- 16 - De voorzitter merkt cp dat in de motie is uitgesproken dat een en ander zowel naar de commissie Ruimtelijke Ordening als de commissie Openbare Werken zou gaan en dat er een advisering zou komen. De heer de Vcs antwoordt dat de motie begint met een overweging. Het college stelt nu vcor cm de huidige situatie te handhaven en de zaak maar voorlopig aan te zien. Hij vraagt het college tct hoe lang het de zaak wil aanzien. Hij denkt dat het antwoord is, tct het eerste ernstige ongeval gebeurd is. Hij merkt op dat zijn fractie de put wenst de dempen, voordat het kalf verdrenken is. In het voorstel werdt gesteld dat ncch het college, noch de commissie Ruimtelijke Ordening in staat is cm met een eensluitende cplcssing te komen. Het zij zo, maar dit wil volgens hem nog niet zeggen dat daarem de situatie meet werden gelaten, zcals deze nu is. Hij verzoekt het college om het voorstel alsnog terug te nemen en om de metie verder uit te voeren. Hij merkt op dat de gemeente de gewoonte heeft om naar externe adviseurs te gaan, wanneer het niet uit een bepaalde zaak komt. Hij verzoekt dan ook bij het uitvoeren van de motie, om één cf meer van de volgende externe adviseurs te betrekken: Veilig Verkeer Nederland, Algemene Nederlandse Wielrijdersbond (ANWB), Eerste Nederlandse Fietsers Bond (ENFB). Dit onderzoek heeft zeer zeker geen f 1.000,per pagina te kosten, terwijl hij denkt dat de uitkomst veel beter zal zijn dan van het onderzoek dat de gemeente het laatst gehad heeft. Zijn fractie wenst geen verantwoordelijkheid te dragen voor het voortbestaan van de huidige situatie, daar deze naar haar mening zeer gevaarlijk is. In aansluiting cp hetgeen de heer van Dueren den Hollander heeft opgemerkt, zegt hij nog dat het hem een aantal keren is voorgekomen dat fietsers kemend uit de van Heemstralaan en rijdend richting de oversteekplaats van de Parallelweg aan de verkeerde kant van de weg reden. De heer Kcevoets bedankt het college vcor het alsncg versturen van de brief van zijn fractie van vorig jaar november. Zijn fractie begrijpt het dilemma van het college, daar afgevraagd kan werden wat men in 's hemels naam als college moet doen met het advies van de commissie Ruimtelijke Ordening. Hij merkt op dat het correct is van het college cm te zeggen dat het geen aanleiding ziet om het standpunt te wijzigen, daarbij overziende hetgeen in de commissie Ruimtelijke Ordening te berde is gebracht. De raad heeft het college middels een motie teruggefloten. Volgens de motie moest de zaak werden ingebracht in de commissie Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken. Het college heeft de materie voorgelegd aan de commissie Ruimtelijke Ordening. Naar de mening van zijn fractie heeft Het college de motie wel degelijk uitgevoerd. Zijn fractie vindt dat de commissie Ruimtelijke Ordening in deze niet heeft gefunctioneerd. De commissie is gekomen met variaties op varianten, die in feite bijna gelijk waren. Zijn fractie vindt dat men in de commissie cp een gegeven moment zelfs kwam tct verkeersgevaarlijkere situaties in hun advisering. Op een gegeven moment kwam niemand er meer uit. Ook het college niet, hetgeen zijn fractie helemaal niet gek vindt. Er dient echter nu wel uit het dilemma te worden gekomen. Zijn fractie vindt dat de situatie niet gehandhaafd moet blijven. Zijn fractie vindt de huidige situatie gevaarlijk, hetgeen ook blijkt uit de brief van november 1982. Hij merkt wel op dat er aan de gevaarlijke situatie tot cp heden wel een en ander is gedaan. Er is thans een betere verlichting, dein voorheen het geval was. Daarnaast is de bebouwde kom verlegd, zijn er fietsstroken gekomen, en is de snelheid verlaagd. De situatie is hiermee iets veiliger, dan in de tijd teen zijn fractie de brief van november 1982 opstelde. De oversteekplaats had er echter nooit mogen komen. Hij merkt cp dat door de heer van Dueren den Hollander reeds in een zeer vroeg stadium, nog voor dat zijn fractie de meergenoemde brief opstelde, kenbaar is gemaakt dat er een andere oplossing mogelijk was. Hij zegt dat er bovendien een variant C is en dat er een oplossing is in de zin van een doorbraak bij de Witte Roos over het S

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 253