- 4 -
6- Voorstel inzake vervoer leerlingen buitengewoon onderwijs. Volgnr. 83-X-105.
De heer de Vos merkt op dat het hier gaat om een regeling voer één jaar. Hij
vraagt of nu niet iets moet worden ondernomen voor de toekomst.
De voorzitter antwoordt dat eerst gekeken moet werden hoe deze zaak zich verder
ontwikkelt. De materie heeft bij het college alle aandacht.
Iedere betrokkene is tijdig geïnformeerd. Komen er andere ontwikkelingen dan
kan het best zijn dat er weer een andere opstelling van het geheel komt. Het
college zal waakzaam zijn. Iedereen wist redelijk op tijd wat er ging gebeuren.
Voorlopig is het in elk geval niet de bedoeling cm de regeling te veranderen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders
7- Voorstel tot vaststelling vergoeding als bedoeld in artikel 101 der Lager-
Onderwijswet 1920 over 1982 ten behoeve van de C.N.S. Zwingelspaan. 52e
wijziging gemeentebegroting 1983. Volgnr. 83-X-102.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders
8- Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling I.Z.A. Noord-Brabant
(2e wijziging). Volgnr. 83-X-103.
De raad besluit zender hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders
9Voorstel inzake vaststelling verweerschrift in verband met de weigering van de
bouwvergunning aan C.J. van de<Hoeven voor de bouw van een ponystal aan de
Boerendijk. Volgnr. 83-X-101.
De heer de Vos deelt mede dat het niet zozeer gaat om het verweerschrift op
zich. Hij merkt wel op dat de brief die de gemeente heeft ontvangen van de
Raad van State gedateerd is 10 augustus 1983. Verzocht wordt in deze brief om
op korte termijn te reageren, doch binnen 2 maanden na dagtekening van de brief.
Het verweerschrift is gedateerd op 10 oktober 1983 en hij vraagt of het nu zc is
dat het verweerschrift morgen pas wordt verzonden. Is dit zo, dan vraagt hij
zich af of dit geen consequenties heeft voor het verloop van de procedure. Hij
vraagt zich af of dit niet kan leiden tot niet-entvankelijk verklaring.
De voorzitter antwoordt dat het gaat om een verweerschrift. De datum is inder
daad overschreden, zcals de heer de Vcs stelt. Op zich zijn er hier echter geen
nieuwe argumenten in het geding, waarvoor er heus geen moeilijkheden zullen
komen
Hij merkt wel op dat de heer de Vos op zich gelijk heeft. Het is onjuist, zcals
het college heeft gehandeld en in het vervolg zal getracht worden dit toch te
voorkomen
De heer Nachtzaam merkt op dat het hier op zich om een formaliteit gaat. Hij
vraagt of het dan nodig is cm een lid van het college van burgemeester en wet
houders af te vaardigen
De voorzitter antwoordt dat docr de Raad van State aanwezigheid altijd cp prijs
wordt gesteld. Soms doet het college de zaak af met een brief met opgaaf van
redenen. Afvaardiging wordt deer het college steeds afgewogen. Ter dege dient
rekening gehouden worden met de sccrt zaak en de tijd die er insteekt cm naar
Den Haag te gaan, alsmede de reiskosten.
De raad besluit zender hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.