- 6 -
Vervolgens brengt hij naar voren dat het college weigert om op zakelijke kritiek
antwoord te geven.
Bij de stukken die in de portefeuille hebben gelegen is een soort vouwblad gevoegd
dat woordelijk onder andere het volgende weergeeft:
"Ten aanzien van de oude systemen wordt besloten dat de boekwaarde van deze systemen
opgenomen wordt in de stichtingskosten van de CAI".
In de toelichting wordt geschreven dat de voltooiing van de CAI één jaar later
heeft plaatsgevonden dan gepland en dat doordat de tijdsduur hierom met één jaar
is vergroot de kosten dalen.
Op zijn vraag aan het college hieromtrent heeft hij geen enkel antwoord gekregen
Met betrekking tot hetgeen de heer van Dueren den Hollander heeft gezegd, merkt
hij op dat deze het had over "behoorlijk bestuur". In het Engels recht spreekt men
over "contempt of court", wanneer men niet voldoende respect heeft ten aanzien van
het hof. Hij is de mening toegedaan dat het college bij de beantwoording van de
vragen gesteld deer de raadsleden, niet voldoende respect heeft getoond voor die
raadsleden.
De voorzitter kan zich grotendeels vinden in hetgeen de heer van Dueren den Hollander
naar voren heeft gebracht. Er moet voor worden gewaakt dat zaken buiten de eigen
lijk proporties worden behandeld en dat er ten aanzien van die zaken zelfinsinuerend
wordt gesproken.
Hij zegt dat de heer van Dis opmerkt dat het college niet voldoende ingaat op de
vragen door raadsleden gesteld en dat de raad zelfs met minachting wordt behandeld.
Naar zijn mening heeft het college de laatste tijd erg veel aandacht aan dit onder
werp besteed.
Ten aanzien van de boekwaarde merkt hij op dat deze bevroren is.
De heer van Dis zegt ten aanzien van dit laatste, dat dit helemaal nooit het geval
is geweest. De boekwaarde per overgangsdatum zou overgedragen worden.
De voorzitter merkt op dat dit wel gebeurd is.
De heer van Dis zegt hierop dat het college dan de raadsbesluiten niet heeft uitge
voerd.
De voorzitter kan hier niet direct een antwoord op geven. Hij is met de heer
van Dis van mening dat het schrijven an het F.N.V. op de lijst van ingekomen stukken
geplaatst had moeten worden. Ten aanzien van wat het college heeft voorgesteld
met betrekking tot het schrijven van het F.N.V. merkt hij op dat dit het voor kennis
geving aannemen is.
Hij zegt tenslotte toe dat het schrijven alsnog op de lijst van de ingekomen stukken
zal worden vermeld.
Wethouder Fakkers merkt op dat de gemeente in 1973 niet correct is opgetreden en dat
ze inderdaad wat laat is gekomen met de gehele afhandeling van deze kwestie. In alle
redelijkheid kan hierom echter niet worden volgehouden dat er dan maar niet wordt
betaald voor de CAS of dat er momenteel onjuist wordt gehandeld door het gemeente
bestuur naar aanleiding van een raadsbesluit dat in 1979 genomen is.
Het is geenszins onredelijk dat een gemeentebestuur aan diegenen die genoten hebben
van een televisie-ontvangst/signaal kosten in rekening brengt.
Hij vindt dat niet de ogen moeten worden gesloten voer het vceren van politiek. Hij
acht dit een gewone, normale zaak, maar merkt hierbij op dat het besturen voor het
voeren van politiek moet komen. Besturen houdt in dat er wel eens pijnlijke beslis
singen moeten worden genomen en dat er ook wel eens moet worden toegegeven dat er
fouten zijn gemaakt. Het college heeft meermalen gezegd dat er ten aanzien van dit
onderwerp fouten zijn gemaakt in het verleden.
Van de andere kant merkt hij op dat er ook geprofiteerd is van een televisiesignaal,
voer welk signaal dan in alle redelijkheid een vordering kan worden ingesteld.
De heer vande Merbel concludeert, dat ook wethouder Fakkers speculeert op de
naderende verkiezingen en merkt op dat dit vanzelfsprekend over en weer gebeurt.
Het standpunt van zijn fractie was twee jaar geleden om geen naheffing te doen
aten plaatsvinden. Hij vraagt zich af of zijn fractie dan nu, nu zij een prijs
van f 3,50 per maand voorstelt, op de verkiezingstoer gaat.