkt op, dat de heer van Halderen heeft gezegd, dat het voorstel
eigenlijk beperkt van opzet is, hetgeen hij hem graag gewonnen
geeft. Hij merkt hierbij op, dat het ook niet meevalt om hier met
een afgerond voorstel te komen. Het college kan alle - op zich
waardevolle - suggesties schrijven die in "doe"-nota's en in F.N.V.
nota zijn aangegeven, maar deze moeten uiteindelijk allemaal ver
taald gaan worden naar de doelgroepen toe waarmee gewerkt gaat
worden. De mensen moeten daarbij zover worden gemotiveerd, dat
men daar achter gaat staan. Met de projecten in de hand, dient de
vraag te worden gesteld of men bereid is hieraan mee te werken.
Er is nog heel wat te doen in Fijnaart, zoals de heer Koevoets op
merkt. Het college heeft ook heel wat plannen op dit gebied, maar
de situatie van artikel 36 WWV dient hierbij goed in ogenschouw
te worden genomen. Men is in dit verband veelal afhankelijk van de
goedkeuring van het Ministerie ter zake, omdat men concurerend
bezig zou kunnen zijn. Het kan namelijk zo zijn, dat mensen met
behoud van inkomen gaan werken aan objecten, die ook door het
particulier initiatief of het bedrijfsleven gedaan kunnen worden.
Al deze aspecten spelen hierbij een rel, waardoor het voor het
gemeentebestuur een zeer moeilijke zaai; is om een eenduidige recht-
toe-recht-aan oplossing te creëren voor plaatselijke werkloosheid.
Dit lukt eenvoudig tot op heden gewoon niet.
Door de heer van Halderen is naar voren gebracht, dat zijn fractie
graag had willen vernemen hoe het met de werkloosheid in de gemeente
in het algemeen is gesteld en met de jeugdigen in bijzonder.
Hij dacht, dat het college in zijn voorstel zich heel duidelijk en
terecht beperkt heeft tot de doelgroep, die door het Ministerie
zelf genoemd wordt, namelijk de doelgroep tot 23 jaar en daarvan af-
- -i_