- 8 - bij heldere hemel naar voren is gekomen. Er is steeds gezegd dat wanneer tot een hoekoplossing, zoals de heer Kist naar voren bracht, zou worden gekomen dat door het feit dat alles gelijkvloers zou moeten blijven er een verlegging van de afrit richting Achterweg zou moeten plaatsvinden. Een en ander is ook duidelijk op de betreffende kaarten weergegeven. Verlegging van de afrit kan gezien dit alles nooit als een verrassing komen. Hij vraagt de heer van Dis welk argument er is om de afrit richting Achterweg en beneden-Molenstraat zo recht te laten zoals nu het geval is. De fietser en automobilist rijden namelijk na voltooiing van het bouwplan dertig meter verder en vervolgens de dijk af, terwijl de voetganger vanaf de Voorstraat direct naar de beneden-Molenstraat toe kan op een veel betere en verantwoorde manier dan thans het geval is. De heer van Dis zegt wanneer de afrit zal liggen aan de Molenstraat ter hoogte van de heer de Reijer deze sowieso erg stijl zal zijn. Deze afrit zal er niet alleen zijn voor het verkeer dat naar de beneden-Molenstraat wil. Tijdens de inspraakver gaderingen is er uitdrukkelijk gezegd dat het verkeer op de beneden-Molenstraat ook via de afrit naar de Molenstraat zou moeten kunnen. tfk De verkeersintensiteit zal op het toch al smalle gedeelte van de Molenstraat sterk toenemen door de aanleg van een nieuwe afrit aldaar en de verdwijning van de afrit vanuit de Voorstraat voor fietsers en automobilisten. Uit zuiver zakelijke en technische overwegingen vindt hij de verlegging van de afrit een slechte oplossing. Mevrouw Verhagen heeft gesteld in hoeverre de Commissie Ruimtelijke Ordening hier nog aan te pas had moeten komen onttrekt zich op dit moment aan onze waarneming. Hij zegt, dat er afgelopen week nog een vergadering van de commissie Openbare Werken is geweest, waarin de verkeerssituatie in de Korte Kerkstraat is besproken. Naar zijn mening had dit voorstel ook wel eerst in diezelfde commissievergadering besproken kunnen worden. Mevrouw Verhagen verzoekt namens haar fractie om een schorsing. De raad gaat hiermede accoord. De voorzitter schorst de vergadering om 19.55 uur. De voorzitter heropent om 20.35 uur de vergadering en geeft mevrouw Verhagen het woord. Mevrouw Verhagen deelt mede, dat zij het verhaal dat zij namens haar fractie in eerste instantie naar voren heeft gebracht met grote aarzeling op tafel heeft gebracht. Er gaat met een plan zoals de raad nu wordt aangeboden een beslissing genomen worden met een uitwerkingsduur van jaren. Het probleem in deze materie is voor haar fractie het verleggen van de Achterweg. Zij vraagt het college met kelm en met spoed te bezien of onder opoffering van enkele woningen er een andere oplossing mogelijk is en ten tweede om daarbij een financieel plaatje te vervaardigen. Daarbij vraagt ze of het mogelijk is hiervoor een extra vergadering in te lassen, daar anders voor 1 september aanstaande de zaak niet rond kan worden gekregen De voorzitter vraagt de zienswijze van de heren Bos en Lauwers ten aanzien van het voorstel van het college. De heer Bos zegt, mede namens de heer Lauwers.dat hetgeen het college voorstelt hij zelf in de commissie Ruimtelijke Ordening naar voren heeft gebracht. Hij gaat hierom accoord met het voorstel van het college. De heer van Dis dacht.dat het college zou moeten streven om precies het woningcon tingent dat toegewezen is op te maken. Zoals de kosten nu berekend waren, was het natuurlijk nog helemaal de vraag of het ministerie of de provincie de grondkosten zou aanvaarden. De voorzitter stelt, dat hierover heel duidelijk overleg is geweest en dat de grond kosten hoogstens een paar honderd gulden kunnen afwijken.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 88