- 23 - in de buurt een uitgang hebben. De heer van Halderen zegt, dat hij niets te veel zegt dat men hier te maken heeft met een nogal omstreden voorstel. Hij zegt allereerst, dat de bouw van de 18 HVAT-woningen op de plaats waar ze nu worden gebouwd, niet met de instemming van zijn fractie is geschied. Hij verwijsfhier voor naar de raadsvergadering van 28-07-1982, waarin zijn fractie heeft opgemerkt, dat de afrit in elk geval erg steil zou zijn. Op de tweede plaats heeft zijn fractie naar voren gebracht dat zakelijk en technisch verlegging van de afrit een slechte oplossing is. Ten derde is gezegd, dat een eventueel financieel tekort behoort te drukken op he plan Centrum. Op 18-8-1982 heeft zijn fractie een en andermaal opnieuw naar voren gebracht, dat de Molenstraat op het smalste punt maximaal 6 meter breed zal zijn, waarmee een verkeersgevaarlijke situatie in het leven wordt geroepen. Zijn fractie heeft verder nog ernstige kritiek op de aanzienlijke overschrijding van f 85.500,-- of daar omtrent, op de eerste raming. De voorzitter antwoordt op dit laatste, dat dit geen juist beeld is. Zaken die helemaal eerst niet in de raming zaten en die wel gevraagd zijn, worden thans namelijk meegerekend. Ten aanzien van de nutsbe drijven was in eerste instantie reeds een grote kanttekening geplaatst. Met het feit, dat er een aanzienlijk hoger bedrag uit het geheel komt, gezien de vragen die er waren, kan hij het eens zijn. De vergelijking, die de heer van Halderen maakt gaat naar zijn mening niet op. De heer van H.alderen zegt, dat hij constateert dat het bouwrijpmaken alleen al f 43.000,-- duurder is geworden in vergelijking met het originele plaatje. Gemakshalve of misschien per ongeluk zijn indertijd de B.T.W. en de straatverlichting vergeten. Zijn fractie vraagt zich af of er in augustus 1982 misschien een politieke begroting lag. Mis schien dat hierover iets vermeld kan worden. De voorzitter antwoordt, dat de heer van Halderen hierover niets kan verwachten, daar politieke begrotingen niet worden gemaakt. De heer van Halderen zegt, dat de Kerkring renovatie bijna ten einde is en dat wanneer de bomen de kans krijgen om te groeien het een fraai ge heel zal worden. Aan de kant van de Molenstraat maakt een gedeelte van de afrit in feite deel uit van een eventuele herinrichting Voorstraat. Zijn fractie vraagt zich af of ze niet geleidelijk aan en een beetje geruisloos voor het blok wordt gesteld, wanneer er eventueel beslist moet worden over een herinrichting van de Voorstraat. Hij vraagt zich af of de op de keermuur te plaatsen bloembakken, zoals het nu wordt voorgesteld, niet beter in de muur gemetseld kunnen worder. Bij het zetten van de bloembakken op de muur vreest zijn fractie, dat deze zo ontsierd of verdwenen zullen zijn. Tenslotte vraagt hij het college of het kan aangeven of er misschien nog iets aan de steilte van de afrit kan worden gedaan. De voorzitter verbaast zich steeds meer over de vragen die nu gesteld worden, gezien het feit, dat een en ander reeds in de commissies Ruimtelijke Ordening en financiën is voorgelegd. Het zou naar zijn me ning erg gemakkelijk geweest zijn, wanneer al deze zaken in de commis sies aan de orde zouden zijn gesteld. Een en ander had de besluitvor ming wel een beetje zinvoller gemaakt. Eerlijk gezegd begint hij nu te twijfelen aan commissies. Hij vraagt zich af waarom nu niet verscheidene zaken reeds in de commissies zijn voorgelegd. De heer de Vos antwoordt hierop, dat voor een gedeelte het zaken be treffen die in de commissies zijn behandeld, met name wat de heer van Halderen noemt met betrekking tot de steilte van de trap. Hij merkt hierbij direct op, dat wanneer de verslagen van de commissievergade ringen worden bezien, veel zaken die naar voren zijn gebracht ineens verdwenen zijn. Dit leidt toch wel tot het feit dat verschillende zaken dubbel behandeld worden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 55