- 15 -
Het college zal nagaan hoe in het verleden steeds de 6% regeling is gehanteerd.
Blijkt dat de basisbedragen eigenlijk hoger zouden moeten zijn, dan vindt hij
dat deze bedragen in de verordeningen zouden moeten worden verhoogd. Niet dient
er in de verordening een verhcgingspercentage te werden opgenomen, daar hiermee
dan een uitzondering wordt gemaakt cp de regel en daar dit dan een uniforme
werkwijze in de weg legt.
Ziet de raad aanleiding om de basisbedragen hoger te stellen, dan is het college
uiteraard bereid om de bedragen in de verordening aan te passen.
De heer Kannekens wenst het voorstel cm in de verordening artikel 13 te hand
haven in die zin dat een percentage van 3% wordt gehanteerd, in stemming te
brengen
De voorzitter brengt het voorstel in stemming.
Wethouder Fakkers verlaat de raadzaal.
De raad besluit met 3 stemmen vóór en 7 stemmen tegen het amendementvocrstel
van de heer Kannekens te verwerpen.
Veer stemmen mevrouw Verhagen en de heren van Dueren den Hollander en Kannekens.
Tegen stemmen de heren de Vos, van Halderen, Koevcets, Nachtzaam, Bos, van der
Werf en van Dis.
De voorzitter brengt hierna het college-voorstel in stemming.
Wethouder Fakkers neemt weer deel aan de vergadering.
De raad besluit met 8 stemmen vóór en 3 stemmen tegen overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Vóór stemmen de heren de Vos, van Halderen, Koevcets, Nachtzaam, Bes, van der Werf,
van Dis en Fakkers.
Tegen stemmen mevrouw Verhagen en de heren van Dueren den Hollander en Kannekens.
16. Voorstel inzake handhaving situatie fietspad Parallelweg. Vclgnr83-XI-122.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat het college voorstelt cm het fietspad
te laten zoals het nu is. Hij maakt, namens minstens 2 leden van zijn fractie,
groot bezwaar tegen het voorstel. Hij vindt het een gevaarlijke situatie aan
de Parallelweg. In het voorstel wordt gesteld dat er geen alternatieven zijn
aangedragenGewezen wordt op het feit dat de commissie Openbare Werken neg
niet zo ver is en dat zodra deze commissie een uitspraak heeft gedaan ten aanzien
van de Parallelweg, er dan pas iets kan plaatsvinden in de zin van realisering
van een alternatief.
Hij vindt het zondermeer onjuist van het college cm nu voor te stellen om de
Parallelweg nu maar te houden zoals het nu is. Er zijn volgens hem wel
degelijk alternatieven aangedragen. Deze zijn echter verder niet uitgewerkt en
gehanteerd. Hij verbaast zich erover dat tijdens de vergadering van de
commissie Ruimtelijke Ordening de pcstcommandant van de Rijkspolitie zegt
dat de situatie bij de Parallelweg eigenlijk niet gevaarlijk is. Hij vindt
het wel degelijk gevaarlijk, vooral in geval het mistig weer is.
Een praktijkgeval heeft hem doen constateren dat de situatie gevaarlijk is.
Een keer kwam hij, rijdende in zijn auto in het schemerdonker, een crcssfietser
tegen op de Parallelweg, welke fietser zonder licht reed. Deze fietser stak
pardoes over, hetgeen.hij nog net op tijd zag. Hij ken neg net cp tijd remmen,
maar hij merkt op dat dit voor hem toch weer wel het bewijs was dat het bij
zonder gevaarlijk is bij de oversteekplaats cp de Parallelweg.
Hij denkt dat het college eigenlijk pas te overtuigen is van het gevaar bij de
Parallelweg, wanneer het zelf eens geconfronteerd zou gaan werden met een
hachelijke situatie.
De heer de Vos merkt op dat cp 25 april j.l. 11 van de 13 teen aanwezige
raadsleden hebben laten weten dat de huidige oostelijke aansluiting van het
fietspad langs de Parallelweg als verkeersgevaarlijk moet werden beschouwd.
Dit betreft een letterlijk citaat uit de motie. Sinds die tijd is er niets aan
de aansluiting veranderd. Hij merkt op dat daarom aangenomen mag werden dat
de mening van de raad over het al dan niet gevaarlijk zijn van deze aansluiting
niet is veranderd.