- 8 - geen mededeling is gedaan. voorzitter antwoordt, dat hij er niet van op de hoogte was. Dinsdag-ochtend tijdens de burgemeester en wethouders-vergadering heeft wethouder van Dis medege deeld, dat hij meerdere dagen van deze week afwezig zou zijn. Hij zegt dat dit niet wegneemt dat niets afdoet aan de woorden die hij toen heeft gezegd. Het college wilde en wil de zaak goed overwogen naar de raad brengen. Hebben raadsleden behoefte om te spreken over een aantal zaken dan is dit prima, maar hierdoor laat het college zich niet een rol opdringen. De heer van de Merbel zegt dat het feit dat het de voorzitter maandag niet bekend was, dat wethouder van Dis meerdere dagen van de week afwezig zou zijn, hem en naar hij aanneemt ook andere raadsleden, aan het denken zet. Misschien wordt hierop in een latere fase teruggekomen Wethouder Fakkers begrijpt uit de woorden van de heer van de Merbel dat hij het college kwalijk neemt dat het maandag niet heeft verteld over de afwezigheid van wethouder van Dis tijdens de vergadering van hedenavond, terwijl het college het toen al wist. De heer van de Merbel zegt dat dit niet zo is. Hij heeft de verwondering uitgesproken dat de voorzitter het niet wist. Wethouder Fakkers antwoordt dat de heer van de Merbel heeft gezegd dat hij er later op terug zou komen. Hij vindt dit nu juist een kwestie van wantrouwen ten opzichte van de voorzitterHij stelt dat hij getuige is geweest van de verrassing van het moment dat de heer van Dis anders gekleed de vergadering van het college van burge meester en wethouders, dinsdag-ochtend jongstleden, bijwoonde. De heer van Dis heeft in het bijzijn van het voltallige college tijdens de ben w.- vergadering gezegd, dat de mei-maand voor hem een moeilijke maand was voor vergade ringen, daar er voor hem nogal wat op het programma stond voor wat betreft reizen. Er zijn daarbij geen data genoemd. Hij wil dit alles toch heel duidelijk stellen. De heer van de Merbel zegt dat wethouder Fakkers hem kennelijk heeft misverstaan. Hij neemt aan dat de voorzitter hem beter begrepen heeft. Hij heeft goed begrepen dat tot verbazing van de voorzitter, de heer van Dis dinsdag-ochtend in een bepaalde uitmonstering reisvaardig was. Hij zegt dan op zijn beurt, dat hij dit bevreemdend vindt wanneer een dagelijks bestuur op zo'n korte termijn ineens moet vernemen, dat een medebestuurslid van het dagelijks bestuur kennelijk de andere streken gaat opzoeken. Hij weet niet of dit nu zo gezond is. Hij wil hier nu verder niet op ingaan, om reden dat de betreffende wethouder thans nu niet ter vergadering aanwezig is. Het lijkt hem om deze reden correct om een en ander naar een volgende keer te verschuiven De voorzitter zegt dat het normaal is dat de burgemeester en loco-burgemeester elkaar goed op de hoogte houden van waar en hoe ze zich bevindenZodra de burge meester of loco-burgemeester een aantal dagen weg is, dan is het zo dat de andere wethouder, zijnde wethouder van Dis, wordt ingeseind. Bekeken wordt dan dat dit tweetal dan bereikbaar is. De tweede wethouder wordt wel geacht dat deze bij collegevergaderingen aanwezig is en zijn zaken runt. Hoe deze persoon dat dan precies doet en of hij dan een aantal dagen weggaat, dat dient hij da" zelf te weten. In de regel is het zo dat de andere collegeleden het iets eerder weten, dan thans het geval is geweest. Hij stelt in deze dat hij alles vrij normaal vindt. De heer van Dueren den Hollander zegt dat ten tijde dat hij wethouder was dit nooit is gebeurd. Men wist toen van elkaar wanneer men niet beschikbaar was, ook wanneer het om de tweede wethouder ging. Hij vindt wat nu in het college heeft plaatsgevonden toch wel een beetje frappant en merkwaardig. De heer van de Merbel merkt op dat de heer Halderen het verzoek om een extra raads vergadering waarschijnlijk niet had ingediend, wanneer hij geweten zou hebben dat wethouder van Dis hedenavond niet aanwezig zou zijn. Hij zegt dat dit toch wel te denken geeft met betrekking tot de onderlinge verhou dingen in de V.V.D.-fractie Hij vraagt aan de heren Evers en de Vos of zij, wanneer ze op de hoogte waren ge weest van het feit dat wethouder van Dis niet aanwezig zou zijn, het verzoek om een extra raadsvergadering zouden hebben gedaan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1983 | | pagina 107