-3-
Zijn er mensen van de raad, die ook belangstelling hebben om er heen te gaan
en die wensen, dat er namens de raad iemand vertegenwoordigd moet zijn dan
kan dit. Hij zegt, dat het hier gaat om een kwestie inzake de ruimtelijke
ordening, vervoer ^an gevaarlijke stoffen enz. Hij vraagt zich af of deze
zaken in dit verband als gemeente moeten worden behandeld.
De heer Koevoets deelt mede, dat zijn fractie met betrekking tot ditzelfde
punt de vraag had of er iemand van het college naar de bijeenkomst toegaat.
Deze vraag is nu beantwoord, namelijk neen. Zijn fractie ziet hierom nu toch
wel graag, dat er iemand namens de gemeente gaat, daar zij de materie kern
bewapening toch wel belangrijk vindt. Gezegd kan wel worden dat het een
Rijkszaak betreft, maar als gemeente kan toch wel een zekere invloed worden
uitgeoefend op het gehele beleid betreffende de kernbewapening. Of men er
nu vóór of tegen is om kernwapens te hebben in de gemeente is een tweede,
maar het lijkt zijn fractie gewoon interessant om iemand of meerdere mensen
namens het gemeentebestuur - hetzij de raad, hetzij het college of allebei -
de bijeenkomst te laten bijwonen.
De voorzitter zegt, dat het college heel nadrukkelijk stelt, dat het niet
voorstelt dat er iemand of meerdere mensen namens de gemeente moeten gaan.
Hij zegt, dat de raad te allen tijde de mogelijkheid heeft voor te stellen
mensen af te vaardigen.
De heer Koevoets antwoordt hierop, dat zijn fractie graag een dergelijk
voorstel wenst in te dienen. Hij zegt, dat misschien de PvdA-fractie het
voorstel wel wenst in te dienen, gezien het feit dat deze fractie het eerst
aan het woord is geweest. Hij zegt, dat zijn fractie het maar doet en dat,
naar hij aanneemt, de PvdA-fractie het voorstel wel zal steunen. Zijn frac
tie doet het voorstel om één of meerdere vertegenwoordigers van de gemeente
op de gebruikelijke wijze de gemeente te laten vertegenwoordigen op de con
ferentie
De heer Nachtzaam en de heer de Vos ondersteunen dit voorstel
De heer van de Merbel zegt, dat er een gemeentelijk stuk in de portefeuille
ligt. Op dit stuk staat een gemeentelijk stempel met een paraaf erop van een
gemeentelijke functionaris. Hij vraagt of er dan nu wel of niet naar de con
ferentie wordt gegaan.
De voorzitter antwoordt, dat officieel het college niet gaat. Dit staat ook
heel duidelijk bij de ingekomen stukken. Bij dit punt betreft het echter
een stuk waarbij wordt gevraagd of de leden van het college naar de confe
rentie willen. Hij zegt, dat bij uitnodigingen die het college regelmatig
bereiken steeds de handelwijze in de vorm van weergave van "wie gaat(n)"
wordt gehanteerd.
De leden van het college zullen vaak daar naar toe gaan wat hen bijzonder
interesseert. Soms betreft het een uitnodiging waarbij een lid of leden van
het college typisch de gemeente vertegenwoordigen. In vele gevallen is dit
echter nauwelijks aanwijsbaar. Het college vindt hierom bij dit punt dan;
ook niet dat het als gemeente bij de conferentie vertegenwoordigd moet zijn.
Dit laatste neemt echter niet weg dat het een lid van het college volkomen
vrij staat om op een bepaalde uitnodiging in te gaan. In dit geval gaat
wethouder Fakkers graag naar de conferentie.
De heer van de Merbel concludeert, dat het eigenlijk een privé-ontboezeming
is van één van de wethouders.
De heer Kannekens merkt op, dat er direct een voorstel komt om een lid of
leden van de raad af te vaardigen namens de gemeenteraad. Hij zegt, dat hij
dan eventueel ook gekozen kan worden om aanwezig te zijn op de conferentie
en deelt mede, dat hij hier niets mee te maken wil hebben en daarom er ook
niet op in zal gaan. Op voorhand geeft hij aan dat hij er niet naar toe
wenst te gaan.
De heer Koevoets merkt op, dat een en ander niet moet worden opgevat in de
zin van iemand naar de conferentie toesturen. Met zijn voorstel beoogt hij
mogelijkheden open te houden om iemand van de raad namens de gemeente naar
de conferentie te laten gaan.
