- 31 -
Hij zal niet aarzelen om deze hele gang van zaken hogerop ter beoordeling te
deponeren. Hij zegt dat de voorzitter ter dege weet welke hogere instantie over
dit soort uitlatingen en handelwijze moet beoordelen.
Het is voor hem nog steeds volstrekt onduidelijk waarom de brief die hij heeft
geschreven, ondanks de toezeggingen van het college in de vcrige raadsvergadering
dat de mening van zijn fractie meegenomen zou worden in de commissie Ruimtelijke
Ordening en dat het college steeds een open oor zou hebben voor de nieuwe raads
leden, niet op de juiste wijze is behandeld.
Als uit zijn brief niet geheel duidelijk is of er vragen in staan, omdat hij zelf
al de antwoorden gegeven zou hebben, dan had naar zijn mening de hele interpellati
voorkomen kunnen worden door de brief gewoon ter inzage te leggen met het advies
deze voor kennisgeving aan te nemen. Dit laatste was dan ook gebeurd en ieder
raadslid had van de brief kennis kunnen nemen. Dit is nu niet gebeurd, ondanks
de stelling van het college dat dit wel is gebeurd. Hij stelt, dat de brief niet
op de lijst van de ingekomen stukken staat. Wat dat betreft handelt het college
in strijd met het Reglement van Orde van de gemeenteraad van Fijnaart en Heijninge
De brief is naar zijn mening tijdig genoeg binnen gekomen voor deze raadsvergade
ring. Hij zegt, dat het college wel kan proberen deze handelwijze met het maken
van een aantal geringschattende opmerkingen te rechtvaardigen, doch hij stelt,
dat het college zijn handelwijze op geen enkele wijze kan rechtvaardigen.
Hij denkt, dat het wel door een ieder die een beetje rechtvaardigheidsgevoel
heeft duidelijk is, dat niet alleen de ambtenaren hard werken, maar dat er ook
raadsfracties zijn die hard werken. Dit heeft hij hedenavond al verschillende
keren bewezen en ook zijn fractiegenoot heeft dit bewezen, want aan de aangelegen
heid betreffende het fietspad langs de Parallelweg heeft hij het meeste werk
verricht
Als alle raadsfracties dit zouden doen, dan zou het een stuk beter gaan in deze
gemeente. Hij vindt het heel erg spijtig dat het college een interpellatie op een
dusdanige wijze opvat zoals nu naar voren wordt gebracht.
Hij heeft verzocht om een eerlijk antwoord en hij vindt beslist dat hij géén eer
lijk antwoord heeft gekregen op geen enkele vraag door hem gesteld.
De heer Bos zegt dat het hele gebeuren natuurlijk niet prettig is in deze raad en
de manier waarop zeker niet.
Hij stelt wel dat alle raadsleden tezamen - en dat is aan niemand persoonlijk
gericht - ervan doordacht dienen te zijn dat wanneer een en ander op deze wijze
gebeurt, dat men dan zichzelf beledigt, anderen kwetst en de goede zaak niet dient
De voorzitter denkt, dat het college daar meer dan duidelijk in is geweest. Hij
denkt dat er heel duidelijk een antwoord ligt van het college en dat het heel
duidelijk is hoe het college over deze zaak denkt. Het college heeft de hele zaak
beantwoord en is het volledig eens met de heer Bos dat met elkaar zal moeten worde
aangevat en dat met elkaar getracht moet worden beleid te voeren.
Vanaf 2 december aanstaande zullen de raadsleden beschikken over de begroting,
beleidsnota en het investeringsplan. Er kan dan worden gezien dat het college weer
aanzetten geeft en er kan dan in de raadsvergadering van 16 december aanstaande
met elkaar over worden gediscussieerd.
Hij sluit hiermede de interpellatie af.
Op de vraag waarom de kwestie inzake 18 HVAT woningen niet op de agenda staat
antwoord hij neg dat het verzoek van de Woningbouwvereniging Fijnaart nog niet
binnen is en het college had verwacht dat dit op dit moment reeds binnen zou zijn.
Betreffende de FNV-nota merkt hij op dat hij meent dat dit meegenomen zal worden
in de totaalvoorbereiding en dat de nota als zodanig eigenlijk er niet uit te
lichten is. Bij de begroting zal er op terug worden gekomen, hetgeen dus al zeer
spoedig is.
Wethouder Fakkers zegt nog, dat omtrent het punt aandacht voor jeugdwerkloosheid
plannen worden ontvouwd in de beleidsnota. Als de raad hier straks "ja" op zegt,
dan kunnen deze plannen verder nader worden uitgewerkt. Hierin wordt eigenlijk de
kern teruggevonden van de FNV-nota. Niet zozeer wordt hierop inhoudelijk ingegaan,