De raad wordt er nu mee geconfronteerd. Hij merkt op dat hij waarde hecht aan
deze cijfers.
Het college heeft wat hem nu betreft de taak om voor volgende week donderdag
alles op alles te zetten om deze cijfers ook te doen verifiëren. Het moet
naar zijn mening toch ook uit de wereld dat steeds met cijfers wordt gekomen,
die afwijken van cijfers die in rapporten staan.
De gemeente werkt in eerste instantie toch met rapporten van de VNG en wanneer
men daar als raad niet meer op kan blindvaren tot op zekere hoogte, dan is de
gemeente nergens meer.
Het verrast worden, kort voor beslissingen, met dit soort cijfers vindt hij
geen goed besturen. Het spijt hem zeer en dit rekent hij dan misschien de heer
Kannekens aan, maar tevens de C.D.A. fractie.
De heer Kannekens zegt hierop dat de heer van de Merbel dan wel op het verkeer
de pad is. Hij stelt dat hij de cijfers op schrift heeft gesteld, pas nadat
hij het rapport in de stukken gelezen heeft, te weten dinsdag jongstleden.
Voor die datum had hij dit rapport van de VNG nog niet ingezien, en iets fa
briceren voordat men dit rapport heeft gaat niet.
De heer van de Merbel kan het wel hem en zijn fractie euvel duiden, maar hij
vindt dit ten onrechte.
De heer van de Merbel vindt dat de CDA-fractie maandag jongstleden deze cijfer
had kunnen ventileren in de commissievergadering.
De heer van Dueren den Hollander zegt dat het waar kan zijn dat een en ander
aan het adres van de heer Kannekens wordt toegespeeld, maar hij vindt het niet
juist dat het aan de rest van de fractie wordt toegespeeld. Hij wil hier niet
voor in zijn.
De heer van de Merbel antwoordt dat dit dan een kwestie des fracties is.
De heer van Dueren den Hollander vindt dat de heer van de Merbel zich hier
danwel buiten dient te houden.
De heer van de Merbel stelt wel vast dat ook door zijn fractie wordt meege
werkt aan het feit om er voor te zorgen dat er ook leden van de fractie van
het CDA zitting kunnen nemen in een aantal commissies. Zijn fractie verwacht
dan gewoon ook een redelijke en reële inbreng.
Mevrouw Verhagen zegt dat de cijfers van het Verificatiebureau en de cijfers
die de heer Kannekens naar voren brengt, in strijd met elkaar schijnen te zijn
Zij denkt dat dit niet zo is in een heel simpele zin.
De laatste jaren, vanaf 1979, is er ƒ.28.000,gestort in het onderhouds- en
vernieuwingsfonds. De jaren daarvoor, in 1975 ƒ.7.000,1976 ƒ.7.000,
1977 ƒ.21.000,en 1978 15.000,Zou het toen ook ƒ.28.000,geweest
zijn, dan was er in 1975 een verlies geweest zijn van ƒ.16.000,in 1976
een winst van ƒ.6.000,in 1977 een verlies van ƒ.5.000,en in 1978 een
verlies van ƒ.12.000,
Zij denkt dat dat het Verificatiebureau bedoelt.
De heer Kannekens merkt op dat dat niet zo is.
De voorzitter wenst af te sluiten. Hij merkt op dat bekend is dat hij nooit op
cijfers ingaat, die hem zo ter vergadering worden verstrekt.
De heer Kannekens wenst toch wel even in te haken op deze cijfers.
Er wordt nu onderhand uit de eigen fractie weergegeven dat het anders is. Er
werd in het onderhouds— en vernieuwingsfonds gestort, omdat er bedragen over
waren en omdat anders het batig saldo te groot zou zijn.
Mevrouw Verhagen antwoordt dat zij niemand uit haar eigen fractie wil afvallen
Zij wil alleen maar haar persoonlijke mening ventileren. Er is na 1979 een
andere situatie ontstaan. Men is toen een ander beleid gaan volgen in de
stortingen in het onderhouds- en vernieuwingsfonds. Door de heer Vos is reeds
aangedragen dat men via indexeringen is gaan werken.
Zij denkt dat het moeilijk is om dit zonder cijfers en zonder papieren naast
elkaar zo hier even voor een x-aantal jaren even te ventileren.
Zij meent dat dit het gehele verhaal inhoudt. Ze zegt dat het beleid destijds
verkeerd geweest is, maar ze merkt op dat het Verificatiebureau getracht heeft
om de jaren onder een gelijke noemer te brengen. Ten aanzien van de stortingen
in de fondsen is in de loop der jaren de methode gewijzigd.
De voorzitter constateert dat er hedenavond heel wat gezegd is.
Hij vindt niet dat datgene wat het college uit dit alles zal proberen te des
tilleren en de lijnen die het college zal aangeven over hoe het zal kunnen,