- 4 -
Hij denkt dat het goed is voor het Streekgewest en voor het streekgewestelijk
gebeuren dat om de zoveel tijd afgevaardigen van iedere gemeente behorende tot
het streekgewest, in overleg beraden hoe het Streekgewest functioneert en bepalen
hoe het moet functioneren.
Het recreatieplan, dat thans ook op de agenda staat, vindt hij een goed plan.
Indien er voldoende geld is en indien het kan worden uitgevoerd dan vindt hij
dat dat niet in de weg moet worden gestaan. Hij merkt op dat het hier de afgevaardig
de van Fijnaart was die tijdens de commissionele vergaderingen naar voren bracht
wat er ten behoeve van dit plan nu aan financiën uit Den Haag/zou komen. Toen
heeft de afgevaardigde gevraagd hoe een en ander nu financieel-zou worden geregeld
buiten de deelnemende gemeenten. Z. moeten
De voorzitter concludeert, dat de raad het eens is met de strekking van de ontwerp-
brieven, maar dat het op prijs wordt gesteld wanneer een aarrtaT prioriteiten met
name in de brief worden opgevoerd.
Hij vraagt of er raadsleden zijn, die aan de prioriteiten die hij reeds heeft op
genoemd iets wil toevoegen of afdoen.
De heer van Halderen vraagt om de gestelde prioriteit integratie van de gemeen- m
schappelijke regelingen niet op te nemen in het schrijven aan het Dagelijks Bestuur™
van het Streekgewest. Oud-minister Veldkamp heeft 7 jaar lang a raison voor 1,5 ton
per jaar geprobeerd om de sociale verzekeringen te integreren. Hij vraagt deze
prioriteit niet op te voeren, daar het een oneindige zaak betreft die onnodig veel
geld kost.
De voorzitter kan niet ontkennen dat het veel problemen oplevert. Anderzijds vindt
hij wel dat doordat gemeenschappelijke regelingen soms weer dwars door andere
werkverbanden heengaan een en ander moeizaam verloopt. Het is daarom volgens het
college zeer zeker de moeite waard hieraan aandacht te besteden.
De heer van de Merbel deelt mede,dat hetgeen de heer van Halderen naar voren brengt
hem in zekere zin aanspreekt. Hij vraagt of het mogelijk is dat de afgevaardigden
namens de gemeente Fijnaart en Heijningen in het Streekgewest alsmede de plaats
vervangers deze zaak betreffende in welke vorm de brief zal worden verzonden nog
nader kunnen bezien.
De voorzitter deelt mede,dat het college bereid is om in overleg met deze mensen
te kijken met welke inhoud de brief aan het Dagelijks Bestuur van het Streekgewest
het best verzonden kan worden
De raad gaat hiermede accoord.
De voorzitter vraagt of de raad accoord kan gaan met zijn voorstel om op 29 juli A
aanstaande een raadsvergadering te houden en de raadsvergadering in augustus te
doen laten vervallen.
De raad gaat hiermede accoord.
5. Voorstel inzake lokaties voor regionale stortplaatsen. Volgnr. 82-VI-58.
De heer van de Merbel merkt op,dat met het onderzoek naar geschikte lokaties voor
regionale stortplaatsen ruim f 400.000,-- is gemoeid. Daar dit een fors bedrag is
vindt hij het vrij logisch dat men de uitkomsten van het onderzoek niet vrijblijvend
wil laten doen zijn. Hij vindt in dit verband de aanwijzingsbevoegdheid die op een
gegeven moment bij Gedeputeerde Staten komt te liggen wel op zijn plaats, maar
hij vraagt zich af of een aanwijzingsbevoegdheid op grond van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening - waarvoor niet gekozen wordt - niet beter zou zijn dan een aan
wijzingsbevoegdheid op grond van de Nota beleid intergemeentelijke samenwerkings
verbanden
De Wet Ruimtelijke Ordening als zodanig kent namelijk een beroepsmogelijkheid,
terwijl - naar hij veronderstelt - de Nota beleid intergemeentelijke samenwerkings
verbanden deze mogelijkheid niet kent.
Indien dit laatste juist is, dan zou hij graag in overweging willen geven om, juist
vanwege het dwingende karakter dat de aanwijzingsbevoegdheid uiteindelijk heeft., eeri
en ander toch op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening te doen.
De heer van Halderen deelt mede, dat zijn fractie niet zo veel heeft op te merken
ten aanzien van dit voorstel. Door zijn fractie wordt ingestemd met de procedure.