V
- 76 -
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
17. Rondvraag (eventueel schriftelijk ingediende vragen).
De voorzitter merkt op dat er een antwoord van het college is op de vraag van de
heer Nachtzaam betreffende de leerlingen O.L.S. Fijnaart.
De heer Nachtzaam dankt het college voor het antwoord, maar merkt op dat de
vraag niet van hem is gekomen, maar van de heer de Vos.
De voorzitter antwoordt dat hij ook steeds dacht dat de vraag door.de heer de
Vos was gesteld. Bij het tekenen constateerde hij dat het de heer Nachtzaam
betrof, maar hij dacht d&t de naam wel uit de notulen gehaald zou zijn.
Hij stelt vervolgens de raad voor om morgen namens de raad bij de heer van de
Merbel een bloemetje te bezorgen, met van harte beterschap en tot spoedig
ziens in de raad.
De raad stemt hiermee in
De heer Bos merkt op dat hij vandaag de voorzitter eens als echte voorzittèr
achter de tafel heeft zien zitten. Hij stelt voor dat de voorzitter voortaan
altijd de oude ambtsketen draagt. Deze keten siert volgens hem een burgemeester
veel meer, dan de nieuwe ambtsketen. Hij wenst er nu een voorstel van te maken.
Kan hier geen voorstel van gemaakt worden, dan vindt hij dat er maar een nieuw
krediet moet worden verstrekt voor een betere ambtsketen.
De voorzitter zegt dat er misschien gekeken kan werden om met de onderdelen
van beide ambtsketens een goede ambtsketen te verkrijgen.
De heer Bos merkt op dat van een wangedrocht nooit iets gced kan werden gemaakt.
De voorzitter zou dit toch niet willen zeggen.
De heer Koevoets merkt op dat wanneer de voorzitter behoefte voelt om echt indruk
wekkend een moeilijke raadsvergadering te leidenKjhfetgareel aan meet deen.
Anders is de voorzitter gewoon een sierpaardje voer de raad.
De voorzitter denkt toch dat hij juist bij moeilijke vergaderingen de cude
ambtsketen aan moet hebben
Hij meet eerlijk zeggen dat om een tijd met een ambtsketen te zitten het wel
plezieriger is om deze oude ambtsketen te gebruiken, dan de nieuwe ambtsketen.
18. Sluiting
De voorzitter merkt op dat er nu 7 uur is vergaderd. Hij meent dat het toch zinvcl
is dat eenieder zijn of haar woordje heeft kunnen deen. Plezierig vindt hij dat
nu toch, in tegenstelling tot vcrige jaren, vroeger met de vergadering is begonnen.
Hij vindt dat het nu toch een hele verbetering is geweest.
Men is nu op een redelijke tijd klaar en alle voorstellen zijn cp een rustige
manier met elkaar bekeken.
Misschien dat er in de toekomst nog tot een andere procedure wordt gekomen, maar
in elk geval is zijn indruk dat het vandaag heel behoorlijk is gegaan.
De hele voorbereiding van de afgelopen weken is hierbij ook goed verlopen.
Het college zal nu gaan proberen om datgene wat nu vandaag tijdens de vergadering
is gesteld, op een rij te zetten. Alles wordt in het werk gesteld om een en
ander ambtelijk in te passen
De heer Koevoets vindt dat het toch erg jammer is dat door het vroege tijdstip
van de vergadering en de onbekendheid er maar weinig mensen cp de publieke
tribune hebben gezeten.
De voorzitter antwoordt dat hierover over te praten valt. Bekeken kan werden hoe
dit in de toekomst op te lossen is.
De heer Kannekens denkt toch dat er weinig mensen zijn die het op kunnen brengen
om 7 uur aan een stuk een raadsvergadering bij kunnen wenen.
Hij bewondert de mensen ervoor, die dit vandaag toch hebben gedaan.