- 4 - De heer van Dueren den Hollander begrijpt dit wel, maar hij merkt op dat het binnenwater ook aan de buitenkant van de gracht kan liggen. De voorzitter antwoordt, dat hier gevist zal mogen worden, hetgeen ook precies in de voorschriften zal worden aangegeven. De heer van de Merbel zegt, dat in de Staat IV betreffende de liqui- diteitspositie van de gemeente per 1 april 1983 (punt b) een bedrag van f 500.000,-- voorkomt. Het betreft hierbij nog te ontvangen onroerendgoedbelasting over 1981. Hij vraagt het college om aan te ge- van wat dit nu precies betreft. Hij vraagt verder of iets dergelijks over 1982 niet op deze Staat IV dient te staan. Tenslotte wenst hij graag te vernemen wanneer het college de feitelijke inning wenst te laten verzorgen van de belastingen over 1981 en 1982. De voorzitter antwoordt op de laatste vraag, dat datgene betreffende het jaar 1981 op komst is. Het is daarbij zo, dat dan niet direct met het jaar 1982 kan worden gekomen, daar hiermee dan toch wel de burgers worden ontriefd. De heer van de Merbel antwoordt hierop, dat hij dit weet, maar hij vindt, dat de feitelijke inning over 1981 toch wel onderhand moet komen. Hij dacht, dat het hier ook een cruciaal jaar betreft met ver hogingen en dergelijke. Dit is dan misschien ook wel de reden van het college geweest om hieraan geen hoge prioriteit te geven. Hij vindt, dat een en ander slecht overkomt. De voorzitter antwoordt, dat het wel prioriteit heeft. Het kan best zo zijn dat het slecht overkomt, maar prioriteit heeft het zeerzeker. Hij tekent hierbij aan, dat wanneer een en ander intern betreffende dit punt niet goed op papier staat en uitgezocht is, er fouten zullen ontstaan bij de inning. Hij zegt, dat het college niet bereid is om op deze manier aan fouten mee te werken. Helaas is er op de afdeling Financiën, door welke omstandigheid dan ook, hier en daar wel eens een hiaat te vinden. Dit is allemaal niet zo erg, maar het college wil er nu toch wel eens van af. Hij is het met de heer van de Merbel eens, dat de raad kan stellen dat de zaak betreffende de inning over 1981 nu toch eens afgewerkt moet worden. Hij kan hier echter alleen op antwoorden, dat het eigenlijk iets eerder zou moeten dan nu het geval is. Het heeft alle aandacht. Meer kan hij in deze ter verdediging niet aanvoeren. Een en ander zal in een redelijk schema worden gepast, zodat de burger niet te veel de dupe wordt van versnelde invordering over 1982. Hij zegt verder, dat het jaar 1982 nog niet op de Staat IV wordt opge voerd, omdat het een dienstinkomst betreft. Een exact antwoord met betrekking tot de opvoering van het bedrag van f 500.000,-- op de Staat IV zal de heer van de Merbel nog worden ge geven, omdat hij hier nu niet direct op kan antwoorden. De heer van de Merbel zegt, dat hij bij eerdere gelegenheden heeft begrepen dat er eai bevoorschotting en dergelijke plaatsvindt. Wanneer hij nu echter zo'n bedrag ziet, dan denkt hij dat er toch een groot stuk rentederving inzit voor de gemeente. De voorzitter is het met dit laatste helemaal eens met de heer van de Merbel. Wanneer men echter verschillende dingen op de rails aan het zetten is en men alles gelijkmatig op die rails wil zetten, dan omt- komt men echter niet aan het gevolg dat de heer van de Merbel zojuist heeft weergegeven. De heer Koevoets gaat in op het controlerapport van het Verificatie bureau inzake de controle der diverse kassen ter gemeentesecretarie over het le kwartaal 1983, zijnde een gedeelte van punt 1 van de ingekomen stukken. Door het Verificatiebureau is in het rapport de volgende notitie gemaakt: "Gezien de aard van bepaalde ontvangsten en de omvang van de secretarie-organisatie, waardoor een verdere functiescheiding niet kan worden doorgevoerd, kunnen wij de volledigheid van de verantwoording van dergelijke ontvangsten niet vaststellen".

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 73