- 29 - U begrijpt, dat het college uiterst mild deze zaak heeft behandeld en zijn best heeft gedaan om volledig te zijn". Vervolgens geeft hij wethouder van Dis de mogelijkheid om nog op de vragen in te gaan die meer voor hem zijn bestemd. Hierna kan de heer Koevoets - zo hij dit wenst - nog in twee instantie op de zaak ingaan De andere fracties kunnen zich dan vervolgens ook in de discussie mengen. Er kan dan nog eens rustig van gedachten worden gewisseld. Wethouder van Dis zegt, dat er door de heer Koevoets is gevraagd of hij van mening veranderd is naar aanleiding van de behandeling van ingekomen stukken Hij deelt mede, dat hij helemaal niet van mening is veranderd. Destijds heeft zich het volgende afgespeeld. In een raadsvergadering die nog viel onder het oude Reglement van Orde werden door hem opmerkingen gemaakt over de wijze van behandeling van ingekomen stukken. In het Reglement van Orde was helemaal niet bepaald hoe er gehandeld moest worden met ingekomen stukkenin die zin dat er niet geregeld was wanneer men ingekomen stukken al dan niet alsnog op een agenda moest vermelden van een vergadering. Hij is blij dat aan het eind van de vorige raadsperiode een nieuw Reglement van Orde is vastgesteld. In dit Reglement van Orde zijn namelijk de punten ten aanzien van de behandeling van ingekomen stukken voor de raad goed geregeld. In artikel 15 staat duidelijk dat wanneer de oproepingsbrief is uitgegaan, daarna ingekomen stukken dienen te worden behandeld bij een volgende vergadering. Wanneer hij zo eigengereid geweest zou zijn om het Reglement van Orde buiten werking te stellen, dan zou volgens hem de kritiek die hij dan gekregen zou hebben wel zo groot geweest zijn, dat hij dan niet meer op de plaats die hij nu inneemt zou hebben durven zitten. Hij vindt, dat de heer Koevoets uitermate onzorgvuldig heeft gehandeld. De heer Koevoets wist wanneer de vergadering van de commissie Ruimtelijke Ordening ge houden zou gaan worden en wanneer de agenda voor deze vergadering uit zou gaan. Dit laatste kan immers in de verordening van de commissies gelezen worden. De heer Koevoets wist dat de agenda op 9 november uit zou gaan naar de commissie leden Toch zorgt de heer Koevoets ervoor dat er brieven komen die na 9 november het gemeentehuis bereiken. Hij zegt dat wanneer de heer Koevoets en de P.L.F. een punt hadden, dat zo ont zettend belangrijk was, dan hadden zij moeten zorgen dat de brief toch ruim op tijd ten gemeentehuize had gelegen. Met alle mogelijke adviezen omringd had dan de brief in de commissievergadering kunnen worden gehandeld. Het is hierom niet de fout van het college, dat de brief niet ter kennis heeft kunnen komenHij zegt dat de heer Koevoets onzorgvuldig is geweest door veel te laat over zo'n belangrijk punt brieven te richten naar de raad c.q. de commissie c.q. het college van burgemeester en wethouders. Hij vindt, dat wanneer de heer Koevoets een punt heeft dat zo belangrijk is en in deze zo onzorgvuldig handelt, dat het college hem dit terecht kan verwijten. De heer Koevoets had zorgvuldiger dienen te zijn. Hij zegt, dat door de heer Koevoets ook is gevraagd wat de mening over zijn persoor zal zijn. Hij heeft er geen probleem mee over hoe de mening zou zijn. Juist voor de vergadering heeft hij nog een stukje gelezen in de krant dat ging over democratie. In dat stukje stond dat democratie meer is dan de helft plus één, dat democratie een onderdeel is van de cultuur en een instelling. In de bewuste vergadering hoefde hij de brief niet aan de orde te stellen. Verder mocht hij ook niet de brie! aan de orde stellen bij de ingekomen stukken. Omdat hij vond dat aan de P.L.F. recht gedaan moest worden, heeft hij voordat het punt uitgebreid in behandeling kwam in de commissie de brief gememoreerd en de zorg die de P.L.F. heeft ten aanzi< van het fietspad letterlijk uit de brief voorgelezen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 190