- 3 -
koopakte, dan is de gemeente naar de mening van zijn fractie ver van
huis. De gemeente heeft dan alleen nog maar viswater, en dan wel te
verstaan gedeeltelijk viswater.
De voorzitter antwoordt, dat het hier een goedkeuring door Gedeputeer-
de Staten betreft van de koopakte, hetgeen te maken heeft met de wij
ziging, dat getracht zou worden om de torpedoloodsen voor de gemeente
te behouden. Hij zegt, dat dit is gebeurd. De gemeente kan de torpedo-
loodsen gebruiken en zal ze zelf moeten onderhouden. Hiernaast is er
een overeenkomst gesloten tussen Staatsbosbeheer en de gemeente, waar
in een aantal zaken nader zijn geregeld. Deze zaak is niet verbonden
aan het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten, daar dit laatste
uitsluitend nodig is voor de financiën.
In de overeenkomst staat ten aanzien van de parkeersituatie het
volgende: "Staatsbosbeheer zal zorgen voor parkeergelegenheid voor be
zoekers en vissers. Het tijdstip van aanleg van een officieel terrein
is afhankelijk van de financiële middelen. Tot het tijdstip van aanlec
van dit officiële terrein zal ten bate van de hengelsportvereniging
"'t Schietertje" de huidige parkeersituatie op het fort gehandhaafd
blijven. Tot dan kunnen ook bezokers van het fort van deze parkeersi
tuatie gebruik maken".
Hij meent, dat de parkeersituatie op het fort met dit alles goed ge
regeld is.
De heer van Dueren den Hollander zegt, dat het dax nodig is dat een en
ander exact zwart op wit vastligt. Ook als men zogenaamd gerenomeerde
partijen tegenover zich heeft, is het toch goed dat op schrift staat
wat er precies aan de hand is. Hij vraagt of hetgeen de voorzitter nu
naar voren heeft gebracht, niet beter ter inzage had kunnen liggen
bij de ingekomen stukken in de raadsportefeuille
Het summiere stuk, dat thans in de raadsportefeuille heeft gelegen
is voor hem de aanleiding geweest om de vragen te stellen zoals hij
zojuist gedaan heeft.
Hij vindt hierom, dat de overeenkomst met Staatsbosbeheer beter ook
bij de raadsstukken had kunnen worden gelegd.
Hij zegt, dat hij overigens nog geen antwoord heeft gekregen op de
zaak betreffende het binnenwater. Destijds had nog veel meer aan de
conditiekant gesteld kunnen worden. Als nu datgene wat door de raad
v/el is gesteld maar realiteit wordt, dan vindt hij dit best. Hij zou
het niet goed vinden, dat de door de raad voorgestane condities niet
ergens zwart op wit op schrift terug te vinden zouden zijn.
De voorzitter antwoordt, dat het stuk met het goedkeuringsbesluit vai
Gedeputeerde Staten gewoon bij de ingekomen stukken ter inzage heeft
gelegen
Hij merkt op, dat wanneer een aantal zaken niet geregeld zou kunnen
worden het uitgangspunt geweest zou zijn dat het college eerst terug
bij de raad zou komen.
Hij geeft toe, dat het verstandiger zou zijn geweest wanneer de over
eenkomst met Staatbosbeheer bij de stukken had gelegen. Dit had inder
daad vragen kunnen voorkomen. Wat het buitenwater betreft, deelt hij
mede, dat in feite dezelfde rechten die er momenteel zijn, blijven
en gecontinueerd zullen worden. Deze rechten staan ook exact omschre
ven
De heer van Dueren den Hollander merkt op, dat er bij het fort een
buiten- en een binnenwater is. Beide wateren staan met elkaar in
verbinding en zouden allebei bevist kunnen worden.
De voorzitter zegt dat het met name gaat om het feit aan welke kan me!
zijn visplaatsen heeft. De visplaatsen wil men aan de buitenkart van d«
gracht hebben.