-7- Eén van de grote problemen is inderdaad datgene wat de heer van Dueren den Hollander heeft aangehaald. Vraag is: "Hoe de gemeente de wegen krijgt overgedragen". Bij het kijken van de staat van onderhoud van een weg, zal allereerst de structuur van de weg moeten worden bezien. Gekeken zal moeten worden op de eerste plaats wat in de toekomst de bedoeling is met de betreffende weg. Gezegd wordt dan dat hiernaar niet moet worden gekeken, omdat het om het huidige gebruik gaat. Het college vindt dat wel degelijk rekening moet worden gehouden met het toekomstige gebruik. De wegen worden toch steeds meer zwaarder belast. Zelfs waar de volledige vergoeding wordt gekregen bij de overdracht van wegen, zal het in de toekomst wel eens anders kunnen uitpakken. Door de heer de Vos werd gesproken over ƒ.1.800,per kilometer, maar hij merkt op dat dit veel meer is, namelijk ƒ.6.000, Hij zegt vervolgens dat het op langere termijn nog om wegen gaat met een totale lengte van 12 kilometer. Het college weet niet hoe het deze wegen overgedragen zal krijgen. Het college weet nog niet of de gemeente hier voor een vergoeding zal krijgen. Dit zal pas blijken wanneer de nieuwe Wet Uitkering Wegen er komt. Dat de gemeente wat dit betreft een avontuur tegemoetgaat is duidelijk. Evenzo duidelijk is dat men hiertegen niets kan ondernemen. Mogelijk is wel om zich hiertegen helemaal te verzetten, maar het gevaar hierbij is dat het overleg wat men thans in positieve zin over het grootste gedeelte van de wegen heeft, in de waagschaal wordt gezet. Het college vindt dat, dit in ogenschouw nemend, de gemeente dit risico dan maar moet aanvaarden. Hij zegt dat het bij de gehele materie in feite zo is, dat er gewoon uit voering wordt gegeven aan het vervolg uit het Streekplan in de lijn zoals het gedacht is ten aanzien van het indelen van de wegen. Het kostenplaatj> wordt er expres niet bij geleverd. Dit hangt namelijk af van het feit hoeveel geld er straks is. Momenteel is het zo dat de gemeente, wat al de wegen betreft, gewoon on derhandelingen kan voeren zoals het nu doet. De heer Kannekens merkt op dat de wegenbelasting niet minder zal worden. Hij denkt dat van die wegenbelasting geen uitkering komt naar de gemeente: toe. Naar zijn mening zullen straks de gemeenten met de onroerendgoed- belasting toch de wegen moeten gaan betalen. De voorzitter antwoordt dat deze kans er wel inzit. Dit punt is eigenlijk een zaak die in het betoog van de heer van Dueren den Hollander is aange kaart, namelijk het feit of de gemeente de overdracht van wegen wel aan kan. Hij merkt op dat het college intern al bezig is om hierop in te spe len. Het college is van plan om versneld te werken aan het achterstallig onderhoud van de wegen. Het college is van mening dat zeker mat achter stallig onderhoud doorgegaan moet worden, maar dan in een wat versnelder tempo dan voorheen. Het college zal een en ander aankaarten bij de begro tingsbehandeling. Dit alles acht het college nodig om straks in staat te zijn de overdracht van de betreffende wegen financieel op te kunnen vangen Het college wenst ermee voort te gaan dat mensen van de eigen dienst bij het wegenonderhoud worden ingepast. De heer Nachtzaam vraagt of dit inhoudt dat het reservefonds wegenonder houd op dit moment gespaard blijft. De voorzitter antwoordt dat het zo is dat de gemeente op dit moment min der in het fonds stort, dan dat er uitgaat.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 206