- 15 -
worden ontslagen in plaats van één.
De heer Koevoets zegt, dat in een tijd dat er meer en meer openbare scholen
opgericht gaan worden, er ingeval van opheffing van een openbare school
gesproken mag worden van een uniek agendapunt.
Hij vindt - en hierbij mag stilgestaan worden bij een opheffing van een
school - het een trieste zaak voor de mensen, die zich jarenlang hebben
ingezet voor openbaar onderwijs in de kern Heijningen. Er valt echter aan
het feit van opheffing niet te ontkomen.
Met de nieuwe wet op het basisonderwijs in het achterhoofd gaat bij voort
zetting van de huidige daling van het leerlingenaantal de school dicht.
Ook de twee andere scholen in Heijningen ontkomen daar niet aan. Ook bij
deze scholen ontbreekt het minimum aantal vereiste leerlingen en ook deze
scholen hebben zelfstandig geen kans. Daarom is samenvoeging van de scholen
in de kern Heijningen de enige oplossing, teneinde zo lang mogelijk nog een
eigen school te Heijningen te doen laten bestaan.
Naar de mening van zijn fractie is deze samenvoeging alleen succesvol als he
nieuwe bestuur, de leerkrachten, de leerlingen en de ouders het gezonde
verstand gebruiken. In deze dient men respect te hebben voor eikaars levens
overtuiging. Menselijkheid dient men genoeg te bezitten om zich niet te
beroepen op statuten, oude normen en dergelijke. Optimaal dient gewerkt te
worden aan de nieuwe school, want ook deze nieuwe basisschool zal maar net
het hoofd boven water kunnen houden.
Zijn fractie hoopt, dat de nieuwe school op een toch wel duidelijk prote
stants—christelijke basis voldoende neutraliteit zal weten te verkrijgen
om voort te bestaan. Hij zegt dat, indien zijn fractie goed is geïnformeerd,
de rechtspositie van de twee leerkrachten krachtens de faciliteitenregeling
nu en in de toekomst gewaarborgd isook al neemt de raad nu het besluit
zoals bij dit agendapunt wordt voorgesteld. Hij wenst dit van het college
toch wel bevestigd te zien. Hij vraagt wat er met de inventaris van de
openbare lagere school gebeurt na 1 augustus 1983.
Zijn fractie kan - zij het een beetje triest gestemd - instemmen met de
opheffing van de openbare lagere school in Heijningen.
De heer van de Merbel zegt, dat in het voorstel een samenstelling van het
bestuur wordt gegeven. Het betreft 2 leden uit de kring van het Protestants
Christelijk Onderwijs, 2 leden uit de kring van het Openbaar Onderwijs en
de voorzitter.
Dit laatste intrigeert hem toch wel even.
De voorzitter antwoordt met betrekking tot de huisvesting, dat er lokalitei
ten zijn van de openbare school, de Sabinaschool en de ProtKleuterschool
Deze localiteiten staan ter beschikking van de nieuwe Stichting, waaronder
straks een kleuter- en een lagere school ressorteert. Hij zegt, dat het
college bezig is om te kijken hoe voor de toekomst de huisvesting dient te
worden geordend. De bouwkundig inspecteur is hiervoor al reeds geweest. Een
en ander zal worden bekeken. Daarnaast zal er van de Stichting een verzoek
komen tot oprichting van een nieuw schoolgebouw. Of dit al dan niet gereali
seerd kan worden, zal dan worden bekeken. Ook de raad zal hieraan zijn mede
werking moeten geven.
Het college zal binnen redelijke termijn terugkomen op de bestemming van de
vrijkomende lokalen, omdat hierover reeds in ruime mate over wordt gedacht.
Het zal van het onderwijskundige aspect bij de samenvoeging afhangen, welke
lokalen zullen worden gebruikt. Een en ander zal plaats gaan vinden in samen
werking met de Inspectie en de Schoolbegeleidingsdienst.
Wat de rechtspositie van de leerkrachten betreft, merkt hij het volgende op.
De leerkrachten van de bijzondere scholen gaan automatisch mee over naar de
nieuwe Stichting. Via de zogenaamde faciliteitenregeling komen de leerkrach
ten van de openbare school in dienst van deze Stichting. Volledig is aldaar
de rechtspositie gegarandeerd. Hijzelf heeft hier toch wel vraagpunten
over hoe alles technisch moet worden opgelost. Hierover is reeds overleg