- 12 -
Wethouder Fakkers merkt op dat de commissie een aantal rekenvoor
beelden heeft gemaakt van de diverse categorieën, met het aantal pun
ten. Er blijkt dan dat het opbouwsysteem, aangegeven in de nota,
erg goed werkt.
De heer van de Merbel vraagt of er uit diverse verordeningen wat
is gehaald, hetgeen uiteindelijk heeft geresulteerd in deze nota
of dat van één verordening gebruik is gemaakt.
Hij merkt op dat dit het essentiële is van de achterliggende vraag
van de heer de Vos.
Wethouder Fakkers antwoordt dat één verordening, die heel duidelijk
was, maar niet precies aansloot bij de Fijnaartse situatie, als
uitgangspunt van het verhaal heeft gediend. Hiernaast zijn een
tweetal richtlijnen bekeken.
Gekeken is steeds naar het feit hoe een en ander past binnen de
Fijnaartse situatie, en hoe men een zodanige puntentoewijzing
krijgt, zodat deze toegankelijk en inzichtelijk is.
De heer van Dueren den Hollander gaat in op de procedureDe nota
die thans behandeld wordt, is een zogenaamde praatprent. Hij merkt
op dat er op ingesproken is door een aantal raadsleden. Is thans
begrepen wat de raadsleden bedoeld hebben, dan vindt hij dat het
nader uitgewerkt moet worden naar een vaster stuk toe, hetgeen
naar hij begrepen heeft ook de bedoeling is van het college. Is dat
stuk gereed, dan zal de raad er weer over moeten praten.
Gezien dit alles vindt hij het niet nodig, dat hedenavond allemaal
maar in het oneindige wordt gepraat.
Hij vraagt het college, daarbij wijzend op de procedure, hoe het
hedenavond betreffende dit agendapunt verder wil discussiëren.
De voorzitter is het met hetgeen de heer van Dueren den Hollander
thans naar voren brengt helemaal eens. Wederzijds zal enige ver
duidelijking moeten worden verkregen en dan zal met de discussie
omtrent dit agendapunt worden gestopt. Een nadere uitwerking vindt
dan plaats, waarna het weer bij de raad komt. Hij denkt dat het
misschien goed zou zijn, wanneer met de gene die namens iedere
fractie zijn afgevaardigd over deze materie gepraat wordt.
Dit laatste zal nog met de wethouder bekeken worden.
De heer de Vos zegt in deze dat er misschien een soort ad hoe
commissie kan worden samengesteld.
Wethouder Fakkers merkt nog op dat er geen onderscheid is gemaakt
naar samenlevingsverbanden.
De heer de Vos merkt op dat er nogal eens een keer in de nota
"gehuwd" en "ongehuwd" staat.
Wethouder Fakkers zegt dat men zich moet vasthouden aan de zinsnede
bij punt 2 onder het hoofdstuk "Puntensysteem": "Zowel aanvragers
als hun eventuele echtgenoten en/of partners
De heer Koevoets vraagt op welke lijst deze mensen dan komen.
Een samenlevend stel, inwonend bij één van de ouders, komt volgens
hem bij categorie 2. Hij vraagt of dit juist is.
Wethouder Fakkers antwoordt dat dit juist is.
De heer Koevoets zegt dat de categorieën 4 tot en met 6 voor hem nog
steeds niet duidelijk zijn.
Wethouder Fakkers antwoordt dat hier gelezen moet worden, samen
stelling van het samenlevingsverband. Hij merkt op dat de categorieën
4, 5 en 6 duidelijk zijn omschreven. Categorie 4 behelst de
alleenstaande
De heer Koevoets merkt op dat er alleenstaanden staat en niet
alleenstaande
Wethouder Fakkers antwoordt dat dit dan waarschijnlijk een typefout
is
De voorzitter zegt dat het geen typefout is. Het betreft gewoon
meervoud.
Wethouder Fakkers deelt mede dat door de heer de Vos is voorgesteld