- 22 - De heer Koevoets antwoordt, dat bekend is dat wanneer de voorzitter te ver gaat hij ook weliswaar niet ingrijpt maar wel reageert. Hij zegt dat het een goed gebruik is dat een interpellatie toegestaan wordt. Dat is in alle raden en dat staat in alle boeken die erover gelezen kunnen worden. In de raad van de gemeente Fijnaart en Heijningen is een interpellatie nog niet veel voorgekomen. Hij zegt dat zijn fractie iets is overkomen, dat in het verleden nog geen enkele andere fractie is overkomen. Hij deelt mede, dat alle leden van de raad de te stellen vragen hebben gehad. Deze vragen zijn op een dusdanige wijze gesteld, dat een ieder weet wat er precies aan de hand is. Op dit moment lijkt hem dan ook verdere toelichting overbodig. De voorzitter vraagt de heer Koevoets of zijn interpellatie wordt ondersteund in die zin dat deze behandeld kan worden De heer Koevoets vraagt hierop aan de leden van de raad of het goed gebruik ook in deze raad van toepassing is en of de interpellatieaanvraag gesteund wordt. De voorzitter merkt op, dat er een ondersteuning nodig is van twee mensen naast de heer Koevoets De heer Nachtzaam ondersteunt de interpellatie. De heer van de Merbel vraagt of de gang van zaken juist is of de interpellant zeli® de vraag stelt of de interpellatie wordt gesteund. Hij dacht dat het de gewoonte was in deze raad om via de voorzitter te discussiëren. Hij zegt dat als de voor zitter de vraag stelt of de interpellatie wordt ondersteund hij dit wenst te doen. De voorzitter zegt, dat hij gevraagd heeft of er ondersteund wordt. De heer van de Merbel dacht, dat de interpellant dit zelf had gedaan, nadat de voorzitter aan de interpellant had gevraagd om dit te doen. Met hetgeen de voorzitter zo .juist heeft gezegd, neemt hij a em dat het nu kennelijk alsnog door de voorzitter aan de raad is gevraagd. Op dit moment zegt hij dan ook dat hij de interpellatie wenst te ondersteunen. De heer de Vos deelt vervolgens mede dat hij ook de interpellatie wenst te onder steunen De voorzitter concludeert dat de interpellatie is toegestaan en geeft de heer Koevoets het woord. De heer Koevoets hoopt dat dit de eerste er>laatste keer is dihij zo lang het woord moet voeren, aangezien hij dit niet met genoegen doet. Dit zal men ongetwijfeld hebben gemerkt aan zijn houding en hij merkt op, dat hij dit ook ongetwijfeld heeft gemerkt aan de houding van de voorzitter hedenavond. Het is eigenlijk geen houding voor volwassen mensen. De voorzitter zegt bij interruptie dat de heer Koevoets zich tot de interpellatie dient te beperken De heer Koevoets antwoordt, dat hij met de toelichting op de interpellatie bezit is. Hij deelt vervolgens het volgende mede: "Wij hebben ons op 9 januari van dit jaar gepresenteerd met de woorden: "Het is beter als we nu zelf in de gemeenteraad gaan zitten". De reden om dat te zeggen en mee te doen aan de raadsverkiezing was het keer op keer met je kop tegen de muur lopen, wat wij als toenmalige F.N.V.-bestuurders herhaaldelijk hebben ondervonden. Wij zitten nu in de raad. Zelf zit ik op een prima stoel. In de vergadering van januari jongstleden werd het toenmalige college danig onder vuur genomen vanaf deze zelfde plaats over een ingekomen stuk dat de raad niet op de juiste wijze had bereikt. Dit was toevallig toen ook een F.N.V.-stuk. Ik zei al, een prima stoel, want het raadslid is nu wethouder. Toentertijd kreeg het raadslid te horen, dat er in het vervolg wat zorgvuldiger zou worden omgesprongen met ingekomen stukken. Een vrije vertaling overigens en een belofte die ook al meer gedaan is. Ik heb nu als raadslid ondervonden dat het wel beloofd kan worden, maar dat het na verloop van tijd toch weer vergeten wordt. Ik heb nu als raadslid moeten ondervinden dat in afwijking van wat ooit eerder is gebeurd, althans voor zover ik weet, een brief niet komt waar hij thuis hoort. Van mijn recht als raadslid heb ik gebruik gemaakt op de gebruikelijke en voorge schreven wijze en dat recht heeft niet het effect gehad dat beoogd was

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1982 | | pagina 183