- 7 - De voorzitter vraagt de raad om hem een plezier te willen doen en hem in eerste instantie antwoord te laten geven zonder daarbij te interrumperen. Hij merkt op dat hij ook iedereen heeft laten uitspreken. De heer van Dueren den Hollander merkt op dat de voorzitter dan ook 'direct de heer van Halderen had moeten attaqueren. De voorzitter antwoordt dat hij dit ook heeft gedaan. De heer van Dueren den Hollander merkt op dat het toch een interruptie van de heer van Halderen betrof. De voorzitter antwoordt dat hij hier dan iets strakker de hand aan zal houden. Hij vervolgt door te zeggen dat de heer de Vos constateert dat het rapport niets nieuws oplevert. Door de heer de Vos wordt het niet gewaardeerd dat het Algemeen Bestuur van de Witte Roos in de gehele kwestie niet gehoord is. Hij merkt ten aanzien van dit feit op dat het hier een rapport betreft voor de raad. De raad heeft een rapport laten uitbrengen. Het college heeft gemeend om voordat het rapport naar de raad ging, het Dagelijks Bestuur van de Witte Roos onder embargo te verzoeken met een reactie te komen. Het college vindt dat de raad, gezien het feit dat het een rapport betreft voor de raad, als eerste het rapport dient te zien. Het college heeft gemeend onder embargo een reactie van het Dagelijks Bestuur te vragen, vervolgens met een pre-advies bij de raad te komen. Nadat de raad is geïnformeerd over het rapport en het rapport in zijn bezit heeft gekregen, is er openheid van zhken gegeven naar de pers toe. Hij merkt op dat dit alles is geschied. Het vervolg is, dat wanneer de raad over het rapport gesproken heeft en een mening heeft gevormd over hoe het verder moet, het aan het Algemeen Bestuur van de Witte Roos is om aan de hand van de conclusies in het rapport en de besluitvorming in de raad, een beslissing te nemen. De stichting is autonoom en financieel afhankelijk. Bij het te nemen besluit door het Algemeen Bestuur van de Witte Roos, zal dit bestuur heel duidelijk rekening moeten houden met de mening van de raad. Dit is gewoon de realiteit. Wat er geconstateerd wordt in een rapport over wel of geen vertrouwen, laat hij voor wat er in dit rapport gesteld wordt. Hij wil wel zeggen dat er van begin af aan gesteld is dat er niet te uitvoerig met iedereen van gedachten kan worden gewisseld. Zou dit gebeurd zijn, dan had een rapport misschien wel f 75.000,-- gekost. Door de heer de Vos is gesteld dat de Witte Roos niet commercieel zou mogen werden. Hij merkt op dat dit mag blijken uit de verdere benadering. Door de heer de Vos is gevraagd naar een uitwerking met betrekking tot een commissie ex artikel 61 en een bestuurdersraad Hij merkt op dat er in het voorstel staat dat er een onderzoek/voorbereiding zal komen. Per 1 september 1984, welke datum een streefdatum is, zal deze zaak afge rond moeten zijn. Dit laatste staat onder Ib in het voorstel. Per 1 september van het volgende jaar is de uitwerking gereed. Hij kan hierom nu geen antwoord geven op de door de heer de Vos gestélde vraag. In het voorstel wordt gemist de procedure beheerdervacature. Hij merkt cp dat deze hier in het voorstel niet speciaal expliciet is vermeld, maar hij deelt mede dat de kwestie beheerdersvacature uiteraard opgelost moet worden Op de opmerkingen van de heer Bes antwoordt hij dat het inderdaad feut staat in het voorstel. Per 1 januari 1984 moet de juridische afwikkeling er zijn om de stichting in te brengen bij de gemeente. De zinsnede in het voorstel "In de periode 1 januari tot 1 september 1984 de stichting op te heffen en de eigendom en het beheer aan de gemeente over te dragen" is daarom feut. In de procedure van de te nemen besluiten staat het wel juist weergegeven. Door mevrouw Verhagen is gevraagd of het college een bepaalde voorkeur heeft met betrekking tot wat voor vorm er per 1 september 1984 moet -komen Hij merkt op dat bij het college punt c: "een andere vorm van bestuur" niet bij voorbaat afvalt. In de periode tot 1 september 1984 zóu juist moeten blijken wat de geschikb^e vorm is. Het college wil zich juist nu nog niet binden, omdat de raad daar ook de gelegenheid voor moet hebben om zich daarover uit te spreken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 223