- 14 - Zijn fractie is van mening dat het aanschaffen van speeltoestellen in eerste aanleg bedoeld voor de peuters van de Hummelhoek in deze tijd niet moet worden gehonoreerd en zal daarom tegen het voorstel stemmen. De heer van de Merbel deelt mede,dat hij voor het voorstel van het college is. Hij vraagt of de grond waarop de speeltoestellen zullen worden geplaatst eigendom van de gemeente is. De voorzitter antwoordt,dat het hier gemeentegrond betreft. De heer van de Merbel heeft dan - nu hij weet dat het gemeentegrond betreft - wat moeite met het laatste gedeelte van het pre-advies. Dit gedeelte geeft aan om aan het besluit tot het beschikbaarstellen van een krediet de voorwaarde te verbinden dat de aan te schaffen speeltoestellen, ook buiten de uren van openstelling van de peuterspeelzaal mogen worden gebruikt voor de in de omgeving wonende kinderen. Hij vindt dat_ dit eigenlijk omgedraaid dient te worden. Voor hem zijn de speeltoestellen meer een algemene voorziening, waarbij de peuterspeelzaal maar een klein gedeelte van de week gebruik maakt van die toestellen. De speeltoestellen worden gekocht door de gemeente en zijn derhalve eigendom van de gemeente. De kinderen mogen gebruik maken van die toestellen, waaronder ook de kinderen van de peuterspeelzaal. Hij ziet daarom de voorwaarde weergegeven in het voorstel niet zo zitten. De voorzitter antwoordt, dat de mogelijkheid om geld te verkrijgen van de landelijke stichting Jantje Beton of van het Koningin Julianafonds in de vorm van een eenmalige projectsubsidie tevens te maken heeft met koppeling aan gemeentelijke bijdragen. Los van dit laatste is het niet van de grond gekomen De opmerking van de heer van de Merbel acht hij juist. Gezien het feit dat het ge meentegrond is zou de betreffende zinsnede in het voorstel anders en beter kunnen worden geformuleerd.. De heer Bos vraagt of het dan niet beter is om het zó te stellen dat gedurende de tijd dat de peuterspeelzaal open is deze kinderen dan voorrang hebben boven de andere kinderen. De voorzitter antwoordt, dat hij ook niet denkt dat er andere kinderen zullen zijn gedurende de periode dat de peuterspeelzaal geopend is. In de praktijk zullen zich naar alle waarschijnlijkheid hierover geen problemen voordoen. Tenslotte deelt hij mede, dat tijdens besprekingen geen pogingen zijn gedaan om het geld ter bekostiging van de speeltoestellen via andere kanalen te verkrijgen. De heer van Halderen vraagt het college na te gaan of de bewering dat het speelter- reintje bij de Witte Roos op gemeentelijk terrein ligt juist is. Hij kan zich herinneren dat dit nog niet zo lang geleden is uitgezocht. Vijf meter vanuit de gevellijn van de Witte Roos is grondgebied van de Witte Roos. De opmerking van de voorzitter vindt hij hierom een beetje te snel. De voorzitter gaat over dit laatste niet in discussie. Het zal in ieder geval nagegaan worden. Mocht het zijn dat het eigendom betreft van de Witte Roos dan zal zeker om toestemming worden gevraagd of de toestellen op de betreffende grond ge plaatst mogen worden. De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer van Halderen wenst de aantekening geacht te worden te hebben tegengestemd. Voorsteltot inrichting van een halteplaats voor de bibliobus te Oudemolen/33e wi i-- ziging gemeentebegroting 1982. Volgnr. 82-VI-73. De voorzitter deelt mede, dat heden middag tijdens een telefonisch gesprek is mede gedeeld dat de halteplaats aangegeven in het voorstel niet tot de mogelijkheden behoorde, maar dat het beter kon bij het pand Oudemolensedijk 18. De heer vande Merbel deelt mede, dat wanneer hij aan Oudemolen denkt, hij ook denkt aan het gedeelte van woningen behorende tot Willemstad. Hij vraagt het college of er hierover ten aanzien van dit agendapunt een regeling bestaat.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 73