- 13 - De heer Nachtzaam vraagt wat het college doet tot 1 januari 1984 betreffende deze zaak. Bij de coördinatie ziet hij steeds lid Dagelijks Bestuur Witte Roos staan. Hij vraagt of deze persoon er bij betrokken wordt om de oude zaken over te geven De voorzitter antwoordt op dit laatste dat het college met het Dagelijks Be stuur van de Witte Roos op een bijzonder plezierige manier de laatste maanden de zaken heeft doorgenomen. Feit is dat tijdens het onderzoek de zaak moet worden blijven gerund. Het college wil met en in samenwerking met het Dagelijks Bestuur tijdens de periode tot 1 januari 1984 verschillende zaken inbrengen en overnemen. De heer Koevoets merkt op dat zijn fractie gewoon de indruk had dat het Dagelijks Bestuur, gezien haar antwoord, wel op zou stappen. Voor zijn fractie is het nu echt wel de vraag of met het Dagelijks Bestuur tot 1 januari 1984 verder moet worden gegaan Zijn fractie heeft de indruk dat de zaak langzamerhand zo dolgedraaid is dat de mensen van het Dagelijks Bestuur niet verder meer met een en ander kunnen worden belast. Mevrouw Verhagen zegt dat een en ander met betrekking tot het rapport nu duidelijk is. Het is net als een schilderij van Appel. Men kan er ook van alles in1 zien en het is ook hartstikke duur. De heer de Vos zegt dat blijkens het voorstel het Dagelijks Bestuur blijft zitten tot uiterlijk 1 januari 1984. Het zou kunnen zijn dat er een situatie ontstaat waardoor het niet lukt om de stichting voor 1 januari 1984 in te brengen. Hij vraagt wat er, indien dit zou gebeuren, dan gedaan zal worden. De voorzitter antwoordt dat er nu een tijd-schema is opgesteld. Het college heeft de gewoonte om te trachten het tijdschema na te leven. Lukt iets niet binnen een bepaalde gestelde termijn, dan gebiedt de realiteit om zich daar wat aan aan te passen. Hij denkt dat er met de nodige souplesse getracht moet worden om deze zaak te regelen, en dat alles niet precies aan data opgehangen moet worden. Hij merkt nog op dat het Algemeen Bestuur niet voor een voldongen feit staat, zoals door de heer de Vos is aangeveerd. Het is alleen zo dat wanneer men zelf een winkel wil runnen, men ook zelf voor de zaken meet staan. Is men niet in staat om zelf die winkel te runnen, dan zal men rekening moeten houden met de mensen die er dan voor zorgen dat de winkel gerund kan blijven. Hij merkt op dat di1 dan wel hard kan zijn, maar zo liggen de zaken. Hij zegt dat het Algemeen Bestuur het volste recht heeft om nee te zeggen. Het Algemeen Bestuur kan haar eigen gang gaan Heeft de raad een bepaalde keus gemaakt en werdt deze niet door het Algemeen Bestuur gevolgd, dan zouden er eventueel moeilijkheden kunnen ontstaan. Maar hij zegt en verwijst hierbij naar het voorstel, dat wanneer het Algemeen Bestuur niet accoord gaat, de gehele zaak opnieuw aan de raad wordt voorgelegd. Er kan nu wel gefilosofeerd worden ever wat het Algemeen Bestuur gaat doen. Dit is echter nu niet ter zake. Het Algemeen Bestuur kan kanttekeningen plaatsen en allerlei andere zaken doen. Het is daarna aan de raad om hier wel cf niet mee accoord te gaan De heer van Dueren den Hollander merkt op dat alles eigenlijk veel simpeler is, dan hij dacht toen hij hedenavond aan dit agendapunt begon. Het college zoekt onderwijl alles uit over wat voor een bestuursvorm er dient te komen. De beste bestuursvorm wordt uiteindelijk uitgezocht, die dan aan de raad zal werden voorgelegd. Hij merkt op dat het zc eigenlijk zit met dit gehele voorstel. De voorzitter zegt dat dit inderdaad zo is De heer van Dueren den Hollander zegt dat alles dus heel simpel is. De raad wacht wel af hce inventief het college is tijdens het onderzoek. Daarbij komt neg dat het onderzoek geen geld kost.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 229