- 22 -
in de commissievergadering van de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden.
Hij vindt dat er dan nu niet meer over - in feite - kleinigheden moet werden
gevallen
Wat zijn fractie betreft, betreft het hier een gced compromis. Het college
heeft geprobeerd om een en ander zo eerlijk mogelijk op te stellen.
De controle is er nu in tegenstelling tot de vorige keer ingekomen. Wie de
controle zal moeten gaan doen is voor zijn fractie een vraag. Het college
stelt voor om de controle te laten geschieden door een dcor de raad te
benoemen commissie. Hij denkt dat misschien in dit verband de commissie ad
hoe zou kunnen worden gebruikt.
Ook mogelijk zou zijn de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden als
controle-orgaan te laten functioneren. Een commissie van buiten de gemeente
ziet zijn fractie niet zitten, daar er over niet al te lange tijd geen
gemeentelijk woningbezit meer is.
De gemeentei.cde raad is niet alleen aanspreekbaar voer de mensen wat
betreft een woning, maar is ook politiek verantwoordelijk.
Zijn fractie vraagt zich af waarom de raad dan geen commissie uit zijn midden
zou kunnen benoemen of een bestaande commissie zou kunnen aanwijzen als ccntrcle-
orgaan bij deze huisvestingsregels.
Hij zegt nogmaals dat het hier goede regels betreffen. In de praktijk zal
moeten blijken of er nog wat haken en ogen aan zittenZo dit het geval mocht
zijn, dan kent zijn fractie het college lang genoeg, dat het dan met wijzigings
voorstellen zal komen.
De heer van der Werf merkt neg op dat onder "Algemeen" op pagina 4 staat dat
bij weigering van toegewezen woonruimte binnen 1 week na ontvangst van het
bericht tot toewijzing aan het Overlegorgaan schriftelijk de redenen van
weigering dienen te worden opgegeven. Hij ziet liever dat 1 week gewijzigd
wordt in 2 weken
Een en ander gaat steeds naar de Woningbouwvereniging "Fijnaart" en de
Christelijke Woningstichting en eer dat terug is, dan gaat er altijd steeds
meer dan een week overheen.
De voorzitter merkt op dat er over de huisvestingsregels al meerdere malen en
veel is gesproken. Er is getracht om tot een compromis te komen. Hij merkt
op dat men het nooit helemaal eens zal worden over de regels. In de eerste
plaats is het zo dat men niet precies weet hoe een en ander in de praktijk
zal gaan werken. Daarnaast is het zo dat er altijd wel een verschillend
idee is over een bepaald facet van de regels.
Op een gegeven moment zal toch moeten worden gezegd: "Dit is het meest
haalbare voor ons met elkaar".
Wèthouder Fakkers zegt dat het college voer de regels in deze vorm en niet
voor een verordening heeft gekozen. Het college heeft duidelijk de rechten van
de ingeschrevene vastgelegd. Er is een beroepsprocedure welke is omschreven
op bladzijde 4 van de regels. Er is daar verder geen beroep mogelijk op de
Raad van State. De bezwaar- en beroepsinstanties zijn op pagina 4 heel duidelijk
aangewezen
Met betrekking tot een straftijd bij een weigering van een woning deelt hij
mede dat hij dit thans het beste uit de praktijk kan benaderen.
Hij merkt op dat een huis een schaars goed is en dat iedereen graag een woning
wil hebben. Weigert de betrokkene een woning, dan vindt hij het terecht dat deze
de redenen van de weigering dient aan te geven. De bepaling vermeld op pagina
4 onder "Algemeen" vindt hij in dit kader volledig terecht.
Zijn de redenen goed, dan zal het Overlegorgaan er geen enkel probleem mee
hebben en geen straftijd opleggen.
De voorzitter merkt op dat de heer de Vos het ook gehad heeft over het feit van
het willekeurig opleggen van de straftijd.
Wethouder Fakkers zegt dat hij een willekeurige tijd niet ziet zitten.
Hij merkt op dat tot op heden de praktijk is dat men tot drie keer toe - met
redenen omkleed - kan weigeren.