- 8 -
Feit is in ieder geval dat er vcor alles een duidelijk bestuur moet zijn, een
bestuur met voldoende machtiging, een bestuur dat de mogelijkheid heeft om
verschillende dingen te realiseren.
De heer Bos vraagt hoe het college de vertaling verstaat onder punt Ib
De voorzitter antwoordt dat onder Ib 1-1-1984 dient te zijn 1-9-1984.
De heer van Halderen zegt in antwoord op hetgeen mevrouw Verhagen heeft gevraagd,
dat hij in eerste termijn letterlijk hetvolgende heeft gezegd: "Wanneer een meer
derheid van de raad, en in het bijzonder het C.D.A., van oordeel zou zijn dat
instelling van een commissie ex artikel 61 gemeentewet zou dienen te geschieden,
het zij zo. De politieke verantwoordelijkheid voor de zeer hoge kosten met
betrekking tot de Witte Roos in het kader van de commissie ex artikel, 61 gemeente
wet, moet dan maar daar worden genomen".
De voorzitter merkt op dat de heer van Halderen er wel bij heeft gezegd dat zijn
fractie er achter staat.
De heer van Halderen antwoordt dat dit inderdaad zo is. Hij heeft letterlijk ge
zegd dat zijn fractie zal instemmen met het collegevoorstel, omdat zij realist
zal zijn bij dit voorstel.
De voorzitter concludeert dat de heer van Halderen er in het bijzender op let of
het C.D.A. ervoor is. Dit zal namelijk voor de heer van Halderen mede een reden
zijn om ervoor te zijn.
Hij wenst vervolgens te komen tot de tweede termijn.
De heer van Dueren den Hollander vraagt of het rapport nu als rapport is afgehandeld.
De voorzitter antwoordt dat een ieder als zodanig ever het rapport kan zeggen
wat hij of zij wil. Om dit nog eens kenbaar te maken in tweede termijn, heeft
naar zijn mening weinig zin.
Hij merkt op dat het college het rapport niet hoeft te verdedigen. Het college
heeft het rapport als betrtkkm tij cteitctale besluitvorming die het thans voorstaat.
Het college komt nu met een voorstel, dat mede aan de hand van het rapport
V.N.G. is opgesteld.
Om nu te discussiëren over wat er juist en onjuist is, van wat er in het rapport
is gezet, ziet hij niet zo zitten. Hij stelt zich de vraag wie dat zal beoordelen.
Zou hierover allemaal gediscussieerd moeten werden, dan kan daarover weer een
rapport worden opgesteld.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat er door verscheidene raadsleden is ge
sproken over de kwaliteit van het rapport, om over de kosten maar niet te praten.
Hij vindt het een stukje werk dat ruim onvoldoende moet krijgen ten aanzien van A
datgene wat het voor de raad verder helpt. Bekijkt hij het rapport dan vindt
hij dat het bijzonder zwaar betaald is. Hij vindt het jammer dat de auteur van
het rapport nu niet aanwezig is, daar hij dan gelijk kon vernemen hoe de raad ever
het rapport denkt.
Hij merkt op dat het rapport nu openbaar is geworden. De gemeente heeft met be
trekking tot de Witte Roos een aantal moeilijkheden te overwinnen. Letterlijk en
figuurlijk is er geen enkele steen op de andere gelaten van het gebouw van de
Witte Roos. De gemeente moet dit nu maar snel overbruggen. Diegenen aan wie het
straks moet worden geveild en voor wie het allemaal weer mogelijk gemaakt meet
worden, kunnen met meer recht de gemeente erop wijzen dat er niets van deugd.
Zonder dit rapport hadden ze dit misschien zelf niet eerder ontdekt.
Hij heeft heel goed begrepen waarom het college over het rapport ten aanzien van
het verleden niet meer wil spreken.
Hij denkt dat, wanneer men verder wil en men het verleden wil laten rusten, juist
het verleden eigenlijk een anderssoortig vaarwel moet worden gezegd dan nu ge
beurt. Hij denkt namelijk niet dat het zc is dat in het verleden alles verkeerd
gebeurd en dat in het verleden de Witte Roos totaal verkeerd gebouwd is. Hij denkt
ook dat er nu dingen worden aangedragen die destijds niet waren te voorzien.
Men kan nu bijvoorbeeld zeggen dat de Hummelhoek helemaal verkeerd ligt ten aan
zien de speelplaats buiten, omdat men er een eindje voor moet lopen.
Destijds was deze kwestie echter niet aan de orde. Toen men de Witte Roes bouwde
had men helemaal geen Hummelhoek nodig, daar toen de moeders hun kinderen nog