-5- Het is in ieder geval wel een uiterst moeilijke zaak. Bij de rekening van het totale grondbedrijf zal op dit punt worden terug gekomen De heer Koevoets vraagt of de grond op Dintelmond I grotendeels in erfpacht is uitgegeven. De voorzitter antwoordt, dat dit niet het geval is. Hij denkt, dat er zelfs geen ander geval buiten Dekabo is. Hij merkt op, dat het voorstel vervat onder agendapunt 18 juist is opgevoerd om een en ander glad te strijken, hetgeen ook wel zal lukken. De heer Koevoets ~egt ten aanzien van punt n, dat zijn fractie heeft gelezen dat de gemeente zich heeft aangemeld voor experimenten in jiet kader van het Nationaal Plan voor de Verkeersveiligheid. Zijn fractie begrijpt eigenlijk niet waarom de gemeente dit doet. De voorzitter antwoordt, dat op verzoek van de raad de gemeente ;ich heeft aangemeld. Hij zegt, dat de heer de Vos er vragen over heeft gesteld, naar aanleiding van een tekst in het blad Binnenlands Bestuur. Het college heeft daarna contact gehad met de provincie en door middel van een schrijven te kennen gegeven dat de gemeente er belangstelling voor heeft. Dit is ook de reden dat de gemeente een brief van Gedeputeerde Staten heeft terugontvangen die nu in de portefeuille ter inzage is gelegd. Hij zegt dat er helaas ontzettend veel regelingen zijn, waarvan er vaak 99 van de 100 niet van de grond komen in het kader van regulering, deregulering decentralisatie en centralisatie enz. De heer Koevoets zegt, dat zijn fractie eigenlijk wenst te zeggen, dat zij aanmelding op zich wel aardig vindt, maar dat zij graag experimenten daad werkelijk wenst te zien, die de verkeersveiligheid ten goede komen. Zijn fractie denkt, dat er niet afgewacht moet worden in deze. Wordt de agenda bekeken van hedenavond, dan dacht hij dat de raad alle kans heeft om op een goede manier bezig te zijn voor wat betreft de verkeersveiligheid. De heer van de Merbel wenst graag iets op te merken om misverstanden te voor komen. Het zou kunnen zijn, dat een en ander zo is overgekomen, dat de brief van Gedeputeerde Staten er nu ligt, omdat het door een raadslid gevraagd is. Hij wenst graag te stellen, dat het college naar aanleiding van vragen van een raadslid zelf het initiatief genomen heeft. De voorzitter antwoordt, dat het niet zo is dat het college er niet graag aan mee wenst te doen. Het college wil graag alles doen om een en ander in dit kader gerealiseerd te krijgen. Hij heeft met hetgeen hij heeft gezegd bedoeld, dat er echter wel vaak zaken zijn, die men in Den Haag bedacht heeft waarbij het financiële aspect nog helemaal niet afdoende bekeken is. Vaak zijn er hierbij nog helemaal geen ideeën hoe een en ander moet. Op zich zijn het allemaal regelingen die best zinvol zijn. Het probleem is, dat men overspoeld wordt met dergelijke zaken en dat de uitvoering erg moeilijk is, daar er een golf van ambtelijke in stanties wordt ingeschakeld. De heer Koevoets zegt, dat de woorden van de voorzitter aardig aansluiten op datgene wat zijn fractie naar voren heeft gebracht. Hij hoopt, dat er in Fijnaart daadwerkelijk iets wordt gedaan aan de verkeer veiligheid en dat niet alleen maar iets wordt aangemeld. Er moet echt aan de verkeerveiligheid worden gewerkt, waartoe de raad overigens deze raadsverga dering alle kansen heeft. De voorzitter hoopt, dat hij heeft kunnen aangeven dat het college het initiatief tot aanmelding zeker wel juist vindt. De heer Koevoets merkt ten aanzien van punt c[, een brief van 17 maart 1983 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat inzake 30 km/h-regelinghet volgende op. Hij dankt het college voor de snelle ter inzagelegging van het stuk. In de krant heeft men kunnen le^en dat elders nogal wat belangstelling bestaat voor deze nieuwe regeling. De zaak zal men in nogal wat gemeenten gaan onderzoeken. Zijn fractie vindt dit een positieve benadering en ziet ook ten aanzien van Fijnaart en Heijningen een aantal mogelijkheden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 37