- 61 - De heer Kcevoets deelt mede, dat er nog een voorstel ligt, dat door de heer van Halderen is ingediend en door zijn fractie wordt ondersteund. Het betreft pest 212.00. Vergoeding aan raadsleden. Een verlaging van f 880,-- van de begrotings post wordt daarbij voorgestaan. De heer van Halderen is ietwat teleurgesteld over het antwoord van het college op de door hem gestelde vraag met betrekking tot de vergoeding aan raadsleden en commissieleden Door hem is letterlijk gevraagd cf het college bereid is om de lijn, hierbij doelen de cp de bevriezing van de ambtenarensalarissen, te volgen met betrekking tot de vergoedingen aan raadsleden en daaraan gekoppeld de vergoedingen aan commissieleden Door het college is cp de door hem gestelde vraag geantwoord dat hij het beste met een voorstel kon komen cm vervolgens de uitspraak van de raad te vernemen Hij zegt, dat met hetgeen hij naar voren heeft gebracht hij bedoeld heeft om te vragen of het college bereid was de lijn te volgen. Op deze vraag heeft hij geen antwoord gekregen De voorzitter antwoordt, dat toch de raad erover zal moeten stemmen. De heer van Halderen merkt op, dat hij graag een ccllegevisie in deze had gehoord. De voorzitter antwoordt, dat het college heeft gezegd dat wanneer de heer van Halderen een en ander vervat in een voorstel en ondersteuning vindt in de raad dan gezien kan worden hoe de raad ff overdenkt. Hij zegt, dat het college niet met het voorstel is gekomen Hij vraagt tenslotte of de heer van Halderen het door hem gedane voorstel schrifte lijk wenst in te dienen, waarna aan de raad om een uitspraak kan worden gevraagd. De heer van Halderen antwoordt bevestigend. De heer Koevoets deelt mede, dat zijn fractie het voorstel wenst te ondersteunen. De voorzitter wenst gaarne te vernemen of de begroting in zijn geheel aan de orde dient te worden gesteld of dat hoofdstuksgewijze behandeling dient te geschieden. De heer van de Merbel zegt, dat zijn fractie graag ziet dat de begroting in het geheel tegelijk aan de orde wordt gesteld. Zij die bepaalde zaken in de begroting anders wensen te zien dienen dan in de gelegenheid te worden gesteld cm dit in een stemverklaring uit te leggen. De raad gaat hiermede acccord. De voorzitter stelt vervolgens de motie van de P.v.d.A.-fractie inzake het vast stellen van een bouwregistratieverordening, welke wordt ondersteund door de P.L.F.- fractie.aan de orde. De motie luidt als volgt: De raad der gemeente Fijnaart en Heijningen; In vergadering bijeen cp 16 december 1982; -overwegende dat de gemeenten mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het beleid gericht op de bestrijding van beunhazerij in de bouw; -dat het daartoe wenselijk wordt geacht cm in de gemeente Fijnaart en Heijningen over te gaan tot vaststelling van een bouwregistratieverordening; spreekt zich in beginsel uit voer het tot stand komen van een zodanige verordening; nodigt het college van burgemeester en wethouders uit om op een zc kort mogelijke termijn een daartoe strekkend voorstel te deen en gaat over tot de orde van de dag. De raad besluit de motie met 7 stemmen vóór en 6 stemmen tegen te aanvaarden. Veer stemmen de heren van de Merbel, de Vos, van Hadderen, Koevoets, Nachtzaam, Bes en van Dis. Tegen stemmen mevrouw Verhagen en de heren van Dueren den Hollander, Evers, Kanne- kens, van der Werf en Fakkers. De voorzitter stelt vervolgens het voorstel van de heer van Halderen inzake het bevriezen van de huidige vergoeding aan raadsleden, welke motie wordt ondersteund door de P.L.F.-fractie, aar de orde.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 253