-15-
De heer van der Werf zegt dat er binnenkort een vergadering zal zijn
van de commissie Ruimtelijke Ordening. De grond aan de Kerkring komt
daarbij dan ter sprake. Hij vraagt zich af wat men met deze grond gaat
doen
De voorzitter concludeert dat de heer van der Werf de wens kenbaar maakt
om een nieuw bestemmingsplan te ontwerpen en dit via de commissie Ruimte
lijke Ordening in te brengen.
De heer Bos merkt op dat ieder raadslid een financieel overzicht van
begroting en rekening van de feestweek Heijningen 400 heeft ontvangen.
Hij spreekt bij deze zijn erkentelijkheid uit aan de raad, die een kre
diet van ƒ.2.500,heeft gevoteerd. Hij dankt ook het college en ver
zoekt via de voorzitter om een woord van dank ook over te brengen aan de
mensen van gemeentewerken, die voortreffelijk hun best hebben gedaan.
De voorzitter antwoordt dat het woord van dank zal worden overgebracht.
De heer Kannekens vraagt of men een nieuwe methode van verhuren heeft
in de Witte Roos, alsmede een nieuwe methode van het behandelen van men
sen die in de Witte Roos werken.
Hij vraagt het college of ze op de hoogte is van het personeelsbeleid in
de Witte Roos en van de moeilijkheden die er zijn bij ziekte van het be
dienend personeel.
De voorzitter antwoordt dat hij niet op de hoogte is van het feit dat er
wat de verhuur betreft nieuwe regels zijn.
Nieuwe regels ten aanzien van het behandelen van het personeel zijn hem
niet bekend. Van het personeelsbeleid als zodanig weet hij ook niets
nieuws van. Ddt er moeilijkheden zijn met mensen die ziek worden is hem
ook niet bekend.
Het is hem wel bekend dat maandag 3 oktober aanstaande het onderwerp
Witte Roos in een raadsvergadering aan de orde komt.
De heer Kannekens merkt bij interruptie op, dat deze zaken daarbij dan
niet aan de orde komen.
De voorzitter antwoordt dat het wel aan de orde kan komen in de zin van
het verkrijgen van helderheid ten aanzien van al dit soort zaken.
De heer Koevoets zegt dat de heer Kannekens maandag aanstaande het ant
woord zal krijgen. Hij hoeft zich daar in elk geval niet ongerust over
te maken.
De heer Kannekens merkt op dat hij het aan de voorzitter heeft gevraagd.
Hij kan begrijpen dat de voorzitter nu niet direct een antwoord kan ge
ven. Hij neemt echter aan dat hij over deze zaken nog wel een antwoord
zal krijgen.
Hij geeft graag nog enige verduidelijking ten aanzien van de door hem
gestelde vragen. Hij merkt op dat de mensen die bij de Witte Roos werken -
bij wijze van spreken - bij drie voormiddagen werken, in aanmerking
komen voor een uitkering bij ziekte. Hij vraagt nu of het dan de bedoe
ling is om de mensen maar twee voormiddagen te laten werken, waardoor
de betreffende mensen wel premie moeten betalen, maar niet in aanmerking
komen voor een uitkering. Als dit de bedoeling is van het personeelsbe
leid in een soort semi-overheidsinstelling, dan denkt hij wel dat men
verkeerd bezig is.
De heer Nachtzaam merkt op dat deze kwestie van de ziektewet al geregeld
is. Hij vindt dat er aanstaande maandag pas verder op ingegaan moet wor
den.
De voorzitter vindt het op zich vrij aardig om hier over en weer te pra
ten. Hij stelt dat hij momenteel geen antwoord geeft op de door de heer
Kannekens gestelde vragen. Hij zegt dat hij er momenteel ook vrijwel
niets vanaf weet. Hij vindt het ook niet ter zake om er nu een antwoord
op te geven. Hij denkt dat bij het bespreken van de zaak van de Witte
Roos, aanstaande maandag, best even details aan de orde kunnen komen.
Hij merkt hierbij^op dat het bespreken van details tijdens de vergadering
van 3 oktober aanstaande op zich weinig oplost.
-t- -*•-