- 4 - 4. De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Voorstel tot intrekking en wijziging Verordening regelende de voorwaarden en tarieven voor de gemeentelijke C.A.I. Volgnr. 82-111-35. De heer van de Merbel is blij dat de door hem gedane suggestie is overgenomen en dat nu een artikel V wordt toegevoegd inzake de inwerkingtreding. Artikel V begint nu met de woorden: "Deze wijziging treedt in werking...". Hij heeft tijdens de vorige raadsvergadering de suggestie gedaan om de volgende zin snede op te nemen: "Deze verordening treedt in werking...". Hij vraagt het college wat zijn overweging is geweest om dit toch nog te veranderen Het woord "verordening" in plaats van "wijziging" lijkt hem in dit verband juister. De voorzitter antwoordt, dat het hier gaat om een wijziging op de verordening rege lende de voorwaarden en de tarieven voor de gemeentelijke centrale antenne in richting te Fijnaart en Heijningen. Het gaat daarom om een wijziging als zodanig. De heer van de Merbel zegt, dat hij inhoudelijk met het stuk tevreden is. Dat het hier gaat om een wijziging op een verordening of een verordening zal altijd een M punt van verschil van mening blijven. Hij stelt zich op het standpunt dat het hier gaat om een nieuwe verordening waarmee de oude verordening gewijzigd wordt De_raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. Discussie over gewestelijke taak bij economisch beleid. Volgnr. 82-111-30. De heer Lauwers deelt mede dat de heer Bos en hij het in principe eens zijn met het voorstei van het college. Hij vraagt of het college overleg heeft gepleegd met de V.I.O.F. inzake de door hen ingenomen standpunt. De heer van Dis deelt mede, dat zijn fractie vrij kritisch staat tegenover de vijf punten die het college in zijn voorstel heeft geformuleerd. Zijn fractie is niet tegen een zeker overleg tussen gemeenten die industrieterreinen hebben, maar stelt wel dat er grote gemeenten zijn met grote industrieterreinen en kleine(re) gemeenten met kleine(re) industrieterreinen. Ten aanzien van dit laatste merkt hij op dat zijn fractie vrij huiverig staat tegenover het feit dat kleine gemeenten met een betrekkelijk klein industriegebied zich gaan aansluiten bij veel grotere gemeenten met een aanmerkelijk groter industriegebied. De grote bureaus van laatstgenoemde gemeenten zullen binnenkomende aanvragen voor industrie terrein gaan behandelen, waarbij zijn fractie vreest dat een kleine gemeente als Fijnaart en Heijningen in de verkeerde hoek terecht zal komen. De opvattingen van de gemeente Roosendaal en Nispen ten aanzien van industrieterreinen zijn voldoende bekend. Mede gezien dit laatste en het feit dat het voor Fijnaart momenteel moeilijk is om in de Provinciale plannen recht te doen aan het industrie terrein Dintelmondis zijn fractie bang - ingeval overleg zo ver gaat dat porte feuillehouders van de verschillende gemeenten bijeenkomen en dat er een bureau komt om aanvragen om industrieterrein te bekijken - dat de gemeente Fijnaart en Heijningen aan het korste eind zal trekken. Zijn fractie is niet tegen een zeker overleg, maar dit overleg dient wel volledig vrijblijvend te zijn. Een bepaalde gestructureerde vorm van overleg dient er niet te komen. Punt 5 in het voorstel vermeldt de zinsnede: "Op korte termijn zien wij geen taken voor het Streekgewest op dit terrein". Hij zegt dat zijn fractie zelfs hiervoor op langere termijn geen taken ziet. De voorzitter antwoordt op de vraag van de heer Lauwers dat zowel het college als ook de Vereniging voor Industriële Ondernemingen Fijnaart van mening zijn dat deze zaak een aangelegenheid betreft die de gemeente aangaat. Zijdelings vermeldt hij nog dat momenteel vrij frequent zaken, die het industrie terrein aangaan, besproken worden met de V.I.O.F.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 32