- 16 -
Op het organisatie-rapport is hij ingegaan en hij denkt dat hierop
direct wel verder zal worden ingegaan. Hij zegt hierbij dan wel dat men
met een alternatief moet komen ten aanzien van het feit wie gaat op
lossen en wat men gaat oplossen. Hij past ervoor, om er te gaan zitten
om zelf enquêtes te houden enzovoorts. Momenteel wordt er niemand
professioneel betaald voor dit werk. Wanneer de raad mensen kan
aandragen, die ook volledig geaccepteerd worden door iedereen, dan ver
neemt het college dit gaarne. Er kan dan geld worden uitgespaard, maar
momenteel ziet het college niet dat er hiervoor mensen zijn. Het colle
ge stelt zich op het standout om een organisatie-onderzoek te laten
houden
Door mevrouw Verhagen is namens de meerderheid van haar fractie voorge
steld om te wachten met het organisatie-onderzoek tot 1 januari 1984
en een en ander eerst aan te kijken. Hij merkt op dat er niets aan te
kijken valt.
Financieel gezien kan dit misschien wel, maar het financiële verhaal
is maar een onderdeel van de totale organisatie, de totale beheers
structuur zoals men die wenst ten aanzien van de Witte Roos.
Er kan besloten worden om het bedrag van f 60.000,zonder meer te
verstrekken, maar dan zullen er nog meer raadsvergaderingen volgen
die gewijd zullen worden aan de Witte Roos. Het college vindt dit
geen goede zaak.
Met betrekking tot punt f van het ontwerp-besluit merkt hij op dat hij
namens de raad als gedelegeerde zal optreden. Hij vindt dat hij dui
delijkheid mag verschaffen naar de raad toe. Niet dat de raadsleden
dit niet kunnen, die vertegenwoordigd zijn in het bestuur van de Witte
Roos en niet dat deze raadsleden met een brevet van onvermogen in het
bestuur zitten, feit is dat er een situatie is ontstaan waarin men
nauwer contact moet hebben om er met elkaar uit te komen.
Hij zegt nogmaals dat het college een organisatie-onderzoek wenst, ten
aanzien waarvan hij zelf ook zijn bijdrage zal leveren. Van het onder
zoek zal ook een en ander duidelijk naar de raad toe worden gespeeld.
Met het onderzoek is ook verder het Algemeen Bestuur van de Witte Roos
in zijn totaliteit mee geholpen.
Op hetgeen de heer Koevoets naar voren heeft gebracht, zegt hij dat er
inderdaad een aantal dingen die tijdens de raadsvergadering van 19 mei
jongstleden naar voren zijn gebracht door het college in de oren zijn
geknoopt. Zeker waren hierbij een aantal zaken die de heer Koevoets
namens zijn fractie naar voren heeft gebracht.
Ten aanzien van punt d van het ontwerp-besluit, "Ieder kwartaal de
exploitatierekening over het vorige kwartaal aan het college van
burgemeester en wethouders overleggen", merkt hij op dat het juist is
dat ook de raad inzicht krijgt in de overzichten. Ook dit is dan geen
punt van wantrouwen, maar wil men met elkaar ergens over spreken,
dan dient men volledig inzicht te hebben. Er kan dan vervolgens ook een
eerlijk besluit worden genomen. Het punt van maandoverzichten per kwar
taal is iets dat gewoon nog eens bekeken moet worden. Een en ander
hangt ook af van het feit of het bestuur dit kan realiseren.
Hij merkt op dat de heer Kannekens terug gekomen is op de cijfers.
Hij zegt hierbij dat het voor het college gewoon niet meer zinvol is,
om hierover een heen- en weerspel te houden. Door de heer Kannekens
zijn in eerste termijn ook een aantal vragen gesteld. Hij denkt dat
er een aantal vragen zijn, waarop het best de heer van Halderen in
kan gaan. Hij denkt dat ook een aantal van de vragen bij het organisa
tie-onderzoek hoort.
Afsluitend zegt hij nogmaals dat het college geen gatenkaas accepteert.
Dit betekent gewoon dat wanneer dit er komt, er niet namens het college
enige verwevenheid in de oplossing aanwezig kan zijn.
Hij vraagt of de heer van Halderen op hetgeen de heer Kannekens naar
voren heeft ingebracht wenst in te gaan.