- 9 - De heer van Halderen antwoordt, dat - voor zover hem bekend - niet alleen de bouwwereld maar ook de Kamer van Koophandel zeer sterk aandringt op het vast stellen vein een bouwregistratieverordening. Het valt zijn fractie enigszins tegen dat het college na de discussie tijdens de raadsvergadering van 29 april j.l. nu met exact hetzelfde voorstel - ook wat tekst betreft - komt. Hij vraagt of de raad niet had mogen verwachten dat het college in een nieuw voorstel ook blijk zou hebben gegeven van nieuwe overwegingen om alsnog het niet- vaststellen van een bouwregistratieverordening te onderbouwen. Het argument c weergegeven in het voorstel vindt zijn fractie van iedere logica ontbloot. Wordt de lijst nagegaan van het aantal gemeenten dat wel een bouw registratieverordening heeft ingevoerd, dan valt het op dat er een grote tegenzin, weerzin heerst in het westelijke deel van Noord-BrabantIn het oosten van de provincie wordt kennelijk het nut en de noodzaak vein een bouwregistratieverordening ingezien. ZajTi fractie is van mening dat juist het niet vaststellen van een bouwregi stratieverordening rechtsongelijkheid en allerlei escapemogelijkheden in de hand werkt. Zijn fractie betreurt het ten zeerste dat na de tijd dat er voor het eerst vanuit ds raad is geattendeerd op het instellen van een bouwregistratieverordening er nog zo lang over nagedacht moest worden - tct op de dag van vandaag - of er wel of niet een dergelijke verordening diende te komen voor de gemeente-. Mevrouw Verhagen deelt mede, dat het haar fractie bevreemt dat de heren van Hal deren en van de Merbel op een dergelijke manier op dit agendapunt zijn ingegaan. Destijds is op verzoek van de WD-fractie het agendapunt verdaagd, welke fractie schriftelijke zou reageren. Door die fractie is echter na de raadsvergadering van 29 april j.l. niet meer schriftelijk gereageerd. Zij vindt, dat aanhouden van stukken op de manier zoals het nu eigenlijk is gegaan helemaal geen zin heeft. Dit_brengt__zelfs volgens haar het risico met zich mee dat wanneer men iets wil verdagen van important belang de .WD-fractie ook niet meer genegen is om tot verdaging over te gaan. Ze zou daar wel voor willen waken. De voorzitter zegt, dat er vanuit de raad - en dan met name door de heer van Dis - gesteld is dat met een aantal argumenten zou worden gekomen ten aanzien van dit onderwerp. Door het college is toen gezegd dat zo er argumenten naar voren gebracht zouden worden deze door het college zouden worden overwogen. Deze argumenten zouden dan bij het opnieuw in de raad te brengen voorstel worden betrokken. Het enige dat gedurende de periode van 29 april tot op heden door de WD-fractie naar voren is gebracht is - tijdens een informeel gesprekje - de reeds door hem geuite opmerking met betrekking tot de aannemerswereld. Hij stelt, dat er geen enkele schriftelijke reactie is ingekomen. Hij gelooft niet dat tijdens de vergadering van 29 april jongstleden aan de orde is geweest dat de raad tijdens een volgende vergadering van het college uit zich zelf een ander voorstel kon verwachten. Wethouder Fakkers deelt nog mede, dat het college zich nu volledig heeft gecon formeerd aan het ingenomen standpunt zoals dat reeds in het voorstel van 29 april j.l. is verwoord. Vandaar dat het voorstel nu thans ongewijzigd wederom in de raad wordt gebracht. De voorzitter zegt, dat het college inderdaad, zoals de heer van Halderen aanhaalt, vrij laat gekomen is met het voorstel om te besluiten om niet over te gaan tot het vaststelling van een bouwregistratieverordening. Uit de vrij lange tijd voordat het college met een voorstel is gekomen moge blijken dat het bij het college eigenlijk niet urgent was om tot vaststelling over te gaan. De heer van de Merbel brengt het college en de CDA-fractie ender de aandacht dat twee maanden geleden in eerste instantie door hem is gevraagd om het agendapunt aan te houden, dit vanwege de zeer korte voorbereidingstijd toen. De heer van Dis heeft hier vervolgens op ingehaakt. Van de heer van Dis heeft het college toen de toezegging gekregen dat deze eventueel schriftelijke zou reageren. Hij merkt op dat hij er van uit is gegaan dat het voorstel ongewijzigd opnieuw in de raad zou komen, hetgeen nu ook is geschied, en dat er nu tijdens deze vergadering

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 68