-10- er in de raad naar voren wordt gebracht, dan is dat een onmogelijkheid. De heer van Dueren den Hollander zegt dat men thans vlak voor Pinksteren zit, waarbij men nog al eens spreekt over de geest. Hij hoopt dat deze in de goede zin zal worden uitgestort over de raad, die zware beslissingen zal gaan moeten nemen Hij hoopt dat er goede beslissingen zullen worden genomen. Hij zegt dat wat het subsidieverzoek betreft, de heer Koevoets juist een hoop waarheden heeft gezegd. Hij gelooft dat men elkaar, wanneer dit nodig is, wezenlijk de orén moet wassen. Hij denkt in deze net als de heer Koevoets dat het daarom wel afgelopen moet zijn. Er dient niet te worden doorgegaan met het oprakelen van wat in het verleden heeft plaatsgevonden. Er moet niet steeds worden teruggevallen op een aantal situaties, die zich hebben voorgedaan, daar daarmee het algemeen belang, de Witte Roos, eigenlijk niet wordt gediend. Hij denkt dat men er nu aan toe is om datgene aan te pakken dat iedereen verder brengt. Er dienen wel een aantal zaken te worden geregeld - de heer Koevoets heeft dit ook aangegeven - die men vlak bij de hand heeft die de mogelijkheid verschaffen eventueel tussentijds correc ties aan te brengen Op dit moment dient er ruimte te worden gecreëerd om de Witte Roos als instituut te kunnen laten bestaan. Hij denkt dat de gemeente hier niet onderuit kan, maar het legt die gemeente tegelijkertijd natuurlijk wel een aantal zaken op. Er dient zeer controlerend te werk te worden gegaan. Controle is niet alleen nodig M omdat de papieren en de cijfers dit laten zien, maar ook om datgene te keren dat op straat wordt gezegd. Er dient ruimte te worden gegeven, zodat doorgegaan kan worden met de Witte Roos. Voorwaarden dienen hierbij te worden gesteld. Er dient ruimte te worden gegeven, zodat doorgegaan kan worden met de Witte Roos. Voorwaarden dienen hierbij te worden gesteld. Hij merkt tot slot op dat een Witte Roos zo blank is. Iets dat blank is, om dat blank te houden is erg moeilijk. Hij zou bijna zeggen of het misschien niet iets is om een andere naam te zoeken. Iets dat werkelijk zo helder wit is, daar zie je elk smetje op. De heer van der Werf zegt dat hij al wat cijfers naar voren gebracht heeft tijdens de commissievergadering Financiën. Hij heeft thans meer zitten rekenen en hij merkt op dat hoe meer men zich in de financiën verdiept, hoe helderder de zaak wordt. Hij deelt mede, dat men er niet buiten kan om de Witte Roos te helpen. Hij vraagt zich af of het misschien niet mogelijk is om een goed onderhoudsfonds in te bouwen bij de Witte Roos voor groot onderhoud, daar dan in de toekomst de grote tegenvallers voor de gemeente kunnen worden tegengegaan. In het begin zal de gemeente door het inbouwen van een onderhoudsfonds meer moeten uitgeven, maar later zal men nooit meer voor grote tegenvallers komen te staan. Wordt gekeken naar de omzet van de laatste jaren, dan mist men gewoon al wat dit betreft al gauw f 12.000,-- tot 15.000,-- extra. Hij wenst het bestuur, zowel het oude als het nieuwe niet de schuld te geven. Beide besturen hebben gewerkt naar eigen goeddunken. Er zijn natuurlijk wel eens fouten gemaakt, maar hij wenst hier verder niet op in te gaan. Wanneer er straks van de zijde van het college een goed onderbouwd voorstel komt, dan zal hij hierover te zijner tijd wat de financiële gegevens betreft een mening geven. Hij is bereid om in de toekomst een offer te brengen voor de Witte Roos. De heer Kannekens deelt het volgende mede: "Mijnheer de voorzitter, U zult begrijpen dat ik namens mijzelf zal moeten spreken. Wordt er door een medelid van onze fractie om een extra raadsvergadering gevraagd, waar de rest van de fractie nietsvan weet, dan kan ik toch zeker niet namens onze fractie spreken in zo'n betreffende raadsvergadering. Vandaar dat er geen misver stand moet zijn dat ik namens het C.D.A. spreek, maar namens mijzelf. Zo ik begrepen heb, en de naam is dan wel niet gevallen, wordt er nogal over de oude bestuurders gesproken, Nu, ik ben bij die oude bestuurders. Ik ben nog degene die zich hier kan verwoorden en die hier nog strijd kan leveren. Dit wil ik ook nog pro beren te doen op een manier, zodat het voor de gemeenschap van Fijnaart misschien goed is dat het gezegd wordt. Ik wil hieraan proberen mijn bijdrage te leveren.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 109