De voorzitter merkt op dat het toch iets moeilijker is dan de heer van Dueren den Hollander denkt. Hedenavond dient namelijk wel de beslissing genomen te werden dat de raad van mening is en besluit dat de stichting per 1 januari 1984 wordt ingebracht bij de gemeente en dat vanuit die situatie naar een nieuwe bestuursvorm wordt gezocht De heer Kannekens vindt toch dat er iets moet gebeuren en dat er zo niet verder kan worden gegaan. Nu wordt pas per 1 januari 1984 verder gegaan. Dit kan volgens hem niet. Er dient nu iets te gebeuren. De voorzitter stelt voor om tot besluitvorming over te gaan. Hij vat het voorstel van het college samen. Het voorstel is om bij punt Ia te komen tot een inbreng van de stichting bij de gemeente per 1 januari '1984. Dit houdt in dat er zo spoedig mogelijk na heden, nadat het Algemeen Bestuur een beslissing heeft genomen, successievelijk begonnen moet werden aan de juridische en financiële overdracht, zodat per 1 januari 1984 dat een feit isPunt hierbij is dat dit opgaat ingeval het Algemeen Bestuur een beslissing neemt welke gelijk is aan het besluit van de raad. Dit alles is in feite nu een grote beslissing die er voor de raad ligt. Vanaf 1 januari 1984 volgen er onderzoeken voor wat betreft de bestuursvorm. In die periode zullen er ook onderzoeken en voorbereidingen zijn ten aanzien van werkindeling en klein onderhoud. Verder zal er een hele inbreng zijn van verzekeringen en zal er een hele kwestie inzake indeling groot onderhoud aan de orde komen. De punten lb en V zullen pas in mei of juni aan de raad komen als voorstel. Daarvoor zal de raad in december aanstaande een definitief voorstel krijgen hoe de stichting in eerste instantie bij de gemeente kan worden ingebracht. Het college vormt dan vanaf 1 januari 1984 het Dagelijks Bestuur van de Witte Roos. Er zal dan ook een bestuurdersraad moeten zijn. Per 1 september 1984 zal de definitieve vorm er moeten zijn. Mevrouw Verhagen gaat in op het inbrengen van de stichting. Ze zegt dat in de brief die het Dagelijks Bestuur schrijft naar aanleiding van het rapport, staat dat het Dagelijks Bestuur bereid is om uiterlijk 1 januari 1984 op te stappen. Ze vraagt of het niet noodzakelijk is dat het volledige bestuur, zowel Algemeen als Dagelijks Bestuur, bereid is om uiterlijk 1 januari 1984 haar functie neer te leggen. Een stichting inbrengen wil nog niet zeggen een stichting liquideren. De voorzitter antwoordt dat dit wel de bedoeling is. Het is de bedoeling dat de stichting dan wordt opgeheven. Het geheel wordt ingebracht als onderdeel van de gemeentebegroting. Dit betekent dat de juridische aspecten hiervan in de komende maanden moeten worden uitgezocht. Het precieze voorstel hiervan krijgt de raad daarom in de dsoeitoeneqpdanrg. oe raad heeft tijdens die vergadering dan altijd nog de mogelijkheid om te zeggen: "Ja, maar zo kan het niet". Beseft moet wel worden wanneer nu het besluit wordt genomen om de stichting in te brengen bij de gemeente per 1 januari 1984, dat men wel verder meet. De heer Kannekens Weet niet wanneer er van het Algemeen Bestuur geen bedank komt, of het Algemeen Bestuur dan werkelijk uit de stichting is. De voorzitter antwoordt dat hij reeds heeft gezegd, dat wanneer de stichting meent dat ze als stichting verder wil, ze dit dan kan. Is het antwoord van het Algemeen Bestuur straks anders dan het besluit van de raad, dan zal het college waarschijnlijk met een pre-advies daaro/er bij de raad komen. De heer Kannekens vraagt hoelang men op het antwoord van het Algemeen Bestuur moet wachten De voorzitter verwijst de heer Kannekens hiervoor naar punt 2 in het voorstel:

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 230