- 2 - Wethouders Fakkers deelt mede, dat uit de inventarisatie, opgesteld door het Streek- gewest Westelijk Noord-Brabant, gelezen kan worden dat de stortplaatsen in diverse gemeenten binnen nu en 5 jaar vol dreigen te geraken. Dit houdt in dat deze gemeenten dan geen afval meer kunnen storten. Hiernaast heeft de provincie een provinciaal afvalstoffenplan opgesteld. De provincie heeft hierdoor in feite aan de Streek- en Stadsgewesten opdracht gegeven om te komen met een plan waarin de problematiek van het huisvuil wordt opgelost. Het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant heeft een onderzoek ingesteld teneinde voor de achttien gemeenten te komen tot een gezamenlijke oplossing voor de verwerking van het huisvuil. Dit onderzoek is momenteel nog gaande, waarvoor een technische- en een bestuurlijke begeleidingsgroep zijn ingesteld. In deze laatste groep zijn de gemeenten die huisvuil storten en de gemeenten die huisvuil verbranden, vertegen woordigd. In dit kader is een onderzoek gaande, welk onderzoek wordt gefinancierd door de pro vincie en deels door de V.V.R. De raad zal nog worden gevraagd om een krediet beschikbaar te stellen voor een alternatieve mogelijkheid van de verbrandingsinstallatie. Het standpunt van het college ten aanzien van de huisvuilproblematiek is zeerzeker niet gewijzigd. De heer van Dis is blij met het antwoord, maar voegt hier direct aan toe dat het college in zijn voorstel weergeeft dat het het van groot belang acht, dat er één of meer gewestelijke stortplaatsen komen. Deze zinsnede wekt de indruk dat het college zijn eerder ingenomen standpunt heeft veranderd ten aanzien van de huisvuilproble matiek. Het college heeft immers altijd te kennen gegeven tegen stortplaatsen te zijn en vóór de vuilverbranding. Wethouder Fakkers antwoordt, dat het inderdaad zo is dat de zinsnede, die de heer van Dis heeft aangehaald, de indruk wekt alsof het college nu ineens sterke voorstander is van de aanleg van stortplaatsen. Dit laatste is echter geenszins het geval en bij dit voorstel gaat het erom dat aan het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant de taak wordt overgedragen om het door hem genoemde onderzoek te verrichten. Met dit laatste kan het college zich verenigen, hetgeen nu aan de raad ter accoordbevinding wordt voorgelegd. De heer Lauwers deelt medef dat enkele maanden geleden toen de vuilverbranding in de raad aan de orde kwam naar voren werd gebracht dat de vuilverbrandinginstallatie aan het einde van zijn capaciteit was. Hij neemt aan dat daarom wordt gezocht naar het alternatief zoals uit het voorstel a blijkt, te weten het brengen van het huisvuil naar stortplaatsen. W In het antwoord op de vraag van de heer van Dis heeft wethouder Fakkers naar voren gebracht dat de V.V.R. zal worden uitgebreid waarvoor nog een krediet aan de raad zal worden gevraagd. Hij vraagt het college waarvoor nu gekozen zal worden; Voor de stortplaatsen zoals het voorstel aangeeft, of voor de uitbreiding van de V.V.R.? Wethouder Fakkers antwoordt, dat hij het niet heeft gehad over een uitbreiding van de vuilverbranding. Er wordt een onderzoek door de provincie ingesteld naar een alter natieve mogelijkheid van gebruik van de verbrandingsoven. De heer Lauwers vraagt of de verbrandingsinstallatie nu wel of niet aan het einde van zijn capaciteit is. Wethouder Fakkers bevestigt, dat de verbrandingsinstallatie aan zijn capaciteit zit. Alle aspecten van het verbranden- en het storten van huisvuil worden in het onderzoek meegenomen De heer Kannekens vindt het logisch dat - nu verschillende stortplaatsen vol raken - er gezocht wordt naar het aanleggen van nieuwe stortplaatsen. Het voorstel inzake taakoverdracht aan het Streekgewest acht hij daarom volledig juist. De raad besluit vervolgens zender hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders. - -j

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 18