- 15 -
Dit is niet gebeurd. Hij kcmt terug op datgene wat gezegd is door wethouder
van Dis. Hij heeft diens woorden een beetje geveeld als een verwijt aan
zijn adres, alsof hij zou spreken uit rancunegevoelensHij vindt toch
dat hij dit niet doet, omdat hij van mening is dat hij een en ander zakelijk
benadert
De opmerking van de heer van Dueren den Hollander, als dat hij kortzichtig
zou zijn, treft hem onaangenaam.
De heer van Dueren den Hollander merkt op dat het bij hem ook wel eens voor
komt dat hij iets onaangenaam aanvoelt. Hij heeft gezegd dat het enigszins
tendeert naar een zekere kortzichtigheid. Hij houdt deze woorden overigens
staande, cf wethouder Fakkers zich hier nu deer getroffen voelt of niet.
Hij heeft een en ander niet zo abrupt en ruw uitgesproken, zoals 'Wethouder
Fakkers aangeeft.
Wethouder Fakkers antwoordt dat dan eigenlijk de opnameband teruggedraaid
zou moeten werdenHij merkt op dat hij alleen behoefte heeft te
reageren op datgene dat de heer van Dueren den Hollander aan zijn adres
heeft gezegd.
Hij stelt nogmaals dat het verwijt van kortzichtigheid hem onaangenaam
treft. In de tijd dat de heer van Dueren den Hollander en hij collega's
waren, is er in de jaren 1974-1978 nogal eens een aantal keren naar Den
Bosch getogen, waar onderhandelingen zijn geveerd over het doortrekken
van de T44 Fijnaart, Zundert, om juist die ontsluiting te krijgen waar men
nu in feite voor een tweede maal mee geconfronteerd wordt.
Hij stelt dat het college er teen in zijn totaliteit achterstond, cm deze
doortrekking gerealiseerd te krijgen.
Van die kortzichtigheid blijft dan dit in ogenschouw nemende, volgens hem
dan niet zoveel meer ever.
Waar het in feite op vastzit is dat in al die jaren vanaf 1974 steeds de
gemeente het onderspit heeft gedolven, ondanks zakelijk verzet, het aandragen
van alternatieven en het verzoeken om vlotte, open en eerlijke procedures
van de zijde van de gemeente.
Wat nu overgebleven is, is een plan dat zc minimaal is en zc'n grote onzeker
heid biedt en geen zicht geeft op de werkelijke kosten. Hij zegt dit op
basis van zakelijkheid en niet uit rancune. Het:plan acht hij niet als iets
dat in het gemeentelijk belang is.
Wethouder van Dis zal niet verder ingaan op hetgeen de heer van Dueren den
Hollander heeft gezegd. Hij merkt op dat de heer van Dueren den Hollander
en hij het niet altijd eens zijn met elkaar. Hij is toch blij dat ze nu op
zakelijke punten het eens zijn met elkaar
Hij merkt cp dat de heer Kannekens in feite niet anders heeft herhaald,
dan datgene dat hij in eerste instantie al gezegd heeft over wat er allemaal
voorgevallen is
Hij is het eens met de heer Kannekens dat wat er gebeurd is, de toets der
kritiek niet kan doorstaan.
Deer de heer Koevoets wordt gespreken over chantage. Hij moet in deze de
heer Kannekens en de heer Kcevcets toch op één lijn zien. Zij laten hun gevcel
meer spreken dan de zakelijke overwegingen.
Hem is geleerd in de lange jaren dat hij toch in het zakenleven zit, dat
wanneer hij met zijn gevoelens te werk ging in plaats van zakelijke overwegingen
te laten gelden, hij altijd verkeerde zaken gedaan heeft.
Wanneer men zakelijk bezig is, dan kcmt men uiteindelijk toch weer aan de
winnende hand.
Hij wil toch kort ingaan op hetgeen de heer de Vos naar voren heeft gebracht,
juist omdat hij hem heel weinig zakelijk vindt.