- 19 - Sportfondsen Nederland N.V. gaat geschieden. Hij wenst hier een antwoord op te krijgen, temeer daar het verzoek van de gemeente aan Sportfondsen niet bij de stukken ter inzage heeft gelegen. De voorzitter antwoordt dat dit bepaald niet de achtergrond is van het college. De heer Koevoets merkt op dat, ingeval het wel de achtergrond was, het dan ging om een duidelijk politieke beslissing. Wethouder van Dis zegt dat de gemeente zeker nog niet zo ver is om de exploitatie te doen laten geschieden door Sportfondsen. De voorzitter zegt dat de raad volledig inzicht wil hebben wat betreft het zwembad, ook wat de recreatieve kant aangaat. Het college ziet thans niet meer mogelijkheden om de kosten terug t€ dringen Het college vindt nu, gehoord de raad in het verleden hierover en gezien de grote tekorten bij het zwembad, dat het verplicht is om de zaak helder en duidelijk bij de raad te deponeren. Om deze reden komt thans het voorstel van het college. De heer van de Merbel zegt dat ook zijn fractie uiteraard vindt, dat er gezocht moet worden naar oplossingen teneinde het tekort terug te dringen. Het door zijn fractie aangedragen alternatief is posi tief bedoeld. Hij heeft mogen begrijpen dat de suggestie toch wat minder realiseerbaar is. Om deze reden zal zijn fractie kiezen voor hetgeen het college voorstelt. Hij blijft er echter toch op aan dringen om op dit punt voorzichtigheid te betrachten met het zich indekken met rapporten. Dit laatste vindt hij geen moedig besturen. Wanneer men op een gegeven moment een rapport heeft, waaruit niets blijkt, dan wast men zijn handen in onschuld. Hij zou niet graag zien dat dit hier ook zou gebeuren. Men dient zich niet te laten bedelven onder dikke papieren, maar mer dient gewoon een beetje zijn boerenverstand te gebruiken. Dit laatst dient men dan naar vermogen te doen. Wethouder van Dis zegt dat hetgeen de heer van de Merbel nu naar voren brengt ook de zienswijze is van het college. De voorzitter zegt dat hierover inderdaad geen enkel verschil van mening is. Het college durft best beslissingen te nemen, maar men dient ook de mogelijkheid te hebben om die te nemen. De raad besluit hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. 10Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ten behoeve van het gebied, gelegen aan de Appelaarseweg 12 in verband met verplaatsing van bedrijf C.J. van der Zande. Volgnr. 83-VI-73. De voorzitter merkt op dat er intussen een schrijven van een aantal mensen is ingekomen, welk schrijven ook is uitgereikt aan de raads leden In het schrijven spreken de betreffende mensen hun bezorgdheid uit en geven zij aan dat zij van plan zijn bezwaar te maken. Hij merkt op dat ingeval het voorbereidingsbesluit genomen zou wordt er nog een artikel 19-aanvrage moet komen. Als blijkt dat er be zwaren zijn - en daar heeft het nu alle schijn van - dan zal men wat die bezwaren betreft, met de bezwaarden op één lijn moeten komen. Komt men er niet uit, ook al zou men als college een artikeJ 19-procedure willen doorzetten, dan heeft deze artikel 19-procedure geen schijn van kans bij Gedeputeerde Staten. De bedoeling van dit artikel is, dat men wel een versnelde procedure kan hebben, maar dan moeten daar ook geen bezwaren zijn. Zijn deze er wel, dan zal men de bestemmingsplanprocedure moeten volgen. Kan het college niet op één lijn komen met aanvrager en bezwaarden, dan is het college niet eens bereid om een artikel 19 procedure toe te passen. Het college vindt dat er dan een normale bestemmingsplan procedure moet plaatsvinden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 167