- 18 - Er wordt door anderen gezegd dat er wantrouwend te werk wordt gegaan. Hierbij valt dan ook nog eens een keer het woord fraude. Hij zegt dat het bij hem nog nooit is opgekomen om wantrouwend te werk te gaan. Wat hij wel ziet en weet uit ondervinding, is, dat er toezicht dient te zijn. Er dient, gezien het feit dat er zoveel omgaat in de Witte Roos, dagelijks toezicht te zijn. Hij zegt dat, ten tijde dat hij lid van het Dagelijks Bestuur was, men toen in het gelukkige bezit was om dagelijks toezicht te houden. De penningmeester was er destijds dagelijks aanwezig en deze persoon wist als het ware precies hoeveel glaasjes bier er verkocht werden. Er was toen controle en toen draaide de Witte Roos ook zonder verlies. Waar thans over wordt gesproken, is allemaal geld van de gemeenschapEr wordt over een subsidiebedrag van 60.000,gesproken, alsof het iets van niets is. Hij merkt hierbij op dat men er trouwens met het subsidiebedrag van 60.000, nog lang niet is. Komt er een andere vereniging, die ook ten dienste staat van de recreatie in Fijnaart, met een subsidieverzoek, dan wordt een en ander afgewogen. Hij vindt dat dit in deze dan ook mag gebeuren. Hij wil hiermee niet zeggen dat het Dorpscentrum op dit moment zonder subsidie™ zou kunnen draaien. Hij kan dit uit rapporten in elk geval niet lezen. Wat er echter dikwijls aangehaald wordt, ook bij het verweer van de heer van Hal deren of <P deer hem gestelde vragen, dan moet hij constateren dat er vaak onkunde bij is. Wanneer die onkunde aangetoond wordt, dan zou het naar 2ijn mening een goede stap zijn, om hier een eigen conclusie uit te trekken. De voorzitter zegt dat de één zegt dat hij niet spreekt over wantrouwen. Dat klopt dan wel, maar die persoon spreekt dan over geen enkel benul. De heer Kannekens merkt bij interruptie op dat benul iets heel anders is als wantrouwen en fraude. De voorzitter merkt op dat er 26 mei aanstaande een beslissing genomen zal moeten worden. Opstelling van het advies ligt op het bordje van het college. De raad heeft nu een plaatje op tafel gelegd, aan de hand waarvan het college een voorstel zal maken. Hij denkt toch wel dat toet elkaar moet worden geprobeerd om de oorzaak weg te nemen en dan tot een oplossing te komen. De oplossing zal nooit een directe oplossing zijn, waarover iedereeen zal staan te juichen. Dit kan zeerzeker ook nooit op korte termijn. Er zouden lijnen uitgestippeld moeten worden, waarbij iedereen dan redelijk zou moeten meedenken. Hij denkt dat dit hetgeen is waarvan uitgegaan moet worden. Het kan dan wel eens zijn dat op een aantal punten men niet alleen zachte heelmeester kan zijn. Het zal best zo zijn dat ieder bestuurslid goed zijn best heeft gedaan, want anders kan de vraag gesteld worden, waarom men wil deelnemen in zo'n bestuur. Het is natuurlijk zo dat met elkaar alles weer moet worden gedragen. Met elkaar moet men bereid zijn om achter de Witte Roos te staan. Dan ook komt er een oplossing De heer Nachtzaam vindt dat toen de woorden fraude en manipulatie vielen, hij toch wel graag had willen vragen om hiermee te stoppen. Hij vindt dat dit toch niet zo direct in deze raadsvergadering thuishoort. De voorzitter is het hiermee eens. Hij zegt wel dat er in feite niemand is ge weest die dit gezegd heeft. Eenmaal is door de heer Bos het woord genoemd, maar deze heeft op geen enkele manier hier met een vinger gewezen. De heer Kannekens vindt toch dat het beter is dat deze woorden achterwege wor den gelaten. De voorzitter vindt dit ook. De heer Koevoets zegt dat er thans drie raadsleden lid zijn van het Algemeen- c.q. Dagelijks Bestuur van de Witte Roos. Hij merkt op dat er ook in het verleden raadsleden lid zijn geweest van het bestuur van de Witte Roos. De standpunten zijn nu duidelijk geworden. Er is geen toenadering, maar gewoon het volharden op de standpunten. In het begin van zijn betoog heeft hij toch wel een pleidooi gehouden voor een zekere toenadering.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 117